ECLI:NL:RBUTR:2009:BH4063
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Nietigheid en vernietigbaarheid van aandelenlease-overeenkomsten in het kader van het Levob Hefboom Effect
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 25 februari 2009 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.E. Bosman, en gedaagde, Levob Bank N.V., die niet is verschenen. Eiseres heeft een vordering ingesteld op grond van nietigheid en vernietigbaarheid van de aandelenlease-overeenkomsten, specifiek de overeenkomst genaamd 'Het Levob Hefboom Effect'. Eiseres stelt dat de overeenkomst nietig is wegens strijd met de Wet toezicht effectenverkeer (Wte) en de Wet Consumentenkrediet (WCK), en dat deze tot stand is gekomen onder invloed van dwaling en misbruik van omstandigheden.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de Wte en WCK niet van toepassing zijn op de Hefboomovereenkomsten, en dat de vorderingen van eiseres op deze gronden ongegrond zijn. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar beroep op dwaling, aangezien zij de tekst van de overeenkomst had kunnen inzien voordat zij deze ondertekende. De rechtbank concludeert dat eiseres zelf verantwoordelijk is voor haar keuze en dat haar beroep op dwaling niet kan slagen.
Wat betreft het beroep op misbruik van omstandigheden, heeft de rechtbank vastgesteld dat eiseres niet heeft aangetoond dat gedaagde op de hoogte was van bijzondere omstandigheden die haar tot het sluiten van de overeenkomst hebben bewogen. De rechtbank heeft de vorderingen van eiseres tot nietigheid en vernietigbaarheid van de overeenkomst dan ook afgewezen.
Eiseres heeft daarnaast een vordering tot ontbinding van de overeenkomst ingediend, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat deze vordering niet toewijsbaar is, omdat een tekortkoming in pre-contractuele verplichtingen geen toerekenbare tekortkoming oplevert. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de schade die eiseres heeft geleden, en heeft gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op EUR 791,44.