ECLI:NL:RBUTR:2009:BH1418

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
30 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
259404 KG ZA 08-1241
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H.J. Schepen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing inschrijvingen zorgverzekeraars voor zittend ziekenvervoer op basis van abnormaal lage prijzen

In deze zaak hebben de besloten vennootschappen IJsselsteden Beheers Groep BV en ABC Taxi BV een kort geding aangespannen tegen een aantal zorgverzekeraars, gezamenlijk aangeduid als Achmea. De zorgverzekeraars hadden een inkoopprocedure voor zittend ziekenvervoer uitgeschreven, waarbij de opdracht was verdeeld in 113 percelen en het gunningscriterium de laagste prijs was. IJBG en ABC Taxi hebben op verschillende percelen ingeschreven, maar hun inschrijvingen werden door Achmea terzijde gelegd omdat deze volgens hen abnormaal laag waren. De eisers stelden dat hun prijzen marktconform waren en dat er geen sprake was van een abnormaal lage prijs in de zin van artikel 56 van het Besluit Aanbestedingsregels voor Overheidsopdrachten (BAO). De rechtbank heeft echter geoordeeld dat Achmea geen aanbestedende dienst is in de zin van de richtlijn 2004/18/EG en het BAO, en dat de zorgverzekeraars de inschrijvingen van IJBG en ABC Taxi terecht terzijde hebben gelegd. De rechtbank concludeerde dat de door de eisers geoffreerde prijzen substantieel lager waren dan de prijzen van andere inschrijvers en dat dit voldoende grond opleverde voor Achmea om te vrezen dat de eisers niet aan de kwaliteitseisen zouden kunnen voldoen. De vorderingen van IJBG en ABC Taxi werden afgewezen en zij werden veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 259404 / KG ZA 08-1241
Vonnis in kort geding van 30 januari 2009
in de zaak van
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IJSSELSTEDEN BEHEERS GROEP BV,
gevestigd en kantoorhoudende te Capelle aan de IJssel,
hierna te noemen: “IJBG”,
2.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ABC TAXI BV,
gevestigd te Baarle Nassau en kantoorhoudende te Breda,
hierna te noemen: “ABC Taxi”,
eiseressen,
advocaat mr. C.P. van den Berg,
tegen
1. de naamloze vennootschap
GROENE LAND PWZ ACHMEA ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
VERZEKERINGSHOLDING N.V.,
2. de naamloze vennootschap
ZILVEREN KRUIS ACHMEA ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
3. de naamloze vennootschap
INTERPOLIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
4. de naamloze vennootschap
AVERO ACHMEA ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
5. de naamloze vennootschap
OZF ACHMEA ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
6. de naamloze vennootschap
FBTO ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
allen statutair gevestigd te Utrecht,
gedaagden,
hierna gezamenlijk in enkelvoud aan te duiden als: “Achmea”,
advocaat mr. A.J.H.W.M. Versteeg.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 11 december 2008,
- de producties 1 tot en met 15 van IJBG en ABC Taxi,
- de producties 1 tot en met 5 van Achmea,
- de mondelinge behandeling van 15 januari 2009,
- de pleitnota van IJBG en ABC Taxi,
- de pleitnota van Achmea.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. IJBG en ABC Taxi zijn vervoers- c.q taxibedrijven die zich onder meer richten op ouderen-, leerlingen- en gehandicaptenvervoer.
2.2. Achmea is een zorgverzekeraar in de zin van artikel 1, aanhef en onderdeel b van de Zorgverzekeringswet.
2.3. Op 29 juli 2008 heeft Achmea een inkoopprocedure voor zittend ziekenvervoer uitgeschreven met als doel het selecteren van de vervoerders waarmee overeenkomsten worden gesloten voor het zittend ziekenvervoer ten behoeve van verzekerden van Achmea in Nederland.
Deze inkoopprocedure is omschreven in de door IJBG en ABC Taxi als productie 1 in het geding gebrachte Leidraad voor het indienen van een inschrijving “Zittend ziekenvervoer Achmea” (hierna te noemen: “de leidraad”).
Uit deze leidraad volgt – voor zover van belang en samengevat – dat:
- de opdracht is verdeeld in 113 percelen en dat ieder perceel uit een aantal
postcodegebieden bestaat,
- Achmea voornemens is om per perceel met maximaal drie inschrijvers overeenkomsten te
sluiten voor de periode van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2012, met een optie voor
Achmea tot verlenging van de overeenkomst tot en met maximaal 30 juni 2013,
- inschrijvers worden uitgenodigd om in te schrijven op één of meer percelen of combinaties
van percelen,
- de inschrijver/de vervoersdienst aan bepaalde kwaliteitsvereisten dient te voldoen,
- het criterium dat Achmea hanteert om te komen tot de beslissing met welke inschrijver een
overeenkomst zal worden gesloten “de laagste prijs, ervan uitgaande dat is voldaan aan
de gestelde eisen” is.
2.4. De heer [A] (hierna te noemen: “[A]”) is namens Achmea met de begeleiding en de afwikkeling van de inkoopprocedure belast.
2.5. IJBG en ABC Taxi hebben op diverse percelen ingeschreven en hebben daarbij eenzelfde prijs geoffreerd.
2.6. [A] heeft IJBG en ABC Taxi bij afzonderlijke brief van 28 oktober 2008 verzocht om hem op uiterlijk 6 november 2008 gemotiveerd en uitgebreid te informeren over de wijze waarop zij tot de berekening van hun offerte zijn gekomen en de onderliggende documenten die bij het vervaardigen van de offerte zijn gebruikt te verstrekken.
2.7. Bij brief van 5 november 2008 heeft ABC Taxi – voor zover van belang – het volgende aan [A] geschreven:
“(…)
De door ons geoffreerde prijs van EUR 0,88, EUR 0,91 en EUR 1,00 exclusief 6% BTW is de prijs waarvan wij, bij een eventuele gunning, het taxivervoer op adequate en doelmatige wijze voor Achmea zouden kunnen uitvoeren. De geoffreerde prijzen zijn niet zozeer tot stand gekomen aan de hand van onderliggende kostenberekeningen. Onderliggende stukken kunnen we u op dat punt derhalve niet verschaffen. Echter, de prijs is tot stand gekomen door vergelijking met andere projecten waarvoor wij in de regio Brabant het taxivervoer verzorgen. Zo verzorgen wij bijvoorbeeld het taxivervoer Connexxion Valys Brabant voor EUR 0,85 cent exclusief BTW per beladen kilometer per pashouder. Bijgaand treft u het document aan waaruit deze afspraak blijkt. Deze spreekt ons inziens voor zich.
Het zijn wat ons betreft derhalve marktconforme prijzen waarop wij onze offerte in de aanbestedingsprocedure Achmea 2009 hebben gebaseerd. Dat er derhalve sprake zou zijn van afwijkend door ons geoffreerde prijzen ten opzichte van de overige ingediende offertes, is wat ons betreft volstrekt onjuist.
Tot slot doen wij u bijgaand nog onze kostprijsberekening toekomen waaruit blijkt dat wij met
EUR 0,91 per kilometer heel goed kunnen leven.
(…).”.
De als bijlage gevoegde kostprijsberekening luidt als volgt:
“ Onderstaande kostenberekening omvat de prijs per kilometer.
Loonkosten: 0,41 euro
Verzekering: 0,09 euro
Onderhoud: 0,06 euro
Brandstof: 0,10 euro
Planning / overhead: 0,10 euro
Afschrijving: 0,04 euro
Marge: 0,08 euro
Totaal: 0,88 euro per kilometer.
ABC-Taxi b.v. gaat uit van een combinatiegraad van 1,3. In grote steden verwachten wij een combinatiegraad van 2,3 te behalen. Deze combinatiegraad verwachten wij te behalen door het vele ziekenhuisvervoer wat wij reeds aan doen voor onze overige opdrachtgevers
De brandstofprijs is gebaseerd op een prijs van 1,13 euro per liter brandstof. Wijzend op de economie gaat ABC-Taxi er vanuit dat de brandstofprijs zal stijgen naar 1,26 euro per liter brandstof. Indien de brandstofprijs stijgt naar 1,26 euro per liter brandstof kan ABC-Taxi b.v. dit zonder problemen uit haar marge voldoen.”
2.8. Bij brief van 6 november 2008 heeft IJBG – voor zover van belang – het volgende aan [A] geschreven:
“(…)
De door ons geoffreerde prijs van EUR 0,88 en EUR 1,00 aan Achmea exclusief 6% BTW is de prijs waarvoor wij van mening zijn dat wij, bij een eventuele gunning, het taxivervoer op adequate en doelmatige wijze voor Achmea zouden kunnen uitvoeren. De geoffreerde prijzen zijn niet zozeer tot stand gekomen aan de hand van onderliggende kostenberekeningen (opslag, dieselkosten etc.). Onderliggende stukken kunnen we u op dat punt derhalve niet verschaffen. Echter, de prijs is tot stand gekomen door vergelijking met andere projecten waarvoor wij het taxivervoer verzorgen. Enkele voorbeelden daarvan zijn Valys-vervoer Connexxion, waarvoor wij een bedrag van EUR 0,78 per kilometer inclusief BTW in rekening brengen, Capelle Hopper Gemeente Capelle EUR 0,83 per kilometer inclusief 6% BTW en leerlingenvervoer Capelle waarvoor wij EUR 0,85 per kilometer inclusief 6% BTW rekenen.
Documenten waaruit dit blijkt (vervoersovereenkomsten) treft u bijgaand aan.
Het is op basis van deze gegevens geweest, alsook het feit dat wij al ruim vijf jaar voor Achmea in de regio Capelle aan den IJssel het vervoer naar alle tevredenheid verzorgen, dat wij zijn gekomen tot de door ons geoffreerde prijzen. Dit zijn de bedragen waarvoor wij het vervoer overeenkomstig de inkoopprocedure zittend ziekenvervoer Achmea 2009 kunnen verzorgen en waarvoor wij instaan. Het zijn absoluut wat ons betreft marktconforme prijzen. Uit het bovenstaande hebt u kunnen opmaken dat wij in soortgelijke projecten veelal tegen een nog lagere kilometerprijs het vervoer kunnen uitvoeren. Dat er derhalve sprake zou zijn van afwijkend door ons geoffreerde prijzen ten opzichte van de overige ingediende offertes, verbaast ons derhalve ten zeerste. (…).”.
De bij deze brief gevoegde kostenberekening luidt als volgt:
Loonkosten EUR 0,42
Brandstof EUR 0,12
Afschrijving EUR 0,04
Onderhoud EUR 0,06
Verzekering EUR 0,11
P & O EUR 0,10
Marge EUR 0,08
Totaal EUR 0,93 (geen rekening gehouden met combinatiemogelijkheden)
2.9. Bij brief van 14 november 2008 heeft [A], voor zover relevant, het volgende aan IJBG geschreven:
“(...)
De prijzen zoals door u zijn geoffreerd voor de percelen waarop u heeft ingeschreven zijn voor alle percelen extreem laag en ook significant lager dan de prijzen van de andere inschrijvers.
Als argumentatie voor deze door u geoffreerde lage prijzen verwijst u naar prijzen van volgens u vergelijkbare projecten waarvoor u het vervoer verzorgt.
De door u in deze aangegeven projecten betreffen ander soortige vervoersopdrachten met andere kwaliteitseisen dan het vervoer waarop de inkoopprocedure zittend ziekenvervoer Achmea 2009 betrekking heeft.
Ten aanzien van uw verwijzing naar het zittend ziekenvervoer welk u nu in de regio Capelle aan den IJssel voor Achmea verzorgt kan worden opgemerkt dat ook hier de kwaliteitseisen afwijken van de eisen zoals nu verwoord in de leidraad van de inkoopprocedure zittend ziekenvervoer Achmea 2009.
(…)
Aangezien Achmea er alle belang bij heeft om de continuïteit van de zorg te waarborgen zijn wij van mening dat u met de door u geoffreerde prijzen niet blijvend zult kunnen voldoen aan de kwaliteitseisen zoals gesteld in de leidraad van de inkoopprocedure zittend ziekenvervoer Achmea 2009.
Derhalve hebben wij besloten u definitief uit te sluiten van de inkoopprocedure zittend ziekenvervoer Achmea 2009.
(…)”.
2.10. Bij brief van 14 november 2008 heeft [A], voor zover relevant, het volgende aan ABC Taxi geschreven:
“(...)
De prijzen zoals door u zijn geoffreerd voor de percelen waarop u heeft ingeschreven zijn voor
alle percelen extreem laag en ook significant lager dan de prijzen van de andere inschrijvers.
Als argumentatie voor deze door u geoffreerde lage prijzen verwijst u naar prijzen van volgens u vergelijkbare projecten waarvoor u het vervoer verzorgt.
Het door u in deze aangegeven project betreft ander soortige vervoersopdrachten met andere kwaliteitseisen dan het vervoer waarop de inkoopprocedure zittend ziekenvervoer Achmea 2009 betrekking heeft.
(…)
Aangezien Achmea er alle belang bij heeft om de continuïteit van de zorg te waarborgen zijn wij
van mening dat u met de door u geoffreerde prijzen niet blijvend zult kunnen voldoen aan de kwaliteitseisen zoals gesteld in de leidraad van de inkoopprocedure zittend ziekenvervoer Achmea 2009.
Derhalve hebben wij besloten u definitief uit te sluiten van de inkoopprocedure zittend ziekenvervoer Achmea 2009.
(…)”.
2.11. [A] heeft IJBG en ABC Taxi bij afzonderlijke brief van 29 november 2008, zakelijk weergegeven, bericht dat Achmea voornemens is de opdracht aan een ander te gunnen.
2.12. In punt 11 van de pleitnota van Achmea is een tabel afgebeeld waarin de prijzen waarvoor IJBG en ABC Taxi hebben ingeschreven, worden vergeleken met de prijzen van de na hen laagst biedende inschrijver. Het betreft de volgende tabel:
perceelnummer perceelnaam vergunde tarieven tarieven IJsselsteden en ABC procentuele afwijking t.o.v. IJsselsteden en ABC aantal heenritten per perceel
17 Breda e.o. 1,20 0,88 36,3 2132
18 Capelle a/d IJssel Alblasserdam 1,50 1,00 50 7563
33 Eindhoven e.o. 1,49 0,88 69,3 1460
47 Helmond e.o. 1,35 0,88 53,4 860
52 Hoogvliet-Spijkenisse 1,32 0,88 50 6757
70 Oosterhout- Raamsdonkveer 1,32 0,91 45 951
77 Roosendaal-Zevenbergen 1,17 0,91 28,5 1500
78 R’dam-Centrum-Overschie 1,57 0,88 78,4 17196
79 R’dam-IJsselmonde/Heiplaat 1,60 0,88 81,8 17823
80 R’dam-Kralingen-Crooswijk 1,74 0,88 97,7 13489
81 ’s-Hertogenbosch-Waalwijk 1,19 0,88 35,2 2918
89 Tilburg 1,37 0,88 55,6 1033
90 Uden Cuijk 1,20 0,88 36,3 1078
94 Veldhoven-Valkenswaard 1,40 0,88 59 1313
97 Vlaardingen/Schiedam 1,48 0,88 68,1 1781
3. Het geschil
3.1. IJBG en ABC Taxi vorderen dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Achema:
a) wordt verboden uitvoering te geven aan het door haar geuite gunningsvoornemen van
29 november 2008 inhoudende dat het werk aan de opvolgend inschrijver zal worden
gegund en wordt geboden om hun inschrijving alsnog in beschouwing te nemen,
deze in haar beoordeling mee te nemen en in dat kader het werk opnieuw voorlopig te
gunnen, dit alles op straffe van een dwangsom,
b) hoofdelijk wordt veroordeeld in de proceskosten en de nakosten, vermeerderd met de
wettelijke rente indien deze niet binnen 14 dagen na betekening van het in deze zaak te
wijzen vonnis zijn voldaan.
3.2. Achmea voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Achmea heeft de inschrijvingen van IJBG en ABC Taxi terzijde gelegd omdat deze inschrijvingen volgens haar abnormaal laag zijn. Zij heeft dit niet – zoals IJBG en ABC Taxi vermoedden – gedaan omdat IJBG en ABC Taxi niet aan de in de leidraad gestelde (kwaliteits)eisen zouden voldoen.
4.2. IJBG en ABC Taxi stellen zich op het standpunt dat Achmea ten onrechte hun inschrijvingen terzijde heeft gelegd. Volgens hen is geen sprake van een abnormale lage inschrijving als bedoeld in artikel 56 van het Besluit Aanbestedingsregels voor Overheidsopdrachten van 16 juli 2005 (hierna te noemen: “het BAO”) maar van een scherpe marktconforme inschrijving.
4.3. Het wordt ervoor gehouden dat Achmea – zoals zij aanvoert – geen aanbestedende dienst is in de zin van de richtlijn 2004/18/EG van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (hierna te noemen: “de richtlijn”) en het Besluit Aanbestedingsregels voor Overheidsopdrachten van 16 juli 2005 (hierna te noemen: “het BAO”). Daartoe is het volgende redengevend.
Achema kan slechts als aanbestedende dienst in de zin van de richtlijn en het BAO worden aangemerkt indien zij kan worden aangemerkt als een publiekrechtelijke instelling in de zin van de richtlijn en het BAO. Een ‘publiekrechtelijke instelling’ in de zin van de richtlijn en het BAO is iedere instelling:
a) die is opgericht met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen
belang die niet van industriële of commerciële aard zijn,
b) die rechtspersoonlijkheid bezit, en
c) waarvan ofwel de activiteiten in hoofdzaak door de staat, de territoriale lichamen
of andere publiekrechtelijke instellingen worden gefinancierd, ofwel het beheer
onderworpen is aan toezicht door deze laatste, ofwel de leden van het bestuursorgaan,
het leidinggevend of het toezichthoudend orgaan voor meer dan de helft door de staat,
de territoriale lichamen of andere publiekrechtelijke instellingen zijn aangewezen
(artikel 1 lid 9 van de richtlijn en artikel 1 sub q BAO).
Deze onder a tot en met c genoemde voorwaarden gelden cumulatief, zodat een instelling bij het ontbreken van een van die voorwaarden niet als een publiekrechtelijke instelling en dus ook niet als een aanbestedende dienst kan worden beschouwd. Dat aan deze voorwaarden is voldaan is niet gebleken.
4.4. Het voorgaande betekent dat aan de hand van de normen van redelijkheid en billijkheid, die ook in de precontractuele fase, een rol spelen moet worden beoordeeld of Achmea de inschrijvingen van IJBG en ABC Taxi terzijde heeft mogen leggen. De regels van het aanbestedingsrecht kunnen – zoals ook door Achmea wordt onderkend – een rol spelen bij de invulling van deze normen.
4.5. In het onderhavige geval wordt aansluiting gezocht bij artikel 56 BAO. De aanbesteder kan op grond van dit artikel een inschrijving afwijzen indien een inschrijving is gedaan die in verhouding tot de te verrichten werken abnormaal laag lijkt. De aanbesteder kan hiertoe echter pas overgaan nadat hij de inschrijver schriftelijk heeft verzocht om de door hem nodig geachte verduidelijkingen over de samenstelling van de inschrijving te verstrekken en hij in overleg met de inschrijver de samenstelling aan de hand van de ontvangen toelichtingen heeft onderzocht.
4.6. Partijen zijn het erover eens dat aan het vereiste inhoudende dat eerst aan de inschrijver om verduidelijking dient te worden gevraagd is voldaan. Dat dit het geval is, volgt overigens ook uit de brieven die [A] op 28 oktober 2008 aan IJBG en ABC Taxi heeft verzonden.
4.7. Partijen verschillen slechts van mening over de beantwoording van de vraag of de door IJBG en ABC Taxi geoffreerde prijs als abnormaal laag kan worden aangemerkt.
In dit verband wordt het volgende overwogen.
4.8. Van een abnormale lage inschrijving als bedoeld in artikel 56 BAO kan sprake zijn indien het gaat om zodanig lage tarieven dat de aanbesteder gegronde redenen heeft om te vrezen dat de inschrijver een fout heeft gemaakt of een dumpprijs heeft aangeboden, teneinde letterlijk tegen elke prijs de opdracht te verkrijgen. Het gaat derhalve om tarieven die lager zijn dan gewoon laag.
In dergelijke gevallen ligt het in de rede dat de inschrijver in de uitvoeringsfase pogingen zal ondernemen om zijn al dan niet ingecalculeerde verlies goed te maken door te korten op de uitvoering. De aanbesteder wordt dan geconfronteerd met een inschrijver die zijn inschrijving niet kan waar maken.
4.9. Achmea is op grond van een vergelijking van de prijzen van IJBG en ABC Taxi met:
(i) de prijzen van de na IJBG en ABC Taxi laagst biedende inschrijver, en
(ii) de door haar – op basis van de tien jaar ervaring die zij met het reguleren van de inkoop
van zittend ziekenvervoer heeft opgedaan – vastgestelde referentieprijzen,
tot de conclusie gekomen dat de inschrijvingen van IJBG en ABC Taxi abnormaal laag zijn.
4.10. Uit de in 2.12 weergegeven tabel volgt dat – zoals Achmea aanvoert – IJBG en ABC Taxi op elk van de vijftien percelen waarop zij hebben ingeschreven substantieel lager hebben geoffreerd dan de per perceel na hen laagst biedende inschrijver. Immers, de procentuele afwijking per perceel varieert tussen de 28,5% en 97,7% en ten aanzien van tien percelen bedraagt die afwijking 50% of meer. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat de percelen 78, 79 en 80 de grootste percelen zijn, in die zin dat in het daarmee corresponderende gebied het meeste gebruik zal worden gemaakt van zittend ziekenvervoer, en dat ten aanzien van die percelen de procentuele afwijking zeer hoog is, namelijk 78,4% ten aanzien van perceel 78, 81,8% ten aanzien van perceel 79 en en 97,7% ten aanzien van perceel 80.
Verder geldt dat de overige inschrijvers voor een nog hoger bedrag hebben ingeschreven dan de na IJBG en ABC Taxi laagst biedende inschrijver.
4.11. Het is voldoende aannemelijk dat de door Achmea gehanteerde referentieprijzen aanmerkelijk hoger waren dan de op één na laagste biedingen die zijn gedaan.
Achmea heeft in dit verband aangevoerd dat de huidige vervoerders van de percelen 78,
79 en 80 (zijnde de grootste percelen waarvoor IJBG en ABC Taxi hebben ingeschreven) een prijs hanteren van EUR 2,209 (perceel 78) respectievelijk EUR 2,188 (perceel 79), respectievelijk EUR 2,209 (perceel 80), terwijl IJBG en ABC Taxi voor deze percelen een prijs rekenen van EUR 0,88. Het betreft hier een procentuele afwijking van respectievelijk 151,02%, 148,64% en 137,50%.
IJBG en ABC Taxi hebben dit alles niet weersproken.
4.12. Hetgeen in 4.10 en 4.11 is overwogen, rechtvaardigt het vermoeden van Achmea dat de inschrijvingen van IJBG en ABC Taxi abnormaal laag zijn. Het is vervolgens aan IJBG en ABC Taxi om dit vermoeden te ontkrachten. Geconcludeerd wordt dat zij dit niet hebben gedaan. Zij hebben geen overtuigende verklaring gegeven voor het feit dat de door hen geoffreerde prijzen substantieel lager zijn dan de prijzen van (i) de na hen laagst biedende inschrijver en (ii) de door Achmea vastgestelde referentieprijzen.
Dit wordt als volgt gemotiveerd.
4.12.1. De in 2.7 en 2.8 weergegeven toelichting die IJBG en ABC Taxi bij brief van
6 november 2008 respectievelijk 5 november 2008 geeft onvoldoende verklaring voor het substantiële verschil tussen de prijzen van IJBG en ABC Taxi en de prijzen van (i) de na hen laagst biedende inschrijver en (ii) de door Achmea vastgestelde referentieprijzen en
geven onvoldoende inzicht in de omstandigheden die een rol hebben gespeeld bij de prijsvorming van IJBG en ABC Taxi.
Deze toelichting komt – kort gezegd – erop neer dat IJBG en ABC Taxi ook voor andere projecten, zoals het vervoer voor Connexxion en het zittend ziekenvervoer dat IJBG
thans voor Achema in de regio Capelle aan den IJssel verzorgt, het vervoer voor de door haar geoffreerde prijs of zelfs nog lagere prijs verzorgt. Dit is echter onvoldoende om het vermoeden dat sprake is van een abnormaal lage prijs weg te nemen. Het is namelijk onvoldoende gebleken dat deze projecten vergelijkbaar zijn met het zittend ziekenvervoer dat Achmea via de in dit geding aan de orde zijnde inkoopprocedure wenst uit te besteden en meer in het bijzonder dat aan het vervoer dat IJBG en ABC Taxi uit hoofde van deze projecten verzorgt dezelfde (kwaliteits)eisen worden gesteld als aan het onderhavige vervoer. Achmea heeft dit betwist en IJBG en ABC Taxi hebben hun stelling dat dit wel het geval is, in het licht van deze betwisting, onvoldoende onderbouwd.
Voorts hebben IJBG en ABC Taxi nagelaten om inzicht te geven in hoeverre omstandig-heden zoals:
- de tijd die met bepaalde ritten is gemoeid,
- de tijd die met het in- en uitstappen gepaard gaat,
- de wachttijden, en
- het vervoer met of zonder rolstoel,
een rol hebben gespeeld bij de prijsvorming. Dit had wel op hun weg gelegen.
4.12.2. Verder geldt dat het onvoldoende aannemelijk is dat de prijzen van de één na laatste lage biedingen – zoals IJBG en ABC Taxi stellen en Achmea betwist – abnormaal “hoog” zijn. Daartoe is het volgende redengevend.
IJBG en ABC Taxi hebben de door Achmea gestelde tienjarige ervaring met het reguleren van de inkoop van zittend ziekenvervoer niet betwist. Voorts is niet gebleken dat de op basis van deze ervaring door Achmea vastgestelde referentieprijzen onjuist zouden zijn.
Achmea behoefde gelet op haar hiervoor weergegeven ervaring en de aan de hand daarvan vastgestelde referentieprijzen de inschrijfprijzen van de één na laagste biedingen niet als abnormaal hoog aan te merken. Ter illustratie dient het volgende voorbeeld.
De referentieprijzen voor de percelen 78, 79 en 80 zijn zoals in 4.11 is vermeld, vastgesteld op EUR 2,209 voor perceel 78, EUR 2,188 voor perceel 79 en EUR 2,209 voor perceel 80, terwijl de inschrijfprijzen van de één na laagste biedingen voor deze percelen respectievelijk EUR 1,57 (perceel 78), EUR 1,60 (perceel 79) en EUR 1,74 (perceel 80) bedragen. Dat deze inschrijfprijzen abnormaal “hoog” zouden zijn, is dan ook niet aannemelijk.
4.12.3. IJBG en ABC Taxi hebben verder geen feiten en omstandigheden aangevoerd die een verklaring geven voor het feit dat de door hen geoffreerde prijzen substantieel lager zijn dan de prijzen van (i) de na hen laagst biedende inschrijver en (ii) de door Achmea vastgestelde referentieprijzen.
De door IJBG en ABC Taxi aangevoerde omstandigheid dat ze meerdere passagiers uit dezelfde buurt kunnen meenemen en dat haar wachttijden beperkt zijn, verklaren onvoldoende het substantiële prijsverschil met de andere inschrijvers. Het is namelijk voldoende aannemelijk dat – zoals Achmea ook aanvoert – deze omstandigheden ook voor de andere inschrijvers zullen gelden.
4.13. Op grond van hetgeen in 4.10 tot en met 4.12 is overwogen, wordt geconcludeerd dat het voldoende aannemelijk is dat de inschrijvingen van IJBG en ABC Taxi abnormaal laag zijn en dat Achmea gelet daarop terecht vreest dat IJBG en ABC Taxi de verplichtingen die uit de met hen te sluiten overeenkomst voortvloeien niet naar behoren, dat wil zeggen met inachtneming van de in de inkoopprocedure gestelde kwaliteitseisen, zullen kunnen nakomen. Dit levert voldoende grond op om hun inschrijvingen terzijde te leggen. De vorderingen van IJBG en ABC Taxi zullen dan ook worden afgewezen.
4.14. IJBG en ABC Taxi zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Achmea worden begroot op:
- vast recht EUR 254,00
- overige kosten 0,00
- salaris procureur 816,00
Totaal EUR 1.070,00
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. wijst de vorderingen van IJBG en ABC Taxi af,
5.2. veroordeelt IJBG en ABC Taxi in de proceskosten, aan de zijde van Achmea tot op heden begroot op EUR 1.070,00,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schepen en in het openbaar uitgesproken op 30 januari 2009.?