ECLI:NL:RBUTR:2009:BH0360
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Jeugdstrafrecht: Verkrachting door een minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 20 januari 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, die beschuldigd werd van het verkrachten van een minderjarige vrouw op 19 februari 2008. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de aangeefster op zijn scooter naar een park heeft meegenomen, waar hij meermalen met zijn vingers in haar vagina is gegaan en uiteindelijk zijn penis in haar vagina heeft gebracht. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster als geloofwaardig en betrouwbaar beoordeeld, ondersteund door getuigenverklaringen van haar stiefvader en moeder, die bevestigden dat zij erg overstuur was na het voorval. De verdachte heeft de verklaringen van de aangeefster ontkend, maar zijn eigen verklaring werd niet ondersteund door andere bewijsmiddelen.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks de duidelijke signalen van de aangeefster dat zij geen seks wilde, haar verzet heeft genegeerd en haar uiteindelijk heeft gedwongen tot seksuele handelingen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan verkrachting en hem een jeugddetentie van acht maanden opgelegd, waarvan vier maanden voorwaardelijk. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot het betalen van €1500,- schadevergoeding aan de benadeelde partij. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij een blanco strafblad had. De uitspraak benadrukt de ernst van seksuele geweldpleging, ook wanneer er geen fysiek geweld is gebruikt, en de impact die dit heeft op het slachtoffer.