ECLI:NL:RBUTR:2008:BH1308
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- S.C. Hagedoorn
- L.E. Verschoor-Bergsma
- M.H.L. Schoenmakers
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor poging doodslag en veroordeling voor bedreiging met een mes
In de strafzaak tegen de verdachte, die op 12 december 2008 door de Rechtbank Utrecht werd behandeld, stond de verdachte terecht voor de poging tot doodslag en zware mishandeling van een aangever, alsook voor bedreiging met een mes. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de aangever met een mes had bedreigd, maar dat er onvoldoende bewijs was voor de poging tot doodslag of zware mishandeling. De verdachte sprak de Engelse taal, wat de geloofwaardigheid van de verklaringen van de aangever versterkte. De rechtbank achtte het tweede feit, de bedreiging, wettig en overtuigend bewezen, maar sprak de verdachte vrij van het eerste feit. De rechtbank overwoog dat de verdachte strafbaar was, omdat er geen omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten. Gezien het strafblad van de verdachte, dat onder andere soortgelijke delicten omvatte, werd een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd die gelijk was aan de tijd die de verdachte al in voorarrest had doorgebracht. De rechtbank besloot geen verplicht reclasseringscontact op te leggen, omdat de verdachte al eerder was veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaar, waarin deze voorwaarde al was opgenomen. De rechtbank verklaarde het in beslag genomen mes verbeurd, aangezien dit was gebruikt bij de bedreiging. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de andere rechters aanwezig waren, en de griffier de zitting bijwoonde.