Verdachte heeft ontkend dat hij het slachtoffer heeft verkracht en dat hij met geweld haar telefoon gestolen heeft.
De rechtbank acht de verklaringen van verdachte niet geloofwaardig.
De rechtbank overweegt daarbij dat verdachte diverse verklaringen heeft afgelegd en vanaf het begin af aan geen openheid van zaken heeft gegeven en voorts heeft verdachte meermalen, wanneer hij met tegenstrijdigheden of met feiten werd geconfronteerd, zijn verklaring daarop aangepast.
Zo heeft verdachte op 19 februari 2008 verklaard dat hij zich niet kan herinneren dat hij wel eens binnen is geweest in woningen op de [adres], met uitzondering van de woning waar zijn oma heeft gewoond. Wanneer men verdachte een plattegrond van de [adres] voorhoudt, verklaart verdachte niet te weten wie er in het eerste portiek (het portiek waar zich onder andere de woning van het slachtoffer bevindt) op de [adres], gezien vanaf de [adres], woont.
Verdachte verklaart van niets te weten, als hij geconfronteerd wordt met het feit dat zijn simkaart in een Samsung D800 (de gsm van het slachtoffer) heeft gezeten en dat volgens de aangifte deze telefoon van een vrouw was gestolen door een jongen die zich [verdachte] noemde en haar had verkracht.
Op 20 februari 2008 verklaart verdachte niet te weten hoe het kan dat de betreffende gsm bij zijn oom [oom verdachte] is aangetroffen.
Voorts wordt verdachte voorgehouden dat hij begin januari 2008 op de [adres] met een vrouw (het slachtoffer) zou hebben gesproken, terwijl hij in een witte bus zat en dat de vrouw een sigaret van hem gekregen zou hebben. Verdachte verklaart dat hij zich daar niets van kan herinneren en dat een witte bus hem niets zegt.
Vervolgens heeft verdachte bij de rechter-commissaris op 21 februari 2008 verklaard dat hij de bedoelde telefoon heeft gevonden in een portiek op de [adres]. Wanneer de rechter-commissaris hem voorhoudt dat het nummer van het slachtoffer in zijn, verdachtes, telefoon staat, verklaart verdachte dat hij haar kent en een keer op straat heeft gezien, maar dat hij niet weet of hij in haar woning aan de [adres] is geweest.
Wanneer de rechter-commissaris verdachte voorhoudt dat uit het dossier blijkt dat hij, verdachte voor een koeriersbedrijf werkt, verklaart verdachte dat de vrouw hem inderdaad, vanwege zijn werk, wel in een witte bus gezien kan hebben.
Op 26 februari 2008 verklaart verdachte dat hij het slachtoffer begin januari 2008 op de [adres] heeft gesproken toen hij in een witte bestelbus zat en dat hij haar een sigaret heeft gegeven. Verdachte verklaart voorts dat het slachtoffer hem op 11 januari 2008 heeft gebeld en dat hij naar haar woning is gegaan, gelegen op de bovenste verdieping van het eerste portiek (gezien vanaf de [adres]). In de slaapkamer van de woning gaf het slachtoffer aan dat zij seks met hem wilde. Op het moment dat hij aangaf dat hij daar geen zin in had dreigde het slachtoffer uit het raam te springen. Zij maakte het raam open en was van plan er uit te springen. Hij heeft haar bij het raam weggetrokken en op dat moment viel haar telefoon naar beneden. Hij is vervolgens weggegaan en heeft beneden de telefoon gezocht en deze naast het portiek in de bosjes gevonden en meegenomen.
Voorts heeft verdachte verklaard dat het slachtoffer aan zijn piemel heeft gezeten en hem heeft afgetrokken en dat het sperma op zijn broek of op het matras terecht is gekomen.
Op 19 maart 2008 verklaart verdachte dat hij zich na het verhoor op 26 februari 2008 herinnerde dat hij in de handen van het slachtoffer was klaargekomen en dat zij zichzelf met het sperma op haar handen heeft gevingerd.
Men houdt verdachte voor dat de slaapkamer van het slachtoffer zich aan de achterzijde van de woning bevindt en dat hij verdachte heeft verklaard dat hij de telefoon van het slachtoffer aan de voorzijde van de flat gevonden heeft.
Verdachte verklaart daarop dat zij eerst probeerde het raam in de slaapkamer te openen en toen dat niet lukte rende zij naar de woonkamer en opende daar het raam.
Op de vraag waarom hij dit niet eerder heeft verteld antwoordt verdachte dat men hem daar niet naar heeft gevraagd.
Voorts blijkt uit de foto op pagina 409 van het proces-verbaal van bevindingen dat het slaapkamerraam van de woning van het slachtoffer wel geopend kan worden.