ECLI:NL:RBUTR:2008:BH0615

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
30 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/601125-08
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere woninginbraken met bijzondere voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 30 december 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere woninginbraken. De verdachte, geboren in 1984 in Guinee en thans gedetineerd in PI Utrecht, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft de verdachte beschuldigd van vier feiten van diefstal, waarbij hij zich telkens toegang tot de woningen heeft verschaft door middel van inklimming of braak. De feiten vonden plaats in Utrecht tussen september 2007 en september 2008. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in één geval de woning betrad terwijl de bewoners thuis waren, wat de ernst van de feiten vergroot. De rechtbank heeft de eis van de officier van justitie, die een gevangenisstraf van 12 maanden had geëist, passend geacht, maar heeft besloten het voorwaardelijke deel van de straf ruimer te nemen dan geëist, rekening houdend met het blanco strafblad van de verdachte en het reclasseringsrapport. De rechtbank heeft ook de bewaring van in beslag genomen goederen gelast, omdat er geen rechthebbende kon worden aangemerkt. De uitspraak is gedaan na een openbare terechtzitting op 30 december 2008, waarbij de rechtbank de overtuiging heeft gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
Parketnummer: 16/601125-08
Datum uitspraak: 30 december 2008
Verkort vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken op tegenspraak
gewezen in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1984 te [geboorteplaats] (Guinee),
thans gedetineerd in PI Utrecht – HvB locatie Nieuwegein te Nieuwegein.
Raadsvrouw: mr. M. Hoekzema.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
16 december 2008.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 16 september 2007 te Utrecht, althans in het arrondissement Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning aan de [adres] (nummer [huisnummer] aldaar) heeft/hebben weggenomen:
- een GSM (IMEI-nummer 354555/00/0116207) en/of
- een mp3-speler (merk iPod) en/of
- een portemonnee (met inhoud) en/of
- een ID-kaart en/of
- een bankpas (Postbank) en/of
- een geldbedrag (in totaal 200 euro) en/of
- een of meerdere sigaret(ten) (merk Marlboro) en/of
- een aansteker (kleur zwart),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van inklimming, immers is/zijn hij, verdachte en/of zijn mededader(s), op het balkon geklommen en/of vervolgens voornoemde woning ingegaan (en/of heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s), bij het verlaten van voornoemde woning een deur opengebroken);
2.
hij in of omstreeks de periode van 23 december 2007 tot en met 25 december 2007 te Utrecht, althans in het arrondissement Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning en/of de bij de woning behorende tuin (aan [adres], nummer [huisnummer] aldaar) heeft/hebben weggenomen een (oma)fiets en/of een (huis)sleutel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2] en/of [Bedrijf 1], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s), zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
- braak op en/of verbreking van een (uitzet)raam en/of
- (vervolgens) voornoemde woning via het ontstane gat in te klimmen en/of
- (vervolgens) met een valse sleutel de (achter)deur van de woning te openen;
3.
hij in of omstreeks de periode van 28 december 2007 tot en met 4 januari 2008 te Utrecht, althans in het arrondissement Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning (aan de [adres] aldaar) heeft/hebben weggenomen:
- een horloge (kleur zilver) en/of
- een of meerdere DVD('s) en/of
- een webcam (merk KPN) en/of
- een fles parfum (Emporio Armani) en/of
- een (reis)tas (kleur grijs),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3] en/of [aangever 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van inklimming (via het schuurtje van de buren), immers is/zijn hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (vervolgens) via het openstaande bovenlicht de woning ingeklommen;
4.
hij op of omstreeks 21 september 2008 te Utrecht, althans in het arrondissement Utrecht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning (aan de [adres] aldaar) weg te nemen (een) goed(eren) en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot voornoemde woning te verschaffen en / of die / dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik te brengen door middel van inklimming, immers is hij,
verdachte, door het (schuif)raam naar binnen geklommen, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 t/m 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan op de wijze dat:
1.
hij op 16 september 2007 te Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning aan de [adres] (nummer [huisnummer] aldaar) heeft weggenomen:
- een GSM (IMEI-nummer 354555/00/0116207) en
- een mp3-speler (merk iPod) en
- een portemonnee (met inhoud) en
- een ID-kaart en
- een bankpas (Postbank) en
- een geldbedrag (in totaal 200 euro) en
- sigaretten (merk Marlboro) en
- een aansteker (kleur zwart),
toebehorende aan [aangever 1], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming, immers is hij, verdachte, op het balkon geklommen en vervolgens voornoemde woning ingegaan;
2.
hij in de periode van 23 december 2007 tot en met 25 december 2007 te Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning en de bij de woning behorende tuin (aan [adres] aldaar) heeft weggenomen een (oma)fiets en een (huis)sleutel, toebehorende aan [aangever 2] en/of [Bedrijf 1], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door
- braak op een (uitzet)raam en
- vervolgens voornoemde woning via het ontstane gat in te klimmen en
- vervolgens met een valse sleutel de (achter)deur van de woning te openen;
3.
hij in de periode van 28 december 2007 tot en met 4 januari 2008 te Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning (aan de [adres] aldaar) heeft weggenomen:
- een horloge (kleur zilver) en
- DVD's en
- een webcam (merk KPN) en
- een fles parfum (Emporio Armani) en
- een (reis)tas (kleur grijs),
toebehorende aan [aangever 3] en/of [aangever 4], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming (via het schuurtje van de buren), immers is hij, verdachte, via het bovenlicht de woning ingeklommen;
4.
hij op of omstreeks 21 september 2008 te Utrecht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning (aan de [adres] aldaar) weg te nemen (een) goed(eren) en/of geld, toebehorende aan [aangever 4], en zich daarbij de toegang tot voornoemde woning te verschaffen en die / dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik te brengen door middel van inklimming, door het (schuif)raam naar binnen is geklommen, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1 t/m 4 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
De strafbaarheid van de feiten
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 t/m 4 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 t/m 4 bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
Feit 1 en 3:
Telkens: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming.
Feit 2:
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en inklimming .
Feit 4
Poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming.
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Motivering van de op te leggen sancties
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat verdachte ter zake van de onder 1 t/m 4 ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot -kort gezegd-:
- een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan
3 maanden voorwaardelijk met reclasseringstoezicht.
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- de inhoud van een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie
d.d. 24 oktober 2008, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder veroordeeld is voor enig strafbaar feit.
- een voorlichtingsrapport betreffende de verdachte van Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering d.d. 11 december 2008, opgemaakt door R. Jacobs, reclasseringswerker, waarin wordt geconcludeerd dat verdachte ondersteuning behoeft op het gebied van huisvesting, financiën, werk, alcoholgebruik en emotioneel welzijn;
Wat betreft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan oordeelt de rechtbank als volgt.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan vier woninginbraken. In één geval waren de bewoners thuis, hetgeen verdachte niet heeft gehinderd om te zoeken naar voorwerpen die hij voor eigen gewin zou kunnen gebruiken. Uit de houding van verdachte ter zitting valt niet op te maken dat verdachte enige vorm van spijt heeft van zijn handelen. De rechtbank rekent hem dit zwaar aan en acht de eis van de officier van justitie op zichzelf passend. De rechtbank ziet echter in het blanco strafblad van verdachte en het uitgebrachte reclasseringsrapport aanleiding het voorwaardelijk deel van de op te leggen gevangenisstraf ruimer te nemen dan door de officier van justitie geëist.
De rechtbank acht, alles afwegende, een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur met reclasseringstoezicht passend en geboden.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van het blanco strafblad van verdachte met deze straf, die iets lager is dan door de officier van justitie is gevorderd, worden volstaan.
Bewaring in beslag genomen goederen:
Met betrekking tot de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
1. één zwarte AXA sleutel;
2. één gouden ring;
3. één zilveren armband;
4. één blauwe Sandisk geheugenkaart;
5. één zwarte 2 GB Sandisk kaart;
6. drie bonuskaarten;
7. drie losse sleutels van diverse merken,
kan thans geen persoon als rechthebbende worden aangemerkt. De rechtbank zal de bewaring van deze voorwerpen ten behoeve van de rechthebbende gelasten.
De toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 45, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
DE BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt:
Verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 t/m 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor vermeld, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder 1 t/m 4 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart dat het onder 1 t/m 4 bewezenverklaarde strafbaar is en dat dit de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een GEVANGENISSTRAF voor de duur van
12 (twaalf) maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders mocht worden gelast.
Stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
Bepaalt dat de tenuitvoerlegging kan worden gelast indien:
- de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
- de veroordeelde na te melden bijzondere voorwaarde niet naleeft:
- dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de door of namens het Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering te geven aanwijzingen, zolang die reclasseringsinstelling dat nodig acht, met opdracht aan voornoemde instelling de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Gelast de bewaring van de hierboven onder 1 t/m 7 genoemde voorwerpen ten behoeve van de rechthebbende.
Dit vonnis is gewezen door mrs. P. Bender, A. Wassing en D.C.P.M. Straver, bijgestaan door mr. P. Groot-Smits als griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 december 2008.