ECLI:NL:RBUTR:2008:BG9136
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.W. Veenendaal
- P. Bender
- A.J.P. Schotman
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal door verenigde personen
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 9 december 2008, is de verdachte veroordeeld voor het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en voor diefstal van elektriciteit. De zaak betreft een hennepkwekerij die in een woning was opgezet, waarbij de verdachte samen met een medeverdachte betrokken was. De rechtbank baseerde haar oordeel op getuigenverklaringen van buren die de verdachte en zijn medeverdachte met vuilniszakken zagen lopen en op de verklaring van de verdachte zelf, die toegaf de medeverdachte te hebben geholpen met het verhuizen van spullen. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte bij het opzetten van de kwekerij.
De rechtbank achtte het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de hennepkwekerij had ingericht en de elektriciteit had gemanipuleerd, waardoor deze niet correct werd gemeten. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten, maar werd wel strafbaar verklaard. Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat het kweken van hennepplanten een ernstige criminele activiteit is die schade toebrengt aan de maatschappij en gezondheidsrisico's met zich meebrengt. De verdachte kreeg een werkstraf van 100 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaar opgelegd.