ECLI:NL:RBUTR:2008:BG9117
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijkende bedingen in huurovereenkomst en goedkeuring door de kantonrechter
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Utrecht op 10 december 2008 uitspraak gedaan in een verzoek tot goedkeuring van afwijkende bedingen in een huurovereenkomst. De verzoekers, [H] sr., [C] jr. en de besloten vennootschap Woonwinkel Wilnis B.V., hebben op 1 oktober 2008 een verzoekschrift ingediend, dat op 5 november 2008 ter zitting is behandeld. De vader van [C] jr., [C] sr., huurde sinds 2003 een gedeelte van een pand in Wilnis van [H] sr. voor de Woonwinkel Wilnis. Per 1 augustus 2008 heeft [C] jr. de huur opgezegd, maar kwam hierop terug omdat hij geen alternatieve ruimte kon vinden. [H] sr. was bereid om [C] jr. de achterzijde van het pand opnieuw te verhuren, wat leidde tot de onderhavige huurovereenkomst.
De huurovereenkomst werd aangegaan voor een bepaalde duur van vijf jaar, tot 31 juli 2013, met afwijkingen van de wettelijke termijnbescherming. De kantonrechter moest beoordelen of deze afwijkingen de rechten van de huurder wezenlijk aantasten. De rechter oordeelde dat de bedingen een aanzienlijke verkorting van de huurtermijn inhielden, wat in beginsel een wezenlijke aantasting van de rechten van de huurder betekende. Echter, gezien de omstandigheden en de verwevenheid van de partijen, concludeerde de kantonrechter dat er geen wezenlijke aantasting van de rechten van de huurder was.
De kantonrechter verleende goedkeuring aan de afwijkende bedingen, met uitzondering van het beding dat de huurovereenkomst van rechtswege eindigde op 31 juli 2013. De rechter oordeelde dat de huurovereenkomst materieel gezien een voortzetting was van de eerdere overeenkomst, en dat de investering door Woonwinkel Wilnis B.V. gering was. De beslissing werd genomen met inachtneming van de wettelijke bepalingen en de belangen van beide partijen, waarbij de proceskosten werden gecompenseerd.