ECLI:NL:RBUTR:2008:BG9045
Rechtbank Utrecht
- Kort geding
- J. Sap
- C. Slothouber
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil na brand in gehuurde woning met vermoedelijke brandstichting
In deze zaak gaat het om een kort geding tussen [eiser] en [gedaagde] betreffende de gevolgen van brand in de gehuurde woning van [eiser]. [Eiser] huurt sinds 1 oktober 2001 een houten chalet van [gedaagde] voor een huurprijs van € 400,-- per maand, met een voorschot op de kosten voor water en elektriciteit. In de periode voorafgaand aan de brand heeft [eiser] herhaaldelijk problemen ervaren met de nutsvoorzieningen, waarvoor hij [gedaagde] in 2007 al in kort geding had gedagvaard. Op 16 mei 2008 en 23 juli 2008 zijn er branden in de woning van [eiser] uitgebroken, waarbij de oorzaak onbekend is, maar er bestaat een vermoeden van brandstichting. [Eiser] heeft zijn woning kunnen herbouwen met verzekeringsgeld, maar vordert nu van [gedaagde] dat hij de herstelwerkzaamheden aan de woning start en dat hij een stacaravan op het perceel plaatst voor de duur van de herstelwerkzaamheden.
De kantonrechter oordeelt dat het niet uitgesloten kan worden dat [gedaagde] betrokken is geweest bij de branden, gezien de voorgeschiedenis van conflicten tussen partijen en eerdere aangiftes van [eiser] tegen [gedaagde]. De kantonrechter wijst de vordering van [eiser] af om de huurovereenkomst te ontbinden, maar blokkeert voorlopig de ontbinding door [gedaagde] op grond van artikel 7:210 BW. De rechter oordeelt dat het onaanvaardbaar zou zijn als [gedaagde] gebruik zou maken van de ontbinding, terwijl zijn betrokkenheid bij de branden nog niet is vastgesteld. De rechter wijst de proceskosten toe aan [gedaagde].