ECLI:NL:RBUTR:2008:BG8859
Rechtbank Utrecht
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Geschil over de rechtsgeldigheid van een proeftijdbeding in een arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft eiser, [eiser], een kort geding aangespannen tegen zijn werkgever, Nuvema, over de rechtsgeldigheid van een proeftijdbeding in zijn arbeidsovereenkomst. Eiser is per 1 september 2008 in dienst getreden als buitendienstadviseur, maar heeft de arbeidsovereenkomst niet ondertekend. Nuvema heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd, onder verwijzing naar het proeftijdbeding, nadat eiser zich ziek had gemeld. Eiser stelt dat er geen rechtsgeldig proeftijdbeding is omdat de arbeidsovereenkomst niet ondertekend is en er geen CAO van toepassing is. Hij vordert betaling van zijn salaris en stelt dat hij in financiële problemen verkeert.
Nuvema voert verweer en stelt dat het schriftelijkheidsvereiste van het proeftijdbeding is nageleefd, omdat dit in de arbeidsovereenkomst is opgenomen en dat eiser impliciet akkoord is gegaan door zijn werkzaamheden te aanvaarden. De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de communicatie tussen partijen over de arbeidsovereenkomst en het proeftijdbeding. De rechter oordeelt dat eiser voldoende gelegenheid heeft gehad om de arbeidsovereenkomst te bekijken en dat hij niet tijdig bezwaar heeft gemaakt tegen het proeftijdbeding.
Uiteindelijk komt de kantonrechter tot de conclusie dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er geen rechtsgeldig proeftijdbeding is overeengekomen. De vordering van eiser wordt afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van Nuvema. Dit vonnis is uitgesproken op 7 november 2008 door kantonrechter W.N.L. Donker.