ECLI:NL:RBUTR:2008:BG8353

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
24 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
203471 / HAZA 05-2274
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de huwelijksgemeenschap na overlijden van de vrouw zonder erfgenamen

In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Utrecht, betreft het de verdeling van de huwelijksgemeenschap tussen twee ex-echtgenoten na het overlijden van de vrouw, die geen bekende erfgenamen had. De procedure werd gestart door de vrouw, die als eiseres in conventie optrad, maar na haar overlijden op 15 augustus 2008, werd de zaak complexer. De advocaat van de vrouw meldde dat haar kinderen de erfenis hadden verworpen en dat er geen andere erfgenamen bekend waren. Dit leidde tot de vraag of de eis in conventie nog kon worden voortgezet, aangezien er geen opdrachtgever meer was.

De rechtbank overwoog dat, volgens artikel 225 Rv, de dood van een partij kan leiden tot schorsing van het geding, maar dat dit door de andere partij ingeroepen moet worden. Aangezien er geen schorsing was aangevraagd, besloot de rechtbank om het vonnis te wijzen op naam van de overleden eiseres. De rechtbank constateerde dat er geen belang meer was aan de zijde van de vrouw, omdat er geen erfgenamen waren die aanspraak konden maken op de vorderingen die zij had ingediend.

De rechtbank wees de vorderingen van de vrouw af, omdat er geen aanspraken in nalatenschappen waren die tot de huwelijksgoederengemeenschap behoorden. De woning en de hypothecaire leningen werden toegewezen aan de gedaagde, de ex-echtgenoot. De rechtbank benoemde een deskundige voor de waardering van de woning, maar deze taxatie bleef uit, omdat de deskundige eerder betrokken was geweest bij de taxatie van de woning. Uiteindelijk besloot de rechtbank dat de woning en de hypotheek aan de gedaagde werden toebedeeld zonder verdere verrekening, gezien het gebrek aan belang aan de zijde van de overleden vrouw. De kosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 203471 / HA ZA 05-2274
Vonnis van 24 december 2008
in de zaak van
[eiseres]
wonende te [woonplaats]
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. M. Huisman,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. I.P.M. Boelens.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 16 januari 2008;
- de brief van 15 augustus 2008 van de advocaat van [eiseres];
- akte van de zijde van [gedaagde].
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling in conventie en in reconventie
2.1. De rechtbank blijft bij en verwijst naar hetgeen zij in het tussenvonnis van 21 maart 2007 en dat van 16 januari 2008 heeft overwogen en beslist.
2.2. Bij brief van 15 augustus 2008 heeft de advocaat van [eiseres] aan de rechtbank bericht dat [eiseres] is overleden, haar kinderen de erfenis hebben verworpen en niet duidelijk is of er overige erfgenamen zijn. Nu er geen opdrachtgever meer is heeft de advocaat zich niet in staat verklaard.
[gedaagde] stelt dat daarmee de eis in conventie is vervallen nu deze niet wordt overgenomen en heeft vonnis gevraagd.
2.3. De rechtbank overweegt dat zich aan de zijde van [eiseres] geen andere advocaat heeft gesteld en dat na de uitlating van [gedaagde] volgens artikel 8.3 van het reglement civiele rol bij rechtbanken, vonnis is bepaald. Artikel 225 Rv brengt met zich dat de dood van een partij grond voor schorsing van het geding is doch dat zulks dient te worden ingeroepen. Lid 2 van artikel 225 Rv bepaalt dat indien geen schorsing wordt ingeroepen het geding op naam van de oorspronkelijke partij wordt voortgezet. Nu niet om schorsing is verzocht zal de rechtbank vonnis wijzen op naam van [eiseres].
Nalatenschappen
2.4. Ten aanzien van de nalatenschappen waarvan [gedaagde] heeft gesteld dat de aanspraken die [eiseres] hierin heeft dienen te worden verdeeld, overweegt de rechtbank dat deze aanspraken niet zijn komen vast te staan. Voor de verdere beoordeling heeft dan ook te gelden dat er geen aanspraken in nalatenschappen zijn waartoe [eiseres] gerechtigd is en die tot de huwelijksgoederengemeenschap van [eiseres] en [gedaagde] behoren. Voor zover de vordering van [gedaagde] hierop ziet wijst de rechtbank deze af.
De woning
2.5. Voor de waardering van de woning heeft de rechtbank een deskundige benoemd. De deskundige heeft bericht dat hij eerder, in 2006, bij taxatie van de woning betrokken is geweest en erkent dat dit een bezwaar kan zijn in welk geval hij de opdracht teruggeeft. In afwachting hiervan is nog geen taxatie uitgebracht.
2.6. De rechtbank overweegt het volgende. Aan de vorderingen ligt de verdeling van de tussen partijen bestaande huwelijksgoederengemeenschap ten grondslag. Partijen zijn het er over eens dat deze, los van de hiervoor genoemde nalatenschappen, bestaat uit de woning, de hypothecaire geldlening en de inboedelgoederen.
2.7. [eiseres] is komen te overlijden en er zijn geen erfgenamen bekend die haar nalatenschap hebben aanvaard. De rechtbank constateert dat er als gevolg hiervan aan de zijde van [eiseres] geen persoon bekend is met voldoende rechtens te respecteren belang bij toewijzing van de vordering die er toe strekt dat [gedaagde] aan [eiseres] het aandeel in de overwaarde van de voormalige echtelijke woning voldoet. Nu uit artikel 3:303 BW volgt dat zonder voldoende belang niemand een rechtsvordering toekomt en sinds het overlijden van [eiseres] niet is gebleken wie een belang heeft bij de vordering, wordt de vordering van [eiseres] afgewezen. Hieruit volgt dat er geen andere deskundige zal worden benoemd om de woning te taxeren. De bijzondere omstandigheid dat er aan de zijde van [eiseres] geen voldoende belang meer is, rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank dat de woning en de hypotheek aan [gedaagde] wordt toebedeeld zonder nadere verrekening.
2.8. Ten aanzien van de te verdelen inboedel geldt eveneens dat er aan de zijde van [eiseres] onvoldoende belang rest. Daarbij komt dat er geen inboedelgoederen met een bijzondere emotionele of financiële waarde zijn gesteld of gebleken die dit anders maken. Met de verdeling van de inboedel zoals deze bij het uiteengaan van partijen feitelijk heeft plaatsgevonden, zijn deze dan ook verdeeld zonder dat hier een aanspraak tot verrekening uit voortvloeit.
2.9. Partijen zijn ex-echtelieden. Daarin ziet de rechtbank aanleiding tot compensatie van kosten in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.
3. De beslissing
De rechtbank
In conventie
3.1. wijst de vorderingen af;
3.2. compenseert de kosten.
In reconventie
3.3. deelt de woning aan [adres] te [woonplaats] en de hierop rustende hypothecaire leningen bij de Rabobank Woudenberg en omstreken toe aan [gedaagde];
3.4. compenseert de kosten;
3.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.P. Killian en in het openbaar uitgesproken op 24 december 2008.