ECLI:NL:RBUTR:2008:BG6639
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van een man voor het bezitten van beschermde vogelsoorten en het voorhanden hebben van een verboden katapult
Op 11 december 2008 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 36-jarige man uit Amsterdam. De man werd veroordeeld tot een werkstraf van 120 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk, en een geldboete van 2500 euro. De veroordeling was het gevolg van het bezitten van 67 beschermde inheemse vogelsoorten en het manipuleren van pootringen. Daarnaast had de man een verboden katapult in zijn bezit. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, waarbij de verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten. De rechtbank oordeelde dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten. De opgelegde sanctie hield rekening met de draagkracht van de verdachte, maar de rechtbank zag geen aanleiding om af te wijken van de eis van de officier van justitie. De verdachte had de vogels illegaal verworven en deze waren voorzien van gemanipuleerde pootringen, wat schade toebrengt aan de natuurlijke populaties. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de noodzaak van een werkstraf om herhaling te voorkomen. De beslissing is gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet wapens en munitie.