ECLI:NL:RBUTR:2008:BG5250

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
14 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/442197-08
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over de nietigheid van de dagvaarding en het bezit van kinderpornografie

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 14 november 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van kinderpornografie. De rechtbank heeft de dagvaarding gedeeltelijk nietig verklaard, omdat de tenlastelegging onvoldoende feitelijke omschrijving bevatte van de seksuele handelingen die op de afbeeldingen waren afgebeeld. De raadsman van de verdachte voerde aan dat de dagvaarding nietig moest worden verklaard, omdat de verwijzing naar nummers van afbeeldingen niet voldoende was om de beschuldiging te onderbouwen. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging niet voldeed aan de eisen van feitelijke omschrijving, zoals vereist door de jurisprudentie en de aanwijzing kinderpornografie.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in het bezit was van kinderpornografisch materiaal, dat hij had ontvangen van een medeverdachte. Tijdens het onderzoek zijn er in de woning van de verdachte verschillende digitale opslagmedia in beslag genomen, waarop afbeeldingen stonden van minderjarigen die betrokken waren bij seksuele gedragingen. De verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij deze afbeeldingen had ontvangen en op zijn laptop had opgeslagen. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen, evenals de blanco strafblad van de verdachte en zijn jonge leeftijd.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand, waarvan de uitvoering voorwaardelijk is, en heeft daarnaast een taakstraf opgelegd. De rechtbank heeft ook bepaald dat de verdachte zich moet houden aan de voorwaarden van reclasseringstoezicht, om recidive te voorkomen en zijn behandeling te waarborgen. De rechtbank heeft de in beslag genomen goederen onttrokken aan het verkeer, omdat deze konden dienen tot het begaan van soortgelijke misdrijven. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
Parketnummer: 16/442197-08
Datum uitspraak: 14 november 2008
Vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken op tegenspraak
gewezen in de zaak tegen:
[Verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats],
Raadsman: mr. K. Kok, advocaat te Zwolle.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 31 oktober 2008.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd wat in de dagvaarding is omschreven. Een kopie van die dagvaarding is als bijlage I aan dit vonnis gehecht. De inhoud daarvan geldt als hier ingevoegd.
De geldigheid van de dagvaarding
De raadsman van verdachte heeft betoogd dat de dagvaarding partieel nietig dient te worden verklaard. Hij heeft daartoe aangevoerd dat in de tenlastelegging voor wat betreft hetgeen onder het eerste gedachtestreepje is vermeld slechts wordt verwezen naar nummers van afbeeldingen van geheel en/of deels ontklede kinderen die seksuele handelingen met zichzelf en/of een of meer anderen verrichten.
De raadsman is van mening dat onvoldoende feitelijk is omschreven waaruit deze seksuele handelingen hebben bestaan, hetgeen volgens jurisprudentie en de aanwijzing kinderpornografie zou moeten.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting aangevoerd dat naar haar mening de tenlastelegging voldoende feitelijk is omschreven. Er wordt immers verwezen naar een aantal nummers, welke in het strafdossier zijn terug te vinden en waarin een beschrijving van de bedoelde afbeelding is opgenomen. Het is voor verdachte voldoende duidelijk geworden tegen welke beschuldiging hij zich diende te verweren.
De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende.
In de tenlastelegging wordt in casu verwezen naar een aantal nummers ([nummers strafdossier]).
De rechtbank is uit het dossier gebleken dat genoemde nummers betrekking hebben op een vijftal onder verdachte inbeslaggenomen CD-Roms waarop afbeeldingen zijn geplaatst. De nummers verwijzen dus niet naar concrete afbeeldingen.
De rechtbank overweegt voorts dat uit de jurisprudentie is gebleken dat aan de enkele vermelding “afbeeldingen van seksuele gedragingen” op zich onvoldoende feitelijke betekenis toekomt. Dit betekent dat een nadere omschrijving van de gedraging(en) vereist is.
De rechtbank wijst in dit geval op een uitspraak van de Hoge Raad bekend onder nummer HR 28 september 2004, NJ 2004, 684. De officier van justitie heeft dit ter terechtzitting niet nader omschreven middels een (vordering) wijziging tenlastelegging.
De rechtbank is van oordeel dat in casu de tenlastelegging ten aanzien van het eerste gedachtenstreepje onvoldoende feitelijk is omschreven en zal de dagvaarding voor dit gedeelte nietig verklaren.
De bewezenverklaring
Uit het onderzoek Aster (hoofdverdachte [Y]) is de naam van verdachte [verdachte] naar voren gekomen.
In dat onderzoek is door een aangever tegenover de politie verklaard dat de hoofdverdachte [Y] harde schijven van zijn computer had gebracht naar een jongen met de naam [verdachte], die in [woonplaats] woont. Dit bleek verdachte te zijn.
Op 17 januari 2008 is in de ouderlijke woning van verdachte aan de [woonplaats] een doorzoeking gedaan en zijn een groot aantal zaken in beslag genomen waaronder computers, een laptop en cd-roms.
Op 5 februari 2008 zijn de foto’s bekeken welke afkomstig zijn van de laptop van verdachte [verdachte]. Verbalisanten zagen dat op 81 foto’s een jongen stond afgebeeld welke werd herkend als de hen ambtshalve bekende [Z]. Het was verbalisanten bekend dat [Z] 15 jaar oud was.
Op diverse foto’s was te zien dat [Z] de penis van de medeverdachte [Y] vast houdt, de penis van die [Y] in zijn mond heeft en dat [Y] en [Z] met elkaar zoenen.
Verdachte [verdachte] heeft ter terechtzitting bekend dat hij de betreffende afbeeldingen van de medeverdachte [Y] heeft gekregen. Hij heeft van hem twee fotogeheugenkaartjes gekregen om ze ten behoeve van [Y] te bewaren. De inhoud daarvan heeft verdachte op zijn laptop gezet.
Op grond van het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan op de wijze als is vermeld in bijlage II van dit vonnis. De inhoud van deze bijlage geldt als hier ingevoegd.
De rechtbank is voorts van oordeel dat verdachte het feit alleen heeft gepleegd. Het gaat in casu om op de laptop van verdachte aangetroffen afbeeldingen. Weliswaar wilde de verdachte [Y] dat verdachte de fotogeheugenkaartjes zou bewaren, maar daarmee en daardoor is niet bewezen dat verdachte [Y] wist en ermee instemde dat verdachte de afbeeldingen van de fotogeheugenkaartjes op zijn eigen computer zou zetten. Van een bewuste en nauwe samenwerking op dat punt is niet gebleken.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
De strafbaarheid van het feit
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert het navolgende strafbare feit op:
een gegevensdrager, bevattende één of meer afbeeldingen van seksuele gedragingen , bij welke seksuele gedragingen één of meer personen, die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet hadden bereikt, waren betrokken, in bezit hebben.
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Motivering van de op te leggen sancties
Bij het bepalen van de op te leggen straffen heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte.
Wat betreft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan, heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bezit van – kort gezegd – kinderpornografie.
Verdachte heeft de kinderpornografische afbeeldingen bewaard ten behoeve van een bekende. Verdachte heeft de afbeeldingen op zijn eigen laptop gezet.
De wetgever heeft het bezit van kinderpornografisch materiaal strafbaar gesteld teneinde seksueel misbruik van minderjarigen en de exploitatie daarvan tegen te gaan. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij weet dat minderjarigen die het slachtoffer zijn van kinderpornografie vaak veel leed daarvan ondervinden.
Wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- de inhoud van een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 9 september 2008, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde feit onder meer wordt veroordeeld tot -kort gezegd-:
- een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren alsmede de bijzondere voorwaarde van een verplicht reclasseringscontact, ook als dat inhoudt dat verdachte zijn behandeling bij De Tender continueert en afmaakt;
- onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen goederen.
De rechtbank acht, alles afwegende, een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur alsmede een taakstraf als na te melden passend en geboden.
Naar het oordeel van de rechtbank kan met deze straf, die lager is dan door de officier van justitie is gevorderd, worden volstaan.
De rechtbank heeft daarbij overwogen dat verdachte een blanco strafblad heeft, een jong meerderjarige is en thans in behandeling is voor zijn problematiek. De rechtbank acht het wel noodzakelijk om aan de op te leggen voorwaardelijke straf een bijzondere voorwaarde te verbinden, te weten reclasseringstoezicht. Dit laatste in het bijzonder ter voorkoming van recidive en teneinde de behandeling te waarborgen.
Onttrekking aan het verkeer:
Het in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een laptop, merk Acer Aspire 5600 met nummer [nummer],
zal onttrokken worden verklaard aan het verkeer, aangezien met behulp van dit voorwerp het bewezenverklaarde is begaan en dit voorwerp van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een personal computer, merk Medion met nummer [nummer],
- een externe harddisk, merk western digital met nummer [nummer],
- een personal computer, merk Packerd Bell met nummer [nummer],
zullen onttrokken worden verklaard aan het verkeer, aangezien deze aan verdachte toebehorende voorwerpen, bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane
misdrijf zijn aangetroffen en deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke misdrijven, terwijl deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
De toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 36c, 36d en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
DE BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt:
Verklaart de dagvaarding nietig voor zover betrekking hebbend op het eerste gedachtenstreepje, te weten – een aantal afbeeldingen waarop geheel en/of deels ontklede kinderen waren afgebeeld, die seksuele handelingen met zichzelf en/of een of meer anderen verrichten (onder meer nummer [nummers strafdossier]).
Verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals vermeld in bijlage II van dit vonnis, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart dat het bewezenverklaarde strafbaar is en dat dit het hierboven vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart de verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een GEVANGENISSTRAF voor de duur van ÉÉN (1) MAAND.
Bepaalt dat deze gevangenisstraf, groot één (1) maand, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders mocht worden gelast.
Stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
Bepaalt dat de tenuitvoerlegging kan worden gelast indien:
- de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
- de veroordeelde na te melden bijzondere voorwaarde niet naleeft:
- dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de door of namens de Reclassering Nederland te geven aanwijzingen, zolang die reclasseringsinstelling dat nodig acht, ook als dit inhoudt dat veroordeelde zijn behandeling bij De Tender continueert en afrondt.
Met opdracht aan voornoemde instelling de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Veroordeelt de verdachte voorts tot een TAAKSTRAF, bestaande deze straf uit:
een werkstraf voor de duur van VEERTIG (40) UREN, te vervangen door hechtenis voor de duur van twintig dagen indien de veroordeelde deze straf niet naar behoren verricht.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
- een personal computer, merk Medion met nummer [nummer],
- een externe harddisk, merk western digital met nummer [nummer],
- een personal computer, merk Packerd Bell met nummer [nummer],
- een laptop, merk Acer Aspire 5600 met nummer [nummer].
Dit vonnis is gewezen door mrs J.W. Veenendaal, J.K.J. van den Boom en J.F. Dekking, bijgestaan door H.J. Nieboer als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 november 2008.