ECLI:NL:RBUTR:2008:BG1650
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.M.E. Bernini
- J.W. Veenendaal
- D. Kuipers
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van seksuele handelingen met minderjarige in affectieve relatie
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 17 september 2008, stond de verdachte terecht voor het ten laste gelegde feit van het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige, [slachtoffer], geboren in 1992. De feiten vonden plaats in de periode van 21 oktober 2006 tot en met 30 oktober 2006, waarbij de verdachte, destijds 19 jaar oud, seksuele handelingen zou hebben verricht met de 14-jarige [slachtoffer]. De verdachte heeft ontkend dat er sprake was van een ontuchtige relatie en heeft verklaard dat de seksuele handelingen vrijwillig plaatsvonden in het kader van een affectieve relatie.
De rechtbank heeft de verklaringen van zowel de verdachte als het slachtoffer en getuigen in overweging genomen. De rechtbank oordeelt dat, hoewel de verdachte en het slachtoffer een relatie hadden, er geen sprake was van een ontuchtig karakter aan de seksuele handelingen. Dit oordeel is gebaseerd op de bijzondere omstandigheden van de zaak, waaronder het geringe leeftijdsverschil en de affectieve relatie tussen de betrokkenen. De rechtbank verwijst naar een arrest van de Hoge Raad uit 1997, waarin werd overwogen dat het ontuchtige karakter kan ontbreken indien de handelingen vrijwillig plaatsvinden in een affectieve relatie.
De rechtbank concludeert dat de verdachte niet gericht was op het hebben van een puur seksuele relatie en dat de omstandigheden in deze zaak, in onderlinge samenhang bezien, leiden tot de conclusie dat de wederrechtelijkheid van de seksuele handelingen ontbreekt. Daarom heeft de rechtbank, op basis van de wettige bewijsmiddelen, niet de overtuiging verkregen dat de verdachte het hem ten laste gelegde feit heeft begaan, en spreekt de verdachte vrij. Dit vonnis is gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. D. Kuipers als een van de rechters, die buiten staat was om het vonnis mede te ondertekenen.