ECLI:NL:RBUTR:2008:BG1561
Rechtbank Utrecht
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Rechtmatigheid van doorzoeking en inbeslagname bij arts met geheimhoudingsplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 30 september 2008 uitspraak gedaan over de rechtmatigheid van een doorzoeking en inbeslagname van goederen bij een arts, die onderworpen is aan een geheimhoudingsplicht. De doorzoeking vond plaats op 16 april 2008 onder leiding van de rechter-commissaris, waarbij diverse goederen, waaronder computers en fotocamera's, in beslag zijn genomen. De arts, klager in deze procedure, stelde dat op de in beslag genomen voorwerpen patiëntgegevens stonden die onder zijn geheimhoudingsplicht vielen. De rechtbank moest beoordelen of de doorzoeking en inbeslagname rechtmatig waren, gezien de geheimhoudingsplicht van de arts en de voorwaarden die daarvoor gelden volgens het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank overwoog dat de doorzoeking zonder toestemming van de klager had plaatsgevonden, maar dat de rechter-commissaris zorgvuldig had gehandeld door de inhoud van de in beslag genomen voorwerpen niet direct ter beschikking te stellen aan de politie. De rechtbank concludeerde dat de doorzoeking rechtmatig was, omdat deze zich beperkte tot de goederen die relevant waren voor het strafbare feit waarvan klager verdacht werd. De rechtbank oordeelde dat de inbeslagname van de fotocamera's en de bijbehorende geheugenkaarten rechtmatig was, maar dat de bestanden op de 'blinde' kopieën en de geheugenkaarten, voor zover deze niet de 15 geselecteerde afbeeldingen betroffen, onrechtmatig waren in beslag genomen.
De rechtbank verklaarde het beklag van klager ter zake van de overige in beslag genomen bestanden gegrond en beval de vernietiging van de blinde kopieën, behoudens de geselecteerde afbeeldingen. De rechtbank oordeelde dat de bestanden die niet onder de geheimhoudingsplicht vielen, teruggegeven moesten worden aan klager op een gegevensdrager die aan hem kon worden verstrekt. De beslissing werd genomen door een meervoudige raadkamer, waarbij de rechtbank de belangen van de strafvordering en de geheimhoudingsplicht zorgvuldig tegen elkaar afwoog.