Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 237828 / HA ZA 07-1891
Vonnis van 1 oktober 2008
1. de rechtspersoon naar vreemd recht
KONDRAGON-ENTERPRISES LTD.,
gevestigd te Kowloon,
2. de rechtspersoon naar vreemd recht
A.T. INTERNATIONAL SOURCING LTD.,
gevestigd te Kowloon,
eiseressen,
advocaat mr. P.J. Soede,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BLUE EYE NL BV,
gevestigd te Utrecht,
gedaagde,
advocaat mr. B.G. Eldermans.
Partijen zullen hierna respectievelijk Kondragon, A.T. en Blue Eye genoemd worden.
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 5 maart 2008;
- het proces-verbaal van comparitie van 2 juni 2008;
- de akte van Blue Eye van 18 juni 2008;
- de antwoordakte van Kondragon en A.T. van 16 juli 2008.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2.1. Tussen Kondragon en Blue Eye zijn koopovereenkomsten ter zake van textielgoederen tot stand gekomen.
2.2. Op grond van deze koopovereenkomsten heeft Kondragon facturen ten bedrage van in totaal EUR 254.129,16 aan Blue Eye gestuurd.
2.3. Tevens heeft A.T. facturen ten bedrage van in totaal EUR 125.556,60 aan Blue Eye gezonden. Deze facturen zijn niet door Blue Eye betaald.
3.1. Kondragon vordert – samengevat – veroordeling van Blue Eye tot betaling van EUR 254.129,16, vermeerderd met rente en kosten ten bedrage van EUR 38.119,37, daaronder de beslagkosten begrepen.
3.2. A.T. vordert – samengevat – veroordeling van Blue Eye tot betaling van EUR 125.556,60, vermeerderd met rente en kosten ten bedrage van EUR 38.833,49, daaronder de beslagkosten begrepen.
3.3. Kondragon en A.T. leggen aan hun vorderingen primair ten grondslag dat tussen hen en Blue Eye koopovereenkomsten tot stand zijn gekomen ter zake van textielgoederen, zoals onder meer (kinder)kleding. Kondragon en A.T. stellen dat zij de textielgoederen aan Blue Eye hebben geleverd en Blue Eye daarvoor hebben gefactureerd. Blue Eye is in gebreke gebleven de facturen te betalen.
3.4. Tijdens de comparitie hebben Kondragon en A.T. hun eis gewijzigd in die zin dat Kondragon subdidiair stelt dat de vorderingen van A.T. moeten worden opgeteld bij haar vorderingen, indien het bestaan van de door A.T. gestelde overeenkomsten tussen haar en Blue Eye niet komt vast te staan. Volgens Kondragon en A.T. staat immers vast dat de werkzaamheden zijn verricht en dat daarvoor facturen zijn verstuurd.
3.5. Kondragon neemt, in reactie op het verweer van Blue Eye, het standpunt in dat de betalingen die zij van Blue Eye heeft ontvangen, betrekking hebben op andere facturen dan de facturen waarvan zij thans betaling vordert. In haar antwoordakte na comparitie stelt Kondragon dat Blue Eye in de gelegenheid is gesteld in haar akte na comparitie nader toe te lichten welke facturen volgens haar zijn betaald. Volgens Kondragon heeft Blue Eye wederom nagelaten haar stelling toe te lichten dat zij een of meer in het geding gebrachte facturen heeft betaald, terwijl Blue Eye in voornoemde akte wel erkent facturen te hebben betaald die thans niet in geding zijn.
3.6. In reactie op het verweer van Blue Eye betwist Kondragon voorts dat zij met Blue Eye verrekeningsafspraken heeft gemaakt. Volgens Kondragon zijn de handtekeningen op de documenten waaruit deze afspraken volgens Blue Eye blijken, niet afkomstig van haar directeur K. Wong. Voorts komen de bestelnummers op deze documenten niet overeen met de bestelnummers die ten grondslag liggen aan de facturen waarvan betaling wordt gevorderd, aldus Kondragon.
3.7. Volgens Kondragon komt het beroep op verrekening door Blue Eye er bovendien op neer dat zij tweemaal wil verrekenen. In haar antwoordakte na comparitie stelt Kondragon ten slotte dat Blue Eye geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid die haar is geboden om nader toe te lichten dat de facturen van Kondragon zijn betaald, ondanks de door Blue Eye gestelde verrekeningsafspraak.
3.8. Ter comparitie heeft A.T. zich, in reactie op het verweer van Blue Eye, op het standpunt gesteld dat zij textielgoederen aan Blue Eye heeft geleverd, voor welke leveringen zij Blue Eye heeft gefactureerd. Voorts neemt A.T. het standpunt in dat Blue Eye de facturen van A.T. niet heeft betwist.
3.9. In reactie op het verweer heeft A.T. zich ter comparitie tevens op het standpunt gesteld dat Blue Eye nimmer heeft geklaagd over de werkzaamheden van A.T. en Kondragon, zodat Blue Eye niet gerechtigd is tot opschorting van haar betalingsverplichtingen.
3.10. Blue Eye erkent dat zij koopovereenkomsten met Kondragon heeft gesloten. Zij betwist evenwel dat zij aan Kondragon een bedrag van EUR 254.129,16 verschuldigd is. In haar akte na comparitie stelt Blue Eye dat in totaal een bedrag van EUR 201.914,40 op de vordering van Kondragon in mindering moet worden gebracht.
3.11. Ter onderbouwing van dit verweer stelt Blue Eye ten eerste dat zij bepaalde facturen reeds (gedeeltelijk) tot een bedrag van EUR 131.914,40 heeft betaald.
3.12. Ten tweede stelt Blue Eye als verweer dat zij een tegenvordering op Kondragon heeft die met de vordering van Kondragon moet worden verrekend. Ter onderbouwing van deze stelling beroept Blue Eye zich op een tweetal documenten die volgens haar medio maart 2007 op het vliegveld van Düsseldorf door Wong zijn ondertekend en waaruit blijkt dat de tegenvordering van Blue Eye EUR 70.000,- bedraagt. Volgens Blue Eye heeft zij inmiddels meer betaald dan waartoe zij op grond van de afspraak met Wong gehouden was, zodat zij gerechtigd is deze betaling met andere facturen te verrekenen.
3.13. Ter comparitie heeft Blue Eye toegelicht dat haar tegenvordering in drie onderdelen uiteen valt. Ten eerste stelt Blue Eye dat zij kosten heeft moeten maken om de door Kondragon geleverde kleding te wassen, welke kosten volgens Blue Eye voor rekening van Kondragon dienen te komen.
Ten tweede stelt Blue Eye dat zij kosten heeft moeten maken, omdat Kondragon de overeengekomen levertermijnen niet heeft gehaald. Volgens Blue Eye was het toen noodzakelijk dat de kleding via luchttransport aan haar werd geleverd, hetgeen extra kosten met zich heeft gebracht. Volgens Blue Eye is zij met Kondragon overeengekomen dat deze extra kosten over beide partijen verdeeld worden.
Ten derde stelt Blue Eye dat Kondragon haar heeft toegezegd dat zij geen invoerrechten voor de kleding zou hoeven te betalen, welke toezegging achteraf onjuist is gebleken. Volgens Blue Eye zijn zij en Kondragon overeengekomen dat Kondragon een bedrag van EUR 10.000,- ter zake van deze invoerrechten voor eigen rekening neemt.
3.14. Met betrekking tot de vorderingen van A.T. betwist Blue Eye dat zij enige koopovereenkomst met deze onderneming heeft gesloten. Volgens Blue Eye heeft zij uitsluitend zaken met Kondragon gedaan. Dit brengt met zich dat zij geen bedragen aan A.T. verschuldigd is, aldus Blue Eye.
3.15. Voorts stelt Blue Eye dat zij haar betalingsverplichtingen met betrekking tot de facturen van A.T. met de nummers ATISI/07/0217 en ATISI/07/0215 ten bedrage van in totaal EUR 29.562,80 heeft opgeschort. De grondslag voor deze opschorting is volgens Blue Eye gelegen in het feit dat zij door Kondragon geleverde kleding niet heeft geaccepteerd. Ter comparitie heeft Blue Eye nader toegelicht dat de niet geaccepteerde kleding enkele maanden bij een vervoerder in Nederland opgeslagen is geweest en naderhand door Blue Eye is verkocht. Tijdens de comparitie heeft Blue Eye evenwel ook aangegeven dat zij de aan de levering van deze kleding ten grondslag liggen orders heeft geannuleerd. Volgens Blue Eye heeft zij haar betalingsverplichtingen dan ook niet opgeschort, maar besloten de facturen van A.T. niet te betalen wegens toerekenbare tekortkoming van Kondragon.
3.16. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.1. Ter comparitie heeft Blue Eye een betalingsoverzicht overgelegd, waaruit volgens haar blijkt dat zij in de periode van 19 januari 2007 tot 16 april 2007 betalingen aan Kondragon heeft verricht. Aangezien uit dit overzicht niet blijkt of de betalingen betrekking hebben op de door Kondragon in het geding gebrachte facturen en Kondragon ook betwist dat deze facturen zijn betaald, heeft de rechtbank Blue Eye in de gelegenheid gesteld haar stelling bij akte nader te onderbouwen dat zij (een gedeelte) van deze facturen reeds heeft betaald.
4.2. De rechtbank stelt vast dat Blue Eye in haar akte na comparitie slechts volstaat met een opsomming van de bedragen die zij op bepaalde data aan Kondragon heeft betaald, zonder te specificeren op welke facturen die betalingen betrekking hebben. Aangezien Blue Eye heeft nagelaten inzichtelijk te maken welke facturen zij heeft betaald, zal de rechtbank haar stelling passeren dat zij reeds een bedrag van EUR 131.914,40 aan facturen aan Kondragon heeft betaald. Aan bewijslevering wordt niet toegekomen.
4.3. De rechtbank stelt verder vast dat uit de stellingen van Blue Eye volgt dat zij van de som der factuurbedragen in elk geval een bedrag van EUR 52.214,76 niet aan Kondragon heeft betaald. In haar akte na comparitie betrekt Blue Eye immers de stelling dat een bedrag van EUR 201.914,40 op de vordering van Kondragon in mindering moet worden gebracht, bestaande uit het bedrag van EUR 131.914,40 – waarvan Blue Eye zegt dat zij dit reeds heeft betaald (zie r.o. ?3.11) – alsmede uit haar gestelde tegenvordering van EUR 70.000,- (zie r.o. ?3.12). Voorts stelt de rechtbank vast dat het beroep van Blue Eye op opschorting geen betrekking heeft op de facturen van Kondragon (zie r.o. ?3.15). Dit brengt mee dat Blue Eye ook gehouden is voornoemd bedrag van EUR 52.214,76 aan Kondragon te betalen.
4.4. Resteert de vraag of Blue Eye gerechtigd is het resterende gedeelte van de vordering van Kondragon van EUR 70.000,- te verrekenen.
4.5. De stelling van Blue Eye dat zij meer heeft betaald dan waartoe zij op grond van de gestelde verrekeningsafspraak gehouden was, veronderstelt dat deze verrekeningsafspraak specifiek betrekking heeft op bepaalde facturen van Kondragon. De rechtbank heeft Blue Eye in de gelegenheid gesteld bij akte nader toe te lichten dat de facturen die onderwerp zijn van de door Blue Eye gestelde verrekeningsafspraak, ondanks deze afspraak, volledig door haar zijn betaald, zodat zij het recht heeft de facturen in geding door middel van verrekening gedeeltelijk te betalen.
4.6. De rechtbank stelt vast dat Blue Eye zich in haar akte na comparitie op het standpunt stelt dat de door haar gestelde verrekeningsafspraak (zie r.o. ?3.12) betrekking heeft op vier facturen van Kondragon met de nummers KDI-1234, KDI-1247, KDI-1261 en KDI-1263 alsmede op twee facturen van A.T. met de nummers ATISI/07/0212 en ATISI/07/0216. Het oordeel dat Blue Eye heeft nagelaten inzichtelijk te maken welke facturen zij heeft betaald (zie r.o. ?4.2), brengt mee dat Blue Eye tevens onvoldoende feiten en omstandigheden heeft aangedragen die de conclusie rechtvaardigen dat zij voornoemde facturen van Kondragon – waarop de verrekeningsafspraak volgens Blue Eye betrekking heeft – heeft betaald. In dit verband wijst de rechtbank er bovendien op dat een verrekeningsafspraak met betrekking tot facturen van A.T. – indien overeengekomen – niet zonder meer met zich brengt dat Blue Eye gerechtigd is ook de facturen van Kondragon te verrekenen. De rechtbank passeert dan ook de stelling van Blue Eye dat een bedrag van EUR 70.000,- op de vordering van Kondragon in mindering moet worden gebracht. Aan bewijslevering wordt niet toegekomen.
4.7. Gelet op het voorgaande zal de vordering van Kondragon tot betaling van een bedrag van EUR 254.129,16 worden toegewezen.
4.8. Kondragon vordert voorts wettelijke rente, steeds vanaf 14 dagen na factuurdatum. Dit standpunt veronderstelt dat de facturen een betalingstermijn van 14 dagen noemen. Deze vordering is niet door Blue Eye weersproken. De rechtbank neemt daarom tot uitgangspunt dat Blue Eye vanaf 14 dagen na de respectieve factuurdata in verzuim is met de nakoming van haar betalingsverplichtingen, zodat de vordering van Kondragon tot betaling van de wettelijke rente zal worden toegewezen.
4.9. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke (incasso)kosten zal – mede gelet op de door deze rechtbank gevolgde aanbevelingen van het Rapport Voor-werk II – worden afgewezen. Kondragon heeft immers nagelaten een omschrijving te geven van de voor haar rekening verrichte buitengerechtelijke werkzaamheden. De kosten waarvan Kondragon vergoeding vordert, moeten dan ook worden aangemerkt als betrekking hebbend op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te sluiten.
4.10. Kondragon vordert Blue Eye te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv. toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op EUR 2.167,00 voor verschotten en EUR 2.000,00 voor salaris advocaat (1 rekest x EUR 2.000,00).
4.11. Blue Eye zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Kondragon worden begroot op:
- dagvaarding EUR 84,31
- overige explootkosten 0,00
- vast recht 4.438,00
- getuigenkosten 0,00
- deskundigen 0,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat 5.000,00 (2,5 punten × tarief EUR 2.000,00)
Totaal EUR 9.522,31
4.12. Vast staat dat Blue Eye de door A.T. in het geding gebrachte facturen niet heeft betaald. De rechtbank passeert het verweer van Blue Eye, inhoudende dat zij niet gehouden is deze facturen te voldoen omdat zij uitsluitend zaken met Kondragon heeft gedaan, omdat dit verweer met zichzelf in tegenspraak is. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
4.13. Ter comparitie heeft Blue Eye toegelicht dat Wong tijdens een bespreking heeft voorgesteld dat A.T. in het vervolg aan Blue Eye zou factureren voor werkzaamheden van Kondragon. Ter comparitie heeft Blue Eye ook erkend dat zij verschillende facturen van A.T. heeft betaald. Tevens stelt Blue Eye dat zij niet gehouden is facturen van A.T. te betalen vanwege wanprestatie door Kondragon (zie r.o. ?3.15). In de stellingen van Blue Eye ligt derhalve besloten dat zij en Kondragon overeen zijn gekomen dat A.T. op een gegeven moment namens Kondragon aan Blue Eye zou factureren. Niet valt dan ook in te zien waarom Blue Eye betaling van de facturen van A.T. kan achterhouden om de enkele reden dat zij geen zaken met deze onderneming heeft gedaan.
4.14. Nu Blue Eye ter comparitie heeft erkend dat zij haar betalingsverplichtingen jegens A.T. niet heeft opgeschort, is Blue Eye gehouden de facturen van A.T. te voldoen. De stelling van Blue Eye dat zij de facturen niet heeft betaald wegens een toerekenbare tekortkoming van Kondragon maakt voornoemd oordeel niet anders. Een toerekenbare tekortkoming van de schuldeiser ontslaat de schuldenaar immers op zich niet van zijn betalingsverplichtingen. In dit verband is de rechtbank bovendien van oordeel dat Blue Eye onvoldoende feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die de conclusie rechtvaardigen dat Kondragon jegens Blue Eye toerekenbaar tekort is geschoten. Bij dit oordeel betrekt de rechtbank in het bijzonder de erkenning van Blue Eye dat zij de door Kondragon geleverde kleding daadwerkelijk heeft verkocht.
4.15. Gelet op het voorgaande zal de vordering van A.T. tot betaling van een bedrag van EUR 125.556,60 worden toegewezen.
4.16. A.T. vordert voorts wettelijke rente, steeds vanaf 14 dagen na factuurdatum. Dit standpunt veronderstelt dat de facturen een betalingstermijn van 14 dagen noemen. Deze stelling is niet door Blue Eye weersproken. De rechtbank neemt daarom tot uitgangspunt dat Blue Eye vanaf 14 dagen na de respectieve factuurdata in verzuim is met de nakoming van haar betalingsverplichtingen, zodat de vordering van A.T. tot betaling van de wettelijke rente zal worden toegewezen.
4.17. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke (incasso)kosten zal – mede gelet op de door deze rechtbank gevolgde aanbevelingen van het Rapport Voor-werk II – worden afgewezen. A.T. heeft immers nagelaten een omschrijving te geven van de voor haar rekening verrichte buitengerechtelijke werkzaamheden. De kosten waarvan A.T. vergoeding vordert, moeten dan ook worden aangemerkt als betrekking hebbend op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te sluiten.
4.18. A.T. vordert Blue Eye te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering zal worden afgewezen, omdat uit de overgelegde beslagstukken blijkt dat alleen Kondragon en niet A.T. conservatoir beslag ten laste van Blue Eye heeft doen leggen.
4.19. Blue Eye zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van A.T. worden begroot op:
- dagvaarding EUR 0,00
- overige explootkosten 0,00
- vast recht 0,00
- getuigenkosten 0,00
- deskundigen 0,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat 3.552,50 (2,5 punten × tarief EUR 1.421,00)
Totaal EUR 3.552,50
5.1. veroordeelt Blue Eye om aan Kondragon te betalen een bedrag van EUR 254.129,16 (tweehonderdvierenvijftig duizendéénhonderdnegenentwintig euro en zestien eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over voornoemd bedrag, telkens vanaf 14 dagen na de respectieve factuurdata tot de dag van volledige betaling,
5.2. veroordeelt Blue Eye om aan A.T. te betalen een bedrag van EUR 125.556,00 (éénhonderdvijfentwintig duizendvijfhonderdzesenvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over voornoemd bedrag, telkens vanaf 14 dagen na de respectieve factuurdata tot de dag van volledige betaling,
5.3. veroordeelt Blue Eye in de beslagkosten van Kondragon, tot op heden begroot op EUR 2.167,00,
5.4. veroordeelt Blue Eye in de proceskosten, aan de zijde van Kondragon tot op heden begroot op EUR 9.522,31,
5.5. veroordeelt Blue Eye in de proceskosten, aan de zijde van A.T. tot op heden begroot op EUR 3.552,50,
5.6. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Heinemann en in het openbaar uitgesproken op 1 oktober 2008.
w.g. griffier w.g. rechter?