RECHTBANK UTRECHT
Sector kanton
zaaknummer: 579573 AE VERZ 08-324
beschikking d.d. 28 juli 2008
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Scantech ID B.V., gevestigd te Soesterberg,
verder ook te noemen Scantech ID,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. T.A. Opbroek-Booij,
[v[verweerder], wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen [verweerder],
verwerende partij,
gemachtigde: mr. O. de Bont.
Scantech ID heeft op 11 juni 2008 een verzoekschrift ingediend. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend. Het verzoek is ter zitting van 21 juli 2008 behandeld. Daarvan is aantekening gehouden. Hierna is uitspraak bepaald.
[verweerder] is bij Scantech ID op 1 juni 2003 in dienst getreden in de functie van Chief Executive Officer (CEO). Zijn bruto maandsalaris bedroeg laatstelijk € 9.765,- bruto per maand, vermeerderd met vakantiebijslag en emolumenten. Daarnaast was [verweerder] statutair directeur van Scantech ID Holding B.V.
Scantech ID maakt sedert medio 2006 deel uit van een groep ondernemingen die valt onder het Taiwanese bedrijf Champtec.
Op of omstreeks 15 oktober 2007 is de heer[x] benoemd als personal assistent van de CEO van Champtec, de heer [y]. In die positie heeft [x] zich actief bemoeid met de gang van zaken binnen Scantech ID.
[verweerder] heeft zich in januari 2008 arbeidsongeschikt gemeld. Tijdens zijn ziekte is [x] door Champtec benoemd tot CEO van Scantech ID.
Op 12 maart 2008 heeft [x], namens Scantech ID aan [verweerder] laten weten dat een buitengewone vergadering van aandeelhouders zou plaatsvinden, met als agendapunt het ontslag van [verweerder] als statutair directeur van Scantech ID Holding B.V. Die vergadering heeft plaatsgevonden op 3 april 2008, waarin [verweerder] ook daadwerkelijk als bestuurder van Scantech ID Holding is ontslagen. De arbeidsovereenkomst met Scantech ID is echter blijven bestaan.
In de brief van 12 maart 2008, die als toelichting gold op dit voorgenomen besluit, is vermeld dat het ontslag was gebaseerd op een verlies van vertrouwen in [verweerder] als Managing Director, wat wordt gespecificeerd door de stelling dat [verweerder] heeft geweigerd instructies uit te voeren van de leiding van het concern en [verweerder] zelf ook heeft aangegeven dat hij niet langer als Managing Director kon blijven functioneren. Omdat [verweerder] ziek was in de maanden voorafgaande aan 12 maart 2008 en had aangekondigd weer te komen werken, is dit besluit, volgens de brief, genomen in het belang van de onderneming.
Het verzoek en het verweer
Scantech ID verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] wegens gewichtige redenen, bestaande uit een wijziging van omstandigheden die van zodanige aard is, dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst in redelijkheid niet meer van Scantech ID kan worden gevergd.
Zij voert daartoe aan dat, naast de gebleken cultuurverschillen tussen [verweerder] en de leiding van Scantech ID en de groep waarvan zij deel uitmaakt, [verweerder] het vertrouwen van Scantech ID heeft beschaamd. Zij voert daartoe aan dat [verweerder] - onder meer - privé-uitgaven ten laste van Scantech ID heeft gebracht, de belangen van Scantech ID heeft verwaarloosd en zich schuldig heeft gemaakt aan mismanagement. Dit wordt geïllustreerd door een veertiental voorvallen.
Scantech ID meent dat voor toekenning van een vergoeding geen plaats is.
[verweerder] heeft de verwijten van Scantech ID uitvoerig weersproken. Op de door hem gevoerde verweren en op de diverse stellingen van partijen zal bij de beoordeling van het verzoek nader worden ingegaan.
[verweerder] verzet zich tegen ontbinding van de arbeidsovereenkomst en verlangt, indien toch ontbinding volgt, een vergoeding ten belope van € 263.655,- bruto.
De beoordeling van het verzoek
[verweerder] heeft zich primair op het standpunt gesteld dat niet de kantonrechter, maar de sector civiel van de rechtbank bevoegd is, omdat [verweerder] statutair directeur was van Scantech ID Holding. Dat standpunt wordt verworpen. Allereerst betreft het hier een andere vennootschap en daarnaast blijkt dat de benoeming van [verweerder] tot CEO van Scantech ID niet gekoppeld was aan de benoeming van statutair directeur van Scantech ID Holding, zodat de kantonrechter van mening is dat tussen Scantech ID en [verweerder] sprake is van een gewone arbeidsovereenkomst.
De aan [verweerder] gemaakte verwijten komen neer op een gebrek aan vertrouwen en op verwijten die zijn gelegen in de sfeer van zelfverrijking en slecht leiderschap. Hierover overweegt de kantonrechter het volgende.
Het is duidelijk dat met de opname van Scantech ID binnen de groep van ondernemingen van Champtec, er een andere wind in de onderneming is gaan waaien. Uit de stellingen van partijen blijkt dat er vrijwel onoverbrugbare cultuurverschillen zijn gerezen over de vraag hoe de onderneming moet geleid worden. Reeds op deze grond kan het verzoek worden toegewezen. Hiervan kan niet gezegd worden dat één van de partijen in overwegende mate een verwijt treft.
Dit wordt echter anders als blijkt dat deze cultuurverschillen zich gaan uiten in een schending van fatsoensnormen en van hetgeen een werknemer naar (in casu) maatstaven van Nederlands arbeidsrecht zich moet laten welgevallen. [verweerder] heeft onweersproken gesteld dat na de komst van [x] zijn positie is uitgehold en hij ten opzichte van zijn mede managementleden op een krenkende wijze is behandeld en hij in een vergadering op uiterst onbehoorlijke wijze werd uitgedaagd terug te treden en zijn ontslag te nemen, welk gedrag door de leiding van Champtec werd gesanctioneerd.
Voorts is de wijze waarop [verweerder] behandeld is na zijn aankondiging dat hij weer op therapeutische basis wilde komen werken eveneens weinig fraai te noemen. De aankondiging alleen was voor Scantech ID al voldoende om hem op non-actief te stellen en een ontslagprocedure op te starten. Van enige vorm van behoorlijk overleg, laat staan een vorm waarin kon worden gewerkt naar een betere verstandhouding of een verbetering van het functioneren van [verweerder] is niet gebleken.
Scantech ID heeft haar verzoek ook, wellicht voornamelijk, doen baseren op de stelling dat aan [verweerder] ernstige verwijten kunnen worden gemaakt, die - zo zij juist zouden zijn - een grove schending van de op hem rustende verplichtingen zou inhouden. Echter: geen van deze verwijten is op een behoorlijke wijze aangetoond en na het gedetailleerde verweer heeft Scantech ID zich in hoofdzaak beperkt tot een herhaling van haar stellingen, zonder nader, afdoend bewijs daarvan over te leggen. Verwijten die worden gemaakt in de sfeer van zelfverrijking en verwaarlozing van de opgedragen taken dienen in het algemeen als diffamerend te worden gezien, zodat het ongefundeerd uiten van dergelijke beschuldigingen verwijtbaar is aan Scantech ID.
Daarnaast heeft Scantech ID aan [verweerder] diverse verwijten gemaakt die zich bevinden op betrekkelijk micro-niveau, zoals het mislopen van een transactie met een zeer gering financieel belang, het niet op orde hebben van de bedrijfsvoorraad en het slecht communiceren over c.q. niet annuleren van een geannuleerde zakenreis naar Dubai, omdat [verweerder] voor een bespreking met Champtec naar Taiwan moest. Die verwijten zijn onvoldoende ernstig om - zo zij al vast staan - te komen tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Het bovenstaande leidt ertoe dat Scantech ID in overwegende mate een verwijt treft en er aanleiding bestaat om aan [verweerder] een vergoeding toe te kennen.
Ten aanzien van de hoogte van die vergoeding wordt het volgende overwogen.
Het salaris van [verweerder] bedraagt, inclusief vakantiebijslag € 10.546,20. Hij heeft gesteld dat hij daarnaast nog aansprak had op een bonus, maar de hoogte daarvan is ongewis en is ook niet voldoende vast om als bestanddeel van het loon te worden gezien. De kantonrechter zal daar dan ook geen rekening mee houden.
[verweerder] heeft aangevoerd dat hij sedert 17 december 2001 bij (de rechtsvoorganger van) Scantech ID in dienst is getreden. Dat is juist, maar die vennootschap is gefailleerd, waarna de activiteiten onder een andere leiding zijn voortgezet in de onderneming van Scantech ID. Bovendien verkocht [verweerder] zijn aandelen in Scantech ID aan Champtec bij de overname door die groep van ondernemingen, zodat het ook niet redelijk zou zijn jegens Scantech ID om dan ook nog rekening te houden met de eerdere periode van de arbeidsovereenkomst, liggend voor die overname.
De kantonrechter komt dan ook bij 5 gewone dienstjaren, tot een gewogen aantal dienstjaren, rekening houdend met de leeftijd van [verweerder], van 7.
Ten aanzien van de factor C overweegt de kantonrechter dat de verzochte ontbinding in overwegende mate te wijten is aan c.q. in de risicosfeer ligt van Scantech ID, hetgeen, rekening houdende met alle hiervoor weergegeven omstandigheden van het geval resulteert in een factor van C = 2.
De kantonrechtersformule sluit uit dat een afzonderlijke vergoeding wordt toegekend voor de kosten van rechtsbijstand.
De proceskosten zullen gezien de aard van het geschil worden gecompenseerd, behalve in het geval dat Scantech ID het verzoek intrekt.
stelt Scantech ID in de gelegenheid uiterlijk 15 augustus 2008 het verzoek in te trekken;
en voor het geval het verzoek niet tijdig wordt ingetrokken:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 september 2008;
kent aan [verweerder] ten laste van Scantech ID een vergoeding toe van € 147.646,- bruto en veroordeelt Scantech ID tot betaling van deze vergoeding aan [verweerder];
compenseert de proceskosten in die zin, dat partijen de eigen kosten dragen;
en voor het geval het verzoek tijdig wordt ingetrokken:
veroordeelt Scantech ID in de proceskosten aan de zijde van [verweerder], tot de uitspraak van deze beschikking begroot op
€ 1.000,- aan salaris gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Sap, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 28 juli 2008.