Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 216943 / HA ZA 06-1900
Vonnis van 3 september 2008
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BEURSKENS ALLROUND CARGO B.V.,
gevestigd te Tegelen,
eiseres,
advocaat mr. E.H. de Jonge-Wiemans,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INGRAM MICRO B.V.,
gevestigd te Utrecht,
gedaagde,
niet verschenen,
2. de naar de plaats harer vestiging rechtspersoonlijkheid bezittende Duitse vennootschap
NOREAL LIMITED,
gevestigd te Soest (Duitsland),
gedaagde,
advocaat mr. J. Grevink,
3. de naar de plaats harer vestiging rechtspersoonlijkheid bezittende Duitse vennootschap
MASSONG KG INTERNATIONALE SPEDITION,
gevestigd te Soest (Duitsland),
gedaagde,
advocaat mr. P.J. Soede,
4. MICROSOURCE SKP PTE LTD,
gevestigd te Singapore (Maleisië),
gedaagde,
advocaat mr. J. Grevink.
Partijen zullen hierna Beurskens, Ingram, Noreal, Massong en Microsource genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis in incident van 6 juni 2007
- de conclusie van antwoord van Massong
- de akte van Massong
- de conclusie van antwoord van Noreal en Microsource
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek van Noreal en Microsource
- de conclusie van dupliek van Massong.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Microsource heeft van Ingram 18 pallets met computer monitoren gekocht en Noreal daarbij voor het vervoer ingeschakeld. In of omstreeks april 2006 heeft Noreal, die kennelijk zelf nog 1 pallet met computer monitoren van Ingram had gekocht, aan Massong opdracht verstrekt met betrekking tot het vervoer van 19 pallets met computer monitoren (in totaal 1288 stuks) van de vestiging van Ingram te Tilburg naar de vestiging van Noreal te Soest (Duitsland).
2.2. Massong heeft bedoelde opdracht uitbesteed aan Beurskens, waarbij is afgesproken dat Beurskens op 21 april 2006 de partij monitoren zou laden bij de vestiging van Ingram te Tilburg.
2.3. Beurskens heeft op 21 april 2006 de vracht bij Ingram geladen en bij terugkeer in Tegelen opgeslagen in haar beveiligde loods, met de bedoeling om het vervoer op maandag 24 april 2006 te vervolgen.
2.4. Op zondag 23 april 2006 heeft Beurskens ontdekt dat er ingebroken was in de loods en dat de trailer met inhoud was weggenomen.
2.5. Massong heeft Beurskens op 24 april 2006 aansprakelijk gesteld voor het geval dat Massong voor vergoeding van schade als gevolg van de diefstal van de lading zou worden aangesproken.
3. De vordering
3.1. Beurskens vordert dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis voor recht zal verklaren dat Beurskens jegens Ingram, Noreal, Massong en Microsource, althans jegens Ingram en/of jegens Noreal en/of jegens Massong en/of jegens Microsource niet, subsidiair niet onbeperkt, meer subsidiair slechts beperkt te weten tot de tegenwaarde van het bruto gewicht vermenigvuldigd met het bedrag der beperkte CMR-aansprakelijkheid ad 8,33 SDR per kilogram, aansprakelijk is voor de schade als gevolg van de diefstal bij Beurskens van de hiervoor sub 2.3. bedoelde zaken in het weekend van 22 en 23 april 2006, een en ander met veroordeling van Ingram, Noreal, Massong en Microsource hoofdelijk, althans met veroordeling van Ingram en/of Noreal en/of Massong en/of Microsource in de kosten van deze procedure, de vertaalkosten daaronder begrepen.
3.2. Op hetgeen Beurskens aan haar vordering ten grondslag heeft gelegd zal, voor zover van belang, hierna nader worden ingegaan.
4. Het verweer van Noreal en Microsource
4.1. Noreal en Microsource concluderen dat de rechtbank Beurskens bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis niet-ontvankelijk zal verklaren in haar vordering, althans haar deze zal ontzeggen met haar veroordeling in de kosten van het geding.
4.2. Op het verweer van Noreal en Microsource zal, voor zover van belang, hierna nader worden ingegaan.
5. Het verweer van Massong
5.1. Massong concludeert dat de rechtbank Beurskens niet-ontvankelijk zal verklaren in haar vordering, althans haar deze zal ontzeggen, althans -uiterst subsidiair- voor zover enig deel van de vordering van Beurskens wordt toegewezen, de vordering slechts zal toewijzen tot een omvang die bewerkstelligt dat het door deze rechtbank te wijzen vonnis, qua inhoud en strekking verenigbaar is met een eindvonnis van de rechtbank te Arnsberg, gewezen enerzijds in de hoofdzaak aldaar aanhangig tussen Noreal en Massong en anderzijds ter zake van de aanspraak tot vrijwaring van Massong tegen Beurskens, een en ander met haar veroordeling in de kosten van het geding.
5.2. Op het verweer van Massong zal, voor zover van belang, hierna nader worden ingegaan.
6. De beoordeling
6.1. De tussen Massong en Beurskens gesloten overeenkomst heeft betrekking op grensoverschrijdend wegvervoer, waarop het Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR), Trb. 1957, 84, van toepassing is.
6.2. In deze procedure is komen vast te staan dat Noreal op 21 juni 2006 bij het Landgericht Arnsberg (Duitsland) een dagvaarding heeft ingediend, waarbij Noreal heeft gevorderd Massong ter zake van het verlies van de gestolen zaken te veroordelen tot schadevergoeding ad € 200.589,23, te vermeerderen met kosten. Beurskens heeft zich in die procedure aan de zijde van Massong in het geding te gevoegd. Massong heeft op 15 september 2006 bij voornoemd Landgericht een dagvaarding ingediend, waarbij Massong heeft gevorderd Beurskens te veroordelen om haar ter zake van bedoelde aanspraak van Noreal te vrijwaren.
6.3. Bij vonnis van het Landgericht Arnsberg d.d. 19 juli 2007 is de hoofdvordering van Noreal integraal toegewezen. De vordering in vrijwaring is eveneens bij separaat vonnis van dezelfde datum toegewezen. Zowel Massong (in de hoofdzaak) als Beurskens (in vrijwaring) hebben tegen deze vonnissen, die beide uitvoerbaar bij voorraad zijn verklaard, hoger beroep ingesteld.
6.4. Artikel 31 CMR luidt -voor zover van belang- als volgt:
“1. Alle rechtsgedingen, waartoe het aan dit Verdrag onderworpen vervoer aanleiding geeft, kunnen door de eiser behalve voor de gerechten van de bij dit Verdrag partij zijnde landen, bij beding tussen partijen aangewezen, worden gebracht voor de gerechten van het land op het grondgebied waarvan:
a) de gedaagde zijn gewone verblijfplaats, zijn hoofdzetel of het filiaal of agentschap heeft, door bemiddeling waarvan de vervoerovereenkomst is gesloten, of
b) de plaats van inontvangstneming der goederen of de plaats bestemd voor de aflevering der goederen, is gelegen;
zij kunnen voor geen andere gerechten worden gebracht.
2. Wanneer in een rechtsgeding, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, een vordering aanhangig is voor een volgens dat lid bevoegd gerecht, of wanneer in een zodanig geding door een zodanig gerecht een uitspraak is gedaan, kan geen nieuwe vordering omtrent hetzelfde onderwerp tussen dezelfde partijen worden ingesteld, tenzij de uitspraak van het gerecht, waarvoor de eerste vordering aanhangig is gemaakt, niet vatbaar is voor tenuitvoerlegging in het land, waarin de nieuwe vordering wordt ingesteld.”
6.5. Nu Beurskens op 27 februari 2006 bij deze rechtbank de onderhavige procedure aanhangig heeft gemaakt, is de onderhavige procedure eerder aanhangig gemaakt dan de hiervoor vermelde procedures in Duitsland. De bevoegdheid van deze rechtbank om van de onderhavige vordering kennis te nemen wordt dan ook niet aangetast doordat het Landgericht Arnsberg zich bevoegd heeft verklaard om zowel van de hoofdzaak als van de vrijwaringszaak kennis te nemen. Nu het deze rechtbank echter niet vrij staat om een oordeel uit te spreken over de bevoegdheid van een buitenlandse rechter, dient deze rechtbank beide vonnissen van het Landgericht Arnsberg d.d. 19 juli 2007 als een gegeven te beschouwen, zij het dat zolang nog niet is beslist op het tegen die vonnissen ingesteld hoger beroep een definitief oordeel van de Duitse rechter over de aansprakelijkheid van Beurskens nog niet bekend is.
6.6. Indien deze rechtbank over de aansprakelijkheid van Beurskens hetzelfde zou oordelen als de Duitse rechter in eerste aanleg dan wel in hoger beroep, heeft Beurskens geen belang bij een vonnis van deze rechtbank. Indien deze rechtbank over de aansprakelijkheid van Beurskens evenwel anders zou oordelen dan de Duitse rechter is er sprake van tegenstrijdige beslissingen. Aan artikel 31 lid 2 van het CRM-verdrag ligt het voorkomen van tegenstrijdige beslissingen ten grondslag. Het is immers onwenselijk indien tussen dezelfde partijen over hetzelfde onderwerp door rechters uit verschillende lidstaten tegenstrijdige vonnissen worden gewezen, omdat een gevolg daarvan is dat een toewijzend vonnis, dat gewezen is in de ene lidstaat, in een andere lidstaat niet executeerbaar is.
6.7. De vordering van Massong die ertoe strekt, te doen verklaren dat Beurskens aansprakelijk is voor de diefstalschade en haar tot betaling van schadevergoeding te doen veroordelen, berust op dezelfde oorzaak en betreft hetzelfde onderwerp als de eerdere vordering van Beurskens, die ertoe strekte te doen verklaren dat zij niet aansprakelijk is voor die schade. Het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van
6 december 1994, NJ 1995,659 dat is gewezen onder artikel 21 EEX-verdrag (welke bepaling overigens gelijkluidend is aan die van artikel 27 EEX-verordening) en waarin het Hof een regel van soortgelijke strekking heeft gegeven, is in deze analoog van toepassing. Nu de Duitse rechter over de aansprakelijkheid van Beurskens jegens Massong eerder heeft geoordeeld dan deze rechtbank, rest deze rechtbank niet anders dan zich aan de beslissing van de Duitse rechter, zodra die beslissing onherroepelijk is, te conformeren.
6.8. Bij deze stand van zaken heeft Beurskens geen rechtens te respecteren belang bij een vonnis van deze rechtbank, voor zover het betreft de jegens Massong aanhangig gemaakte procedure. Hetzelfde geldt voor de door Beurskens bij deze rechtbank jegens Ingram, Noreal en Microsource ingestelde vorderingen. Gesteld noch gebleken is dat Ingram, Noreal en/of Microsource Beurskens aansprakelijk hebben gesteld voor de diefstalschade. Uit de door Beurskens als productie 4 overgelegde aansprakelijkheidstelling door Massong d.d. 24 april 2006 “für alle evtl. an uns gerichteten Schadensansprüche in dieser Angelegenheit” kan niet worden afgeleid dat Massong in deze (mede) namens Ingram, Noreal en /of Microsource is opgetreden, laat staan dat Beurskens een reële kans loopt om door voornoemde rechtspersonen alsnog aansprakelijk te worden gesteld.
6.9. Het vorenoverwogene brengt met zich dat Beurskens in haar vordering niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.
6.10. Beurskens zal bij deze uitslag in de proceskosten worden veroordeeld.
6.11. De kosten aan de zijde van Ingram worden op nihil begroot.
6.12. De kosten aan de zijde van Massong worden begroot op:
- vast recht € 248,00
- salaris procureur € 904,00 (2,0 punten × tarief € 452,00)
Totaal € 1.152,00
6.13. De kosten aan de zijde van Noreal en Microsource worden begroot op:
- vast recht € 248,00
- salaris procureur € 904,00 (2,0 punten × tarief € 452,00)
Totaal € 1.152,00
7. De beslissing
De rechtbank
7.1. verklaart Beurskens niet-ontvankelijk in haar vordering,
7.2. veroordeelt Beurskens in de proceskosten, aan de zijde van Ingram tot op heden begroot op nihil,
7.3. veroordeelt Beurskens in de proceskosten, aan de zijde van Massong tot op heden begroot op € 1.152,--,
7.4. veroordeelt Beurskens in de proceskosten, aan de zijde van Noreal en Microsource tot op heden begroot op € 1.152,--,
7.5. verklaart dit vonnis wat betreft de tussen Beurskens enerzijds en Noreal en Microsource anderzijds uitgesproken kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.C.M. Willemse en in het openbaar uitgesproken op 3 september 2008.