ECLI:NL:RBUTR:2008:BE9430

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
28 augustus 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
SBR 08/2102 en SBR 08/2170
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van schorsing van drank- en horecavergunning en exploitatievergunning voor horecabedrijf in Utrecht

Op 28 augustus 2008 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in de zaken SBR 08/2102 en SBR 08/2170, waarin de verzoeken om opheffing van voorlopige voorzieningen zijn behandeld. Deze voorlopige voorzieningen waren eerder uitgesproken op 2 juni 2008 en 6 juni 2008, waarbij besluiten van de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht om de drank- en horecavergunning en de exploitatievergunning van een horecabedrijf in Utrecht in te trekken, waren geschorst. De verzoekers, waaronder de eigenaar van het horecabedrijf, hebben verzocht om opheffing van deze schorsingen na de ongegrondverklaring van hun bezwaren op 9 juli 2008.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat op grond van artikel 8:87, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de mogelijkheid bestaat om een voorlopige voorziening op te heffen of te wijzigen. Gezien de recente uitspraak van de rechtbank, waarbij de beroepen van de eiser tegen de besluiten van 9 juli 2008 ongegrond zijn verklaard, zijn de verzoeken om opheffing van de schorsingen toewijsbaar. De voorzieningenrechter heeft dan ook besloten de schorsingen van de besluiten van 8 mei 2008 op te heffen.

Daarnaast is bepaald dat het door verzoekers betaalde griffierecht van € 576,- wordt terugbetaald aan de gemeente Utrecht. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. B.J. van Ettekoven, met de medewerking van A. Heijboer als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector bestuursrecht
zaaknummers: SBR 08/2102 en SBR 08/2170
uitspraak van de voorzieningenrechter van 28 augustus 2008
inzake de verzoeken om opheffing van de voorlopige voorzieningen van:
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht,
verzoeker 1,
en
de burgemeester van de gemeente Utrecht,
verzoeker 2.
Inleiding
1.1 Bij uitspraak van 2 juni 2008 (SBR 08/1409) heeft de voorzieningenrechter het besluit van
verzoeker 1 van 8 mei 2008 geschorst. Bij dat besluit is de drank- en horecavergunning voor het horecabedrijf [horecabedrijf] (hierna: het horecabedrijf) aan de [adres] te Utrecht ingetrokken en is voorts bepaald dat voor dit horecabedrijf gedurende een periode van twaalf maanden geen nieuwe vergunning zal worden verleend.
1.2 Bij uitspraak van 6 juni 2008 (SBR 08/1559) heeft de voorzieningenrechter het besluit van verzoeker 2 van 8 mei 2008 geschorst. Bij dat besluit is de exploitatievergunning voor het horecabedrijf aan de [adres] te Utrecht ingetrokken en is voorts bepaald dat voor dit horecabedrijf gedurende een periode van twaalf maanden geen nieuwe vergunning zal worden verleend.
1.3 Verzoekers hebben bij besluiten van 9 juli 2008 de bezwaren tegen de besluiten van 8 mei 2008 ongegrond verklaard en laatstgenoemde besluiten gehandhaafd.
Vervolgens hebben verzoekers bij brieven van 14 juli 2008 verzocht om opheffing van de op
2 juni 2008 respectievelijk 6 juni 2008 uitgesproken schorsingen.
1.4 De verzoeken om opheffing van de schorsingen zijn op 6 augustus 2008 ter zitting behandeld, waar verzoekers zijn verschenen bij mr. E.M. Scholten en mr. B.J.M. Kock, beiden werkzaam bij de gemeente Utrecht. Voorts is verschenen [eigenaar], eigenaar en exploitant van het horecabedrijf, vergezeld zijn partner [partner eigenaar] en bijgestaan door mr. M.E. Goudriaan, advocaat te Utrecht.
Overwegingen
2.1 Op grond van artikel 8:87, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter, ook ambtshalve, een voorlopige voorziening opheffen of wijzigen.
2.2 Verzoekers hebben om opheffing van de uitgesproken schorsingen verzocht, waarbij is gewezen naar de op 9 juli 2008, verzonden 15 juli 2008, op de bezwaren van [eigenaar] genomen besluiten.
Gelet op de op uitspraak van deze rechtbank (SBR 08/2221 en SBR 08/2222) van heden, waarbij de beroepen van eiser tegen de besluiten van 9 juli 2008 ongegrond zijn verklaard, komen de verzoeken om opheffing van de schorsing voor toewijzing in aanmerking.
2.3 Het door verzoekers betaalde griffierecht ad € 576,- komt met toepassing van artikel 8:87, derde lid, van de Awb voor terugbetaling in aanmerking.
Beslissing
De voorzieningenrechter,
3.1 wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening toe in die zin dat de schorsingen van de besluiten van 8 mei 2008 worden opgeheven;
3.2 bepaalt dat het door verzoekers betaalde griffierecht ad € 576,- wordt terugbetaald aan de gemeente Utrecht door de griffier van de rechtbank.
Aldus vastgesteld door mr. B.J. van Ettekoven en in het openbaar uitgesproken op
28 augustus 2008.
De griffier: De voorzieningenrechter:
A. Heijboer mr. B.J. van Ettekoven
Afschrift verzonden op: