ECLI:NL:RBUTR:2008:BE9350
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- L.E. Verschoor
- P.J.G. van Osta
- S. Bouwman
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van seksuele geweldpleging door onvoldoende bewijs
In de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van seksuele geweldpleging, heeft de rechtbank Utrecht op 1 juli 2008 uitspraak gedaan. De verdachte werd verweten dat hij in de periode van 15 juni 2003 tot en met 15 juli 2003 in Maarssen, door middel van geweld en bedreiging, het slachtoffer, aangeduid als [aangever 1], heeft gedwongen tot seksuele handelingen. De tenlastelegging omvatte onder andere het seksueel binnendringen van het lichaam van [aangever 1]. Tijdens de zitting op 17 juni 2008 zijn zowel de verklaring van het slachtoffer als de ontkennende verklaring van de verdachte aan de rechtbank voorgelegd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig bewijs aanwezig was om tot een veroordeling te komen. Hoewel de rechtbank geen reden had om aan de verklaring van het slachtoffer te twijfelen, was er onvoldoende steunbewijs in het dossier om de verdachte te veroordelen. De rechtbank heeft ook het verzoek van de officier van justitie om het slachtoffer opnieuw te horen afgewezen, omdat dit geen toegevoegde waarde zou hebben voor het wettige bewijs.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten dat de verdachte niet bewezen kon worden geacht het ten laste gelegde feit te hebben begaan, en heeft de verdachte vrijgesproken. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. A. Emmens als griffier. Mr. S. Bouwman was niet in staat om het vonnis mede te ondertekenen.