ECLI:NL:RBUTR:2008:BD7021
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in kinderalimentatiezaak
In deze zaak heeft de moeder een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Utrecht tot wijziging van de kinderalimentatie die de vader dient te betalen voor hun dochter, geboren op een nog niet gespecificeerd geboortedatum. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bevoegde rechter de rechtbank is van de woonplaats van de minderjarige, zoals bepaald in artikel 265 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Aangezien de moeder het gezag over de minderjarige heeft, volgt de woonplaats van de minderjarige die van de moeder. Dit betekent dat de rechtbank Amsterdam bevoegd is om het verzoek te behandelen, ondanks dat de moeder domicilie heeft gekozen in Zeist. De rechtbank heeft geoordeeld dat een dergelijke domiciliekeuze niet in lijn is met de regeling van de relatieve bevoegdheid in het wetboek. De vader had eerder geen bezwaar gemaakt tegen de behandeling door de Rechtbank Utrecht, maar dit was niet voldoende om de bevoegdheid van deze rechtbank te handhaven. De rechtbank heeft vervolgens besloten om de zaak te verwijzen naar de rechtbank Amsterdam, waarbij de verweertermijn is verlengd tot 30 juli 2008. De beschikking is gegeven door mr. E. Bongers, kinderrechter, en is openbaar uitgesproken op 2 juli 2008.