ECLI:NL:RBUTR:2008:BD6651

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
8 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
577774 UV EXPL 08-198
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugkeer in functie en loonbetaling na arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft eiser, werkzaam als groepsleider bij De Opbouw, een kort geding aangespannen tegen zijn werkgever na een periode van arbeidsongeschiktheid. Eiser was van 18 maart 2007 tot 1 januari 2008 arbeidsongeschikt na een motorongeval. Tijdens zijn afwezigheid vond er een incident plaats tussen cliënten, wat leidde tot een vertrouwensbreuk binnen het team. Op 10 maart 2008 werd eiser op non-actief gesteld en kreeg hij een andere functie aangeboden, wat hij als een eenzijdige wijziging van zijn arbeidsovereenkomst beschouwde. Eiser vorderde in kort geding dat De Opbouw hem weer in zijn oorspronkelijke functie zou toelaten en dat zijn loon vanaf 30 mei 2008 zou worden doorbetaald.

De kantonrechter oordeelde dat de door De Opbouw voorgestelde functie wezenlijk anders was dan de oorspronkelijke functie van groepsleider bij De Schakel. De rechter stelde vast dat er onvoldoende bewijs was voor een niet te herstellen vertrouwensbreuk en dat de communicatieproblemen niet op eiser konden worden afgeschoven. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever niet had aangetoond dat de wijziging van de functie redelijk was en dat de terugkeer van eiser naar De Schakel niet onaanvaardbaar was. De rechter wees de vorderingen van eiser toe, inclusief de betaling van het loon en de onregelmatigheidstoeslag, en legde een dwangsom op voor het geval De Opbouw niet zou voldoen aan de uitspraak.

De uitspraak benadrukt het belang van goed werkgeverschap en de noodzaak voor werkgevers om zorgvuldig om te gaan met wijzigingen in arbeidsovereenkomsten, vooral in situaties waarin werknemers al te maken hebben gehad met arbeidsongeschiktheid en vertrouwensbreuken binnen teams.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector kanton
Locatie Utrecht
zaaknummer: 577774 UV EXPL 08-198
kort geding vonnis d.d. 8 juli 2008
inzake
[eiser,]
wonende te Utrecht,
verder ook te noemen [eiser],
eisende partij,
gemachtigde: mr. C. Steijgerwalt, advocaat te Utrecht,
tegen:
de stichting STICHTING DE OPBOUW,
statutair gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen De Opbouw,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. M.E. Stefels, advocaat te Utrecht.
Verloop van de procedure
[eiser] heeft De Opbouw in kort geding doen dagvaarden.
De zitting heeft plaatsgevonden op 18 juni 2008. Daarvan is aantekening gehouden en proces-verbaal opgemaakt.
Hierna is uitspraak bepaald.
Het geschil en de beoordeling daarvan
1. In deze zaak kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
1.1 [eiser] is op 1 maart 1998 bij De Opbouw in dienst getreden in de functie van groepsleider tegen een salaris van laatstelijk € 2.397,00 bruto exclusief emolumenten.
1.2 Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Gehandicaptenzorg 2007/2008 van toepassing.
Artikel 3.10 lid 4 van deze CAO luidt:
”Artikel 3:10 Algemeen
1. De werknemer is verplicht al datgene te doen dan wel na te laten wat een goed werknemer in diens plaats zou doen dan wel nalaten.
2. De werknemer is verplicht de overeengekomen werkzaamheden naar zijn beste vermogen te verrichten en zich daarbij te gedragen naar de aanwijzingen door of vanwege de werkgever gegeven, zulks met inachtneming van het doel van de instelling en van hetgeen is neergelegd in een professioneel statuut/beroepscode, zoals dit per beroepsgroep is geformuleerd en door partijen bij deze CAO bekrachtigd.
3. Onverminderd het gestelde in de vorige leden, heeft de werknemer het recht op grond van ernstige gewetensbezwaren het uitvoeren van bepaalde opdrachten te weigeren. In dit geval draagt de werkgever er zorg voor dat binnen de afdeling van de betrokken werknemer zodanige maatregelen worden getroffen dat dit recht effectueerbaar is. De werkgever draagt zorg voor een adequate informatievoorziening aan alle betrokkenen binnen de afdeling.
4. Binnen redelijke grenzen en voorzover dit uit het belang van het werk, de instelling, dan wel bijzondere omstandigheden voortvloeit, is de werknemer - na overleg - verplicht om voor een maximale duur van 3 maanden in te stemmen met:
a. het tijdelijk verrichten van andere werkzaamheden die in redelijke mate aansluiten bij zijn functie;
b. tijdelijke wijzigingen in de regeling van zijn arbeidsduur en/of werktijden, overwerk inbegrepen;
c. tijdelijke wijzigingen in de plaats van tewerkstelling.”
1.3 [eiser] verricht zijn werkzaamheden als groepsleider bij De Schakel. De Schakel is een instelling voor verstandelijk gehandicapten en vormt een samenwerkingsverband met meerdere instellingen in Opbouwnet Utrecht. Opbouwnet Utrecht en de samenwerkende instellingen zijn aangesloten bij De Opbouw.
Doelgroep van De Schakel is de leeftijdscategorie 4 tot 21 jaar. De pupillen zijn verdeeld over drie groepen - groep 1/2, 3/4 en 5/6 - verdeeld over drie locaties. [eiser] is werkzaam in groep 3/4 op de locatie te Huis ter Heide.
1.4 Met [eiser] hebben geen functioneringsgesprekken plaatsgevonden.
1.5 Medio 2006 is een nieuwe locatiemanager aangetreden. In de periode daarna hebben zich tussen de groepsleiding enerzijds en het management anderzijds communicatieproblemen voorgedaan welke gedurig onderwerp van bespreking waren.
1.6 [eiser] is, als gevolg van een motorongeval, arbeidsongeschikt van 18 maart 2007 tot 1 januari 2008. In die periode, in november 2007, vindt een incident plaats tussen twee cliënten van groep 3/4 waarbij sprake was van seksueel misbruik.
Op verzoek van de directeur werkmaatschappij VG F. [T.] (verder ook te noemen [T.]) is door de projectmanager bij Zorgpalet Baarn-Soest, [H.], een onderzoek naar het incident ingesteld. Van dit onderzoek is een rapport opgemaakt gedateerd 14 februari 2008. De eindconclusie van dit rapport luidt:
”(…) Betrokkenen zijn geraakt door het plaatsgevonden incident. Het wel of niet toestaan van relaties onder één dak betekent nog niet dat een dergelijk incident voorkomen kan worden. Tussen het team enerzijds en de BC en TL anderzijds tref ik onvoldoende vertrouwen aan. Door het team wordt de LM aan de zijde van de BC en Tl geplaatst. Illustratief hiervoor is dat het team het onderzoeksgesprek niet in de aanwezigheid van de LM wilde voeren. Hieraan is door de LM in het belang van het onderzoek tegemoet gekomen.
Vertrouwen is nodig om zorgvuldige keuzes in de begeleiding en behandeling te maken en deze eenduidig tot uitvoer te brengen. Aan beide heeft het in deze situatie ontbroken. Dit draagt zeker een risico in zich voor andere complexe vraagstukken.
Onvoldoende vertrouwen leidt tot een onvoldoende samenwerking, een niet open communicatie en onvoldoende feedback naar elkaar. En dat is precies wat ik in deze situatie heb aangetroffen.
Advies:
Betrokkenen moeten met deze uitkomst geconfronteerd worden en de ruimte krijgen om hier ieder voor zich op te reageren en de eigen positie te bepalen. Bij een niet te herstellen vertrouwen, dat ieder voor zich, individueel moet vaststellen en uitspreken, is ingrijpen in de brede teamsamenstelling, (team 3/4, TL, BC, LM) de enige optie. (…)”
1.7 Op 10 maart 2008 is [eiser] op non-actief gesteld.
Bij brief van dezelfde datum deelt [T.] aan mee:
”(…) In het zojuist gehouden gesprek heb ik je op de hoogte gesteld van de volgende besluiten:
1. In gezamenlijk overleg treedt [G.] terug als leidinggevende van de Schakel vanaf morgen.
2. Vanaf morgen stel ik een interim manager aan voor een periode van vier tot zes maanden.
3. Vanaf vandaag werk je niet meer op de Schakel maar krijg je een functie binnen de werkmaatschappij VG in het verantwoordelijkheidgebied van de sectormanager [B.]. Met hem zal je verdere afspraken maken waar en wanneer je in die functie zult starten.
Bovenstaande maatregelen heb ik getroffen in verband met de vertrouwensbreuk tussen team ¾ en de leiding van de Schakel. Deze breuk heeft geleid tot een ernstig verstoorde communicatie, het ontbreken van samenwerking en het ontbreken van effectieve feedback. Ook is het professionele systeem van de Schakel onvoldoende ontwikkeld om de veiligheid en begeleiding van de bewoners van de Schakel te garanderen.
Om voor de interim manager een situatie te creëren die maximaal de mogelijkheid biedt om op korte termijn sterke verbeteringen aan te brengen, heb ik besloten zowel aan de kant van de leiding als de kant van het team ruimte te creëren.
Ik heb ervoor gekozen jou een andere functie aan te bieden omdat ik zie dat jij een van de bepalende factoren bent in de niet effectieve manier van communiceren en een oplossing mogelijk zou kunnen blokkeren.
Ondanks dat ik er begrip voor heb dat je deze maatregel niet prettig zult vinden, doe ik een beroep op je, in de nieuwe situatie, je energie op een positieve manier in te zetten.”
1.8 [eiser] heeft zich beschikbaar gehouden voor het verrichten van arbeid, met dien verstande dat enige tijd sprake was van arbeidsongeschiktheid mede in verband met de gerezen spanning, waarna de bedrijfsarts een time out heeft geadviseerd.
1.9 Vanaf 30 mei 2008 is door De Opbouw de loonbetaling aan [eiser] opgeschort.
2. [eiser] vordert - kort gezegd - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, De Opbouw te veroordelen om hem tot de overeengekomen werkzaamheden toe te laten op verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag, alsmede De Opbouw te veroordelen tot betaling van het loon vanaf 30 mei 2008 en de onregelmatigheidstoeslag van gemiddeld € 300,00 per maand vanaf 10 maart 2008 tot de rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsovereenkomst, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7: 625 BW en de wettelijke rente, met veroordeling van De Opbouw in de kosten van de procedure.
[eiser] stelt daartoe - zakelijk weergegeven - dat sprake is van een eenzijdige wijziging van de arbeidsovereenkomst en dat daarbij de toets van artikel 6: 248 BW geldt. Nu er geen wijzigingsbeding in de arbeidsovereenkomst is opgenomen dient de toetsing zwaarder te wegen dan in het geval zulk een beding wel was overeengekomen. De werkgever kan deze zware toets niet doorstaan.
Slecht management kan niet op de werknemers worden afgeschoven. De leiding is nu vervangen en de teams kunnen weer beginnen met opbouwen van een vertrouwensrelatie en een betere communicatie. De verwijdering van [eiser] is daarvoor overbodig. Daarnaast is van een negatieve invloed van [eiser] niet gebleken. Een beoordeling waarbij dit aan de orde komt heeft niet plaatsgevonden. Van disfunctioneren is geen sprake. Verder zou de overplaatsing gebaseerd zijn op de bevindingen van [T.]. Deze heeft slechts eenmaal een inhoudelijk gesprek gehad waar [eiser] bij aanwezig was. Dit gesprek was geen persoonlijk gesprek maar een groepsgesprek. Bovendien wijst het naar aanleiding van het incident opgemaakte rapport [eiser] niet expliciet aan als degene die het proces van noodzakelijke verandering zal boycotten.
[eiser] is van mening dat sprake is van willekeur. Het voorstel dat hij elders een andere functie moet gaan vervullen is in strijd met de redelijkheid en billijkheid en is tevens in strijd met goed werkgeverschap.
4. De Opbouw concludeert tot afwijzing van de gevraagde voorzieningen. Zij stelt zich, onder verwijzing naar het zogenaamde Taxi-Hofman arrest van de Hoge Raad uit 1998, op het standpunt dat sprake was van gewijzigde omstandigheden en een redelijk voorstel zijdens de werkgever. Het zou naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn indien zij [eiser] op De Schakel zou moeten handhaven.
De Opbouw voert aan in het op haar beslissing volgend traject uiterst zorgvuldig te hebben gehandeld en daarbij gericht te zijn geweest op de belangen van de betrokken werknemers, i.c. [eiser]. Op alle mogelijke manieren heeft zij kenbaar gemaakt dat zij wenst te behouden voor de organisatie, zijn toekomst veilig wenst te stellen en bereid is daar moeite en energie in te steken en kosten te maken. [eiser] is er op gewezen dat van hem als medewerker medewerking en flexibiliteit wordt verwacht en dat uit een oogpunt van goed werknemerschap op zijn medewerking mag worden gerekend. [eiser] wenst echter niet haar voorstellen in te gaan en weigert elk overleg.
5. De kantonrechter overweegt het volgende.
5.1. Voorop staat dat niet is uitgesloten dat de omstandigheden zodanig wijzigen dat wijziging van de organisatiestructuur noodzakelijk is, met een andere wijze van management en dat zich in dat kader de situatie kan voordoen dat van de werknemer wijziging van de functie gevraagd kan worden. Onvoldoende aannemelijk is dat een zodanige situatie zich hier voordoet.
5.2. Ook indien zou worden uitgegaan van de toets die de Opbouw voorstaat moet haar standpunt worden verworpen. Het onderhavige voorstel van De Opbouw acht de kantonrechter niet redelijk en terugkeer van [eiser] naar De Schakel is geenszins onaanvaardbaar. Daarbij dient het volgende in aanmerking te worden genomen.
In de eerste plaats kan uit de conclusie van het rapport naar aanleiding van het incident in november 2007 niet worden opgemaakt dat sprake zou zijn van een niet te herstellen vertrouwen. Bovendien is met het vertrek van de locatiemanager de teamsamenstelling reeds gewijzigd. Daarnaast heeft [M.] een vlekkeloze staat van dienst, behoudens de communicatieproblemen in de laatste twee jaar, waarbij overigens van een gedocumenteerd aanspreken op het – mogelijk – in zoverre disfunctioneren in die periode niet is gebleken. Verder heeft [eiser] met zijn collega [M.] aangeboden om in twee verschillende teams te gaan. Er zijn voldoende aanwijzingen dat deze teams (deels op verschillende locaties, in ieder geval betreft het verschillende wooneenheden) zodanig onderscheiden zijn dat dit enige invloed zal hebben op gesignaleerd informeel leiderschap en haperen van het groepsproces. Ten slotte legt het voorstel vanwege de koppeling met het incident in november 2007 toch een stigmatiserend verband, waarbij overigens geldt dat [eiser] ruim voor en na het incident arbeidsongeschikt was.
Wel aannemelijk is dat ook werknemers positief moeten investeren in het toekomstige groepsproces en De Opbouw zal misschien moeten investeren in de begeleiding van dat groepsproces.
5.3. De door De Opbouw voor [eiser] voorgestelde functie betreft werkzaamheden als groepleider in Maartensdijk met verstandelijk gehandicapte bewoners in de leeftijdcategorie van 22 tot 67 jaar met een gemiddelde leeftijd van 50 jaar. Aannemelijk is dat het gaat om een wezenlijk andere functie. Plaatsing naar de aangeboden functies kan naar het oordeel van de kantonrechter niet gelden als tijdelijk conform de CAO. De bedoeling is namelijk niet terugkeer naar De Schakel, maar plaatsing buiten De Schakel en daarna (eventueel) doorplaatsing, niet de terugkeer naar de oude functie.
5.4. Het vorenstaande leidt er toe dat de gevraagde voorziening tot toelating van het verrichten van de bedongen werkzaamheden en doorbetaling loon en onregelmatigheidstoeslag zal worden toegewezen, waarbij de met betrekking tot de wedertewerkstelling gevorderde dwangsom zal worden toegewezen tot een maximum van € 30.000,00. Voor de onregelmatigheidstoeslag geldt, dat weliswaar geen onregelmatige uren zijn gewerkt, maar dat dit voor rekening van De Opbouw moet komen. Het had op de weg van De Opbouw gelegen de opbouw van de gemiddelde ORT te berekenen. Nu zij dit nalaat zal de kantonrechter uitgaan van het standpunt ter zake van eiser. De bij de vordering tot doorbetaling van het loon en onregelmatigheidstoeslag gevorderde wettelijke verhoging zal worden beperkt tot 20% en worden toegewezen vanaf de data van de respectievelijke opeisbaarheid van de betreffende bedragen.
6 Als de in het ongelijk gestelde partij zal De Opbouw worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
Beslissing
De kantonrechter:
geeft de volgende onmiddellijke voorziening:
veroordeelt De Opbouw om [eiser] binnen 24 uur na betekening van dit vonnis in staat te stellen de werkzaamheden op de gebruikelijke wijze te hervatten op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per (gedeelte van een) dag met een maximum van € 30.000,00 aan te verbeuren dwangsommen in totaal;
veroordeelt De Opbouw om aan [eiser] tegen bewijs van kwijting te betalen:
- het loon van € 2.397,00 bruto per maand vanaf 30 mei 2008 tot de rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsovereenkomst;
- de onregelmatigheidstoeslag van gemiddeld € 300,00 per maand vanaf 1 maart 2008 tot de rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsovereenkomst;
- de wettelijke verhoging ex artikel 7: 625 BW ad 20 % over alle loonbedragen vanaf de data van de respectievelijke opeisbaarheid van de betreffende bedragen;
- de wettelijke rente over de som van voornoemde bedragen, voor wat betreft de bedragen die opeisbaar zijn op het tijdstip van dagvaarden en voor wat betreft de bedragen die nadien opeisbaar zijn vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van die bedragen tot aan de dag van voldoening;
veroordeelt De Opbouw tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 592,44 waarin begrepen € 400,00 aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Grapperhaus, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2008.