ECLI:NL:RBUTR:2008:BD5878
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van verzoek tot goedkeuring van afwijkende huurvoorwaarden in franchiseovereenkomst
In deze zaak hebben verzoekers, IPIC Nederland BV en [verzoeker sub 2], een verzoek ingediend tot goedkeuring van afwijkende bedingen in een huurovereenkomst, zoals bedoeld in artikel 7:291 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. Het verzoek is behandeld op 16 april 2008, waarbij IPIC de noodzaak van de afwijkingen heeft onderbouwd met financiële argumenten en risico's verbonden aan de exploitatie van de wasstraat. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de voorgestelde afwijkingen de rechten van de huurder wezenlijk aantasten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bedingen in de huurovereenkomst, die onder andere voorzien in beëindiging zonder rechterlijke toetsing, een te grote inbreuk maken op de rechten van de huurder. Dit is in strijd met de bescherming die de wet biedt aan huurders van bedrijfsruimte.
De kantonrechter heeft verder overwogen dat de financiële belangen van IPIC, hoewel significant, niet opwegen tegen de inbreuk op de rechten van de huurder. De wetgever heeft expliciet bepaald dat dergelijke afwijkingen niet zonder meer goedgekeurd mogen worden, vooral niet in gevallen waar de maatschappelijke positie van de huurder in vergelijking met die van de verhuurder onevenwichtig is. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de huurder in dit geval niet in een positie verkeert waarin hij de bescherming van de wettelijke bepalingen kan missen. Daarom is het verzoek tot goedkeuring van de afwijkende bedingen afgewezen, en zijn de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.