ECLI:NL:RBUTR:2008:BD4443
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging erkenning van vaderschap en de rol van de bijzondere curator in het familierecht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht, betreft het een verzoek tot vernietiging van de erkenning van een minderjarige door de juridische vader. De zaak is gestart met een verzoekschrift dat op 13 juni 2007 is ingediend, waarbij mr. E.J.A.A. van Dal is benoemd tot bijzondere curator over de minderjarige. De kinderrechter heeft op 8 oktober 2007 een zitting gehouden, waarbij besloten is om een raadsonderzoek te gelasten in plaats van een eindbeschikking. Dit besluit is genomen om de belangen van de minderjarige te waarborgen, aangezien er twijfels bestonden over de biologische afstamming van de minderjarige en de rol van de juridische vader.
De kinderrechter heeft in haar beoordeling benadrukt dat er geen belangenafweging plaatsvindt, maar dat het gaat om de vraag of de ontkenning van het vaderschap aanvaardbaar is. De kinderrechter heeft hierbij het belang van de minderjarige vooropgesteld en verwezen naar eerdere jurisprudentie. De juridische vader heeft aangegeven dat hij zowel financieel als emotioneel een belangrijke rol in het leven van de minderjarige wil blijven spelen, en dat hij niet uitsluit in de toekomst opnieuw tot erkenning over te gaan.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ontkenning van het vaderschap verstrekkende gevolgen heeft voor de minderjarige en dat er grote zorgvuldigheid geboden is. Daarom is besloten om de zaak aan te houden in afwachting van het raadsonderzoek, dat noodzakelijk wordt geacht om de belangen van de minderjarige goed te kunnen beoordelen. De rechtbank heeft de zaak pro forma aangehouden tot de terechtzitting van 7 februari 2008, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.