ECLI:NL:RBUTR:2008:BD4295
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing op bezwaar einddeclaratie deskundigen in civiele procedure tussen Kremer en Boport
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 18 juni 2008 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap INSTALLATIETECHNIEK KREMER B.V. (eiseres in conventie, verweerster in reconventie) en BOPORT TELECOMMUNICATION B.V. (gedaagde in conventie, eiseres in reconventie). De zaak betreft een bezwaar tegen de einddeclaratie van een deskundige die was aangesteld in het kader van een geschil tussen partijen. De deskundige had op 29 januari 2008 een einddeclaratie ingediend, die bestond uit een bedrag van EUR 13.923,00 voor het gevraagde voorschot en EUR 6.896,88 aan extra gemaakte kosten. Partijen maakten bezwaar tegen het aanvullende bedrag, stellende dat de deskundige zijn opdracht had aanvaard op basis van een 'fixed price', wat zou betekenen dat extra kosten voor zijn rekening zouden komen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de deskundige meer testen heeft uitgevoerd dan in het onderzoeksvoorstel was vermeld, en dat de extra kosten die voortvloeiden uit de keuze voor een test met een dialer niet in rekening konden worden gebracht. De rechtbank oordeelde dat de deskundige niet onverkort aan de prijs van EUR 11.700,-- exclusief BTW kon worden gehouden, omdat de extra kosten niet gerechtvaardigd waren. De rechtbank heeft het bezwaar van partijen tegen de einddeclaratie deels gegrond verklaard en het totaal aantal gedeclareerde uren verminderd met 25 uur, wat resulteerde in een vaststelling van de einddeclaratie op EUR 14.683,20, inclusief BTW.
De rechtbank heeft bepaald dat Kremer het aanvullende bedrag van EUR 760,20 ter griffie moet deponeren binnen twee weken na ontvangst van een betalingsverzoek van de civiele griffie. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. J.M. Willems.