ECLI:NL:RBUTR:2008:BD4293
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om openstelling tussentijds hoger beroep in een civiele zaak met betrekking tot koopovereenkomsten en geestelijke stoornis
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht, is op 18 juni 2008 een vonnis gewezen in het kader van een verzoek om tussentijds hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen [eiser] en [gedaagde], waarbij [eiser] zich in een kwetsbare positie bevond door een geestelijke stoornis ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomsten. De rechtbank heeft het verzoek van [gedaagde] om tussentijds hoger beroep toe te staan, afgewezen. Dit verzoek was ingediend op 13 mei 2008, naar aanleiding van een tussenvonnis van 16 april 2008. De rechtbank heeft [eiser] de gelegenheid gegeven om op het verzoek te reageren, waarop bezwaar werd gemaakt door [eiser] via zijn procureur, mr. Van Schaik.
De rechtbank overwoog dat het tussenvonnis geen beslissing op een controversiële rechtsvraag inhield, maar een waardering van deskundigenrapporten. De deskundigen hadden onafhankelijk van elkaar geconcludeerd dat [eiser] ten tijde van de koopovereenkomsten leed aan een geestelijke stoornis, waardoor deze overeenkomsten vernietigbaar zijn. De rechtbank achtte de kans dat het gerechtshof in hoger beroep tot een ander oordeel zou komen, niet groot. Bovendien zou het toestaan van het hoger beroep de procedure niet significant versnellen, gezien de reeds lange duur van de procedure en de leeftijd van [eiser].
De rechtbank benadrukte dat de kwestie niet alleen om schadevergoeding ging, maar ook om de terugkeer van [eiser] naar zijn boerenbedrijf, dat hij door de koopovereenkomsten had moeten opgeven. Gezien de lange duur van de procedure en de omstandigheden van [eiser], was het niet redelijk om hem te laten wachten op de uitkomst van een tussentijds hoger beroep. Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek om openstelling van tussentijds hoger beroep afgewezen.