ECLI:NL:RBUTR:2008:BD3509
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.P. Gerrits-Janssens
- W. Foppen
- D.J.A. Kuipers
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 28 mei 2008 uitspraak gedaan in een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De veroordeelde, geboren in 1986 en thans gedetineerd in P.I. Utrecht, was eerder veroordeeld voor het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De vordering van de officier van justitie, gedateerd 17 april 2008, strekte tot het vaststellen van het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel, dat geschat werd op maximaal € 2.765,00. De rechtbank heeft de opbrengst van de strafbare feiten berekend op € 1.519,00, gebaseerd op de verklaringen van de veroordeelde over zijn activiteiten als dealer van speed.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde in de periode van 1 januari 2007 tot en met 30 januari 2008 heeft gehandeld in speed, waarbij hij in de eerste negen maanden voor iemand anders heeft gedeald en in de laatste drie maanden voor zichzelf. De rechtbank heeft de opbrengst uit deze periode door twee gedeeld, wat leidde tot de uiteindelijke schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verplichting tot betaling aan de Staat van het geschatte voordeel kan worden opgelegd, zonder dat er kosten in mindering hoeven te worden gebracht.
De beslissing van de rechtbank houdt in dat de veroordeelde verplicht wordt gesteld tot betaling van € 1.519,00 aan de Staat. De rechtbank heeft het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij mr. Kuipers niet in de gelegenheid was om het vonnis mee te ondertekenen.