ECLI:NL:RBUTR:2008:BD3239
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens sluiting van de vestiging en de eisen van goed werkgeverschap
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 4 juni 2008 uitspraak gedaan over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van [verweerder] met de besloten vennootschap Curtis Instruments B.V. De zaak kwam voort uit het verzoek van Curtis om de arbeidsovereenkomst te ontbinden vanwege de sluiting van de vestiging in Bunnik. Curtis, een onderdeel van de internationale Curtis-groep, had besloten de vestiging te sluiten op basis van beleidsredenen, waaronder de complexiteit van de vennootschapsstructuur en de noodzaak om de winstgevendheid te verbeteren. [verweerder], die sinds 2001 als General Manager bij Curtis werkzaam was, betwistte de sluiting en de wijze waarop deze was gecommuniceerd. Hij voerde aan dat hij niet betrokken was bij de besluitvorming en dat zijn vestiging winstgevend was.
De kantonrechter oordeelde dat Curtis zich niet als goed werkgever had gedragen. De rechter benadrukte dat, hoewel de werkgever beleidsvrijheid heeft, deze niet onbeperkt is en dat de eisen van goed werkgeverschap in acht moeten worden genomen. De kantonrechter stelde vast dat Curtis onvoldoende had onderbouwd waarom de sluiting noodzakelijk was en dat er geen adequate pogingen waren gedaan om [verweerder] een andere functie binnen het concern aan te bieden. De rechter oordeelde dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst in overwegende mate te wijten was aan Curtis, wat resulteerde in een ontbindingsvergoeding van € 151.500,- bruto voor [verweerder].
De uitspraak benadrukt het belang van goede communicatie en betrokkenheid van werknemers bij belangrijke beslissingen binnen een onderneming, evenals de noodzaak voor werkgevers om hun besluiten adequaat te onderbouwen, vooral wanneer deze ingrijpende gevolgen hebben voor werknemers.