ECLI:NL:RBUTR:2008:BD2180
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.F. Bueno
- W. Foppen
- M.P. Gerrits-Janssens
- Rechtspraak.nl
Mensenhandel en uitbuiting van een jonge vrouw door een relatie met de verdachte
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 21 mei 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van mensenhandel. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drieëneenhalf jaar. De zaak betreft een jonge vrouw die tussen 2002 en 2004 door de verdachte werd gedwongen om in de prostitutie te werken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de vrouw, met wie hij een relatie had, onder druk zette door haar te manipuleren en te bedreigen. De vrouw moest haar inkomsten aan de verdachte afstaan, die haar ook dwong om zijn naam op haar lichaam te laten tatoeëren. De rechtbank achtte de verklaringen van het slachtoffer consistent en ondersteund door getuigenverklaringen en ander bewijs. De verdachte ontkende de beschuldigingen, maar zijn verklaringen werden als ongeloofwaardig beschouwd. De rechtbank concludeerde dat de verdachte op grove wijze misbruik had gemaakt van de kwetsbaarheid van het slachtoffer en dat hij haar lichamelijke en geestelijke integriteit ernstig had beschadigd. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer bij het bepalen van de straf. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 50.000 aan het slachtoffer, bestaande uit zowel materiële als immateriële schade.