ECLI:NL:RBUTR:2008:BD2024

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
16 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
247750/ JE RK 08-905
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdzorg voor meerderjarigen met ernstige gedragsproblemen

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 16 mei 2008 een beschikking gegeven met betrekking tot de jeugdige [kind], geboren op 1 juli 1990. [kind] is als alleenstaande minderjarige vluchteling naar Nederland gekomen en heeft een verleden van ernstige gedragsproblemen, waaronder alcohol- en drugsmisbruik, en is in aanraking gekomen met politie en justitie. Na verschillende plaatsingen in jeugdzorginstellingen en een behandeltraject, is [kind] in juni 2007 begeleid op kamers gaan wonen, maar heeft hij zich niet kunnen handhaven in de maatschappij. De rechtbank heeft vastgesteld dat [kind] ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen heeft die zijn ontwikkeling naar volwassenheid belemmeren. Nidos, de voogdijinstantie, heeft verzocht om een machtiging voor gesloten jeugdzorg, omdat [kind] geen vrijwillige hulp wenst en zijn gedragsproblemen zo ernstig zijn dat intensieve jeugdzorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft besloten om de machtiging voor gesloten jeugdzorg te verlenen voor een periode van vier maanden, met de mogelijkheid tot verlenging, en heeft daarbij het belang van een nieuw psychologisch onderzoek benadrukt. De rechtbank is van mening dat een gerichte voortzetting van de behandeling kan bijdragen aan de ontwikkeling van [kind] naar volwassenheid, maar heeft ook aangegeven dat de vrijheidsontneming in verhouding moet staan tot het te verwachten resultaat van de behandeling. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
Nieuwe machtiging gesloten jeugdzorg
zaaknummer: 247750 / JE RK 08-905
beschikking van 16 mei 2008 van de kinderrechter met betrekking tot de jeugdige:
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats], op 1 juli 1990,
Verder te noemen: [kind].
Stichting Nidos jeugdbescherming voor vluchtelingen, verder te noemen: Nidos, is belast met de voogdij over [kind].
1. Verloop van de procedure
Nidos heeft op 14 april 2008 verzocht een machtiging te verlenen om de jeugdige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg te doen opnemen en te doen verblijven.
Daarbij zijn overgelegd het hulpverleningsplan en verslag van het verloop van de ondertoezichtstelling, afschriften van het indicatiebesluit en een instemmingsverklaring van de gedragskundige.
Aangezien verlening van een machtiging in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg is verzocht, is aan de jeugdige als raadsman toegevoegd mr. F.X.D.A. Hagens.
Op 15 mei 2008 heeft de kinderrechter het verzoek ter terechtzitting met gesloten deuren behandeld.
2. Beoordeling van het verzochte
Nidos heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 29b lid 3 van de Wet op de jeugdzorg. Ter toelichting heeft zij in het verzoekschrift een beeld geschetst van de achtergrond en de problemen met [kind], dat samengevat en in samenhang met de overgelegde producties op het volgende neerkomt.
[kind] is op 8 februari 1999 samen met een oudere zus naar Nederland gekomen als alleenstaande minderjarige vluchteling. Zijn vroege jeugdjaren kenmerken zich door oorlogsgeweld in Burundi. Zijn moeder is vermoord en zijn vader is vermist.
Na aankomst in Nederland heeft [kind] ongeveer vijf jaar bij een oom en tante gewoond.
Vanaf 2004 vertoont [kind] gedragsproblemen, die er toe hebben geleid dat hij uit huis is geplaatst naar een woongroep. Deze plaatsing is beëindigd vanwege grensoverschrijdend en oppositioneel gedrag van [kind], waarna [kind] op verschillende crisisplaatsen is opgevangen. [kind] is in juni 2005 psychologisch onderzocht door FORA. Dit heeft geresulteerd in het advies [kind] een behandeltraject te laten doorlopen van een gesloten leefgroep naar een open leefgroep en vervolgens te laten doorstromen naar een kamertrainingscentrum. In navolging van dit advies is [kind] in augustus 2005 geplaatst in de justitiële jeugdinrichting De Heuvelrug, locatie Overberg. In februari 2006 is [kind] doorgeplaatst naar de open afdeling het Egelmeer. Vanaf eind augustus 2006 heeft [kind] in een residentiële leef- en behandelgroep te Amersfoort verbleven. In juni 2007 is [kind] begeleid op kamers gaan wonen. Ondanks de begeleiding die [kind] heeft ontvangen is het hem niet gelukt zich maatschappelijk staande te houden: hij is van school gestuurd, het lukt hem niet om aan het arbeidsproces deel te (gaan) nemen en hij is in aanraking gekomen met politie en justitie op verdenking van diefstal met geweld. Gebleken is voorts dat [kind] regelmatig alcohol en drugs gebruikt, hetgeen er in een periode van enkele maanden drie maal toe heeft geleid dat hij met een drugsgerelateerde psychose kortdurend gedwongen opgenomen is geweest in een psychiatrisch ziekenhuis. Sinds zijn (laatste) ontslag uit het ziekenhuis verblijft [kind] op verschillende plaatsen bij vrienden. [kind] is in het kader van een strafzaak besproken in het indicatieoverleg van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP). Het NIFP heeft geadviseerd een nieuw psychologisch onderzoek te laten verrichten, met daarbij extra aandacht voor forensisch transculturele aspecten. [kind] heeft aangegeven niet vrijwillig aan een onderzoek mee te werken.
Nidos is op grond van bovenvermelde feiten en omstandigheden van oordeel dat de gedragsproblemen van [kind] zo ernstig zijn dat zijn behandeling moet worden hervat binnen het kader van gesloten jeugdzorg en dat binnen dat kader ook het geadviseerde psychologisch diagnostisch onderzoek dient plaats te vinden. Het is het streven en ook de verwachting van Nidos dat [kind] nog voor zijn achttiende verjaardag geplaatst kan worden binnen de gesloten jeugdzorg.
[kind] heeft verweer gevoerd tegen het verzoek. Hij heeft betwist de ernst van de geschetste problemen en is van mening dat hij zich wel zelfstandig kan handhaven . Zijn advocaat heeft aangevoerd dat het verzoek van Nidos onvoldoende is onderbouwd. Hij heeft er voorts op gewezen dat [kind] over enkele maanden meerderjarig is en dat hij al eerder een behandeltraject heeft doorlopen. Volgens de advocaat van [kind] heeft dit eerdere behandeltraject weinig resultaat opgeleverd.
Nidos heeft betwist dat het eerdere behandeltraject weinig resultaten heeft opgeleverd. Volgens Nidos heeft [kind] veel geleerd tijdens zijn behandeling, maar is er wel sprake van een zorgelijke terugval.
Naar het oordeel van de rechtbank blijk uit de verklaringen van de gehoorde personen en uit de overgelegde stukken dat [kind] ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen heeft die zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren. De rechtbank is van oordeel dat [kind] zich niet zelfstandig kan handhaven en dat zijn gedragsproblemen zodanig ernstig zijn dat hij op intensieve jeugdzorg is aangewezen. Aangezien [kind] geen vrijwillige hulp wenst is het noodzakelijk dat de benodigde hulp in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg wordt verleend, om te voorkomen dat hij zich aan de zorg die hij nodig heeft zal onttrekken.
De rechtbank realiseert zich echter tevens dat [kind] binnen enkele maanden de meerderjarigheidsleeftijd zal bereiken en dat hij reeds eerder een behandeltraject heeft doorlopen. Na een gunstig verloop van dit traject is thans sprake van een zorgelijke terugval.
De rechtbank gaat ervan uit dat een gerichte voortzetting dan wel hervatting van de behandeling ertoe kan leiden dat [kind] zich in gunstige zin verder kan ontwikkelen naar volwassenheid. De rechtbank gaat er daarbij wel vanuit dat de behandeling van [kind] nog voordat hij meerderjarig wordt, wordt hervat. Met het oog daarop zal de rechtbank een machtiging voor gesloten jeugdzorg verlenen. Daarnaast en ook ten behoeve van die behandeling acht de rechtbank het noodzakelijk dat nader diagnostisch onderzoek bij [kind] wordt verricht, zoals door het NIFP is geadviseerd. De rechtbank acht zich op dit moment nog niet in staat te beoordelen of de vrijheidsontneming, die nu eenmaal inherent is aan gesloten jeugdzorg, ook voor een langere termijn dan die nodig is voor het onderzoek in een redelijke verhouding staat tot het te verwachten resultaat van de behandeling. De rechtbank wenst daarom te zijner tijd te worden geïnformeerd over de uitslag van het psychologisch onderzoek en over het behandelplan dat daarop zal worden gebaseerd. Dit betekent dat de rechtbank de gevraagde machtiging voor een kortere termijn dan is verzocht zal verlenen en wel voor vier maanden. Het verzoek zal voor het overige worden aangehouden.
3. Beslissing
De kinderrechter verleent machtiging de jeugdige te doen opnemen en te doen verblijven in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg als bedoeld in het indicatiebesluit d.d. 3 april 2008, kenmerk B-CAM-UPDH9, voor vier maanden met ingang van heden tot 16 september 2008 .
De beslissing wordt voor het overige aangehouden.
Deze beschikking is gegeven en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van
16 mei 2008 door mrs. E.A.A. van Kalveen, R.P.P. Hoekstra en M.A.A.T. Engbers, kinderrechters, in bijzijn van R. van Loon als griffier.