ECLI:NL:RBUTR:2008:BD1530
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.J.G. van Osta
- J.E. Kruijff-Bronsing
- J.F. Dekking
- Rechtspraak.nl
Verkeersongeval met zware verwondingen door roekeloos rijgedrag van Duitse vrachtwagenchauffeur
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 15 april 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een Duitse vrachtwagenchauffeur, die op 1 juni 2006 te Driebergen-Rijsenburg een ernstig verkeersongeval heeft veroorzaakt. De verdachte reed met hoge snelheid op de Rijksweg A12 en merkte een file te laat op, waardoor hij met zijn vrachtauto botste op de voor hem rijdende personenauto van het slachtoffer, genaamd [aangever]. Dit ongeval resulteerde in zwaar lichamelijk letsel voor de bestuurder van de personenauto, die meerdere breuken opliep en blijvende gevolgen van het ongeval zal ondervinden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich roekeloos en onoplettend heeft gedragen, wat heeft geleid tot het ongeval. De verdachte, die als professioneel vrachtwagenchauffeur een zware verantwoordelijkheid draagt, had extra alert moeten zijn in het verkeer. De rechtbank heeft de verklaringen van zowel de verdachte als het slachtoffer in overweging genomen, evenals de gegevens van de tachograaf van de vrachtauto, die bevestigden dat de verdachte met een snelheid van tussen de 80 en 82 kilometer per uur reed op het moment van de aanrijding.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van twee maanden en een geldboete geëist, maar de rechtbank oordeelde dat deze straffen te laag waren gezien de ernst van het feit en de gevolgen voor het slachtoffer. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden, een ontzegging van de rijbevoegdheid voor twaalf maanden, en een proeftijd van twee jaar. De rechtbank benadrukte dat de verdachte geen contact had opgenomen met het slachtoffer, wat als zeer grievend werd ervaren. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 14a, 14b en 14c van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.