ECLI:NL:RBUTR:2008:BD1163
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Muller
- A. Wassing
- J.P.M. Schwillens
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor dealen in en bezit van harddrugs met verbeurdverklaring van geldbedrag
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 23 april 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het dealen in en het bezit van harddrugs, specifiek cocaïne en MDMA (XTC). De verdachte, geboren in 1976 en thans gedetineerd, werd op 8 januari 2008 aangehouden na observatie bij een tankstation in Maartensdijk. Tijdens de aanhouding werden in zijn auto een elektronisch weegschaaltje en een plastic zakje met vermoedelijk cocaïne aangetroffen. Daarnaast werden er in zijn woning aanzienlijke hoeveelheden contant geld en drugs gevonden, waaronder cocaïne en XTC-pillen. De tenlastelegging omvatte twee feiten: het opzettelijk verkopen en/of afleveren van cocaïne en MDMA in de periode van 1 januari 2007 tot en met 8 januari 2008, en het opzettelijk aanwezig hebben van deze middelen in de periode van 8 januari 2008 tot en met 9 januari 2008.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de hem ten laste gelegde feiten. De rechtbank overwoog dat de verdachte gedurende een jaar met hoge frequentie handelde in harddrugs, wat aanzienlijke risico's voor de volksgezondheid met zich meebracht. De rechtbank nam ook in overweging dat de verdachte eerder was veroordeeld voor vergelijkbare feiten en dat hij geen blijk gaf van inzicht in de ernst van zijn daden.
De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van twee jaar op, met aftrek van het voorarrest, en verklaarde het in beslag genomen geldbedrag van € 29.740,00 verbeurd, aangezien dit bedrag vermoedelijk was verdiend door de drugshandel. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is gebaseerd op het onderzoek ter terechtzitting van 9 april 2008.