ECLI:NL:RBUTR:2008:BD0942

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
28 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
245322/ FT-RK 08-232
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling na faillietverklaring

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 28 april 2008 uitspraak gedaan in een verzoek tot faillietverklaring van de verzoekster, die voorheen vennoot was van een vennootschap onder firma. De vennootschap naar Duits recht, FORTIS COMMERCIAL FINANCE GMBH, had op 28 januari 2008 een verzoekschrift tot faillietverklaring ingediend. Verzoekster ontving de brief van de griffier, waarin zij werd gewezen op de mogelijkheid om binnen veertien dagen een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling in te dienen. Echter, verzoekster heeft deze termijn niet benut en geen verzoekschrift ingediend. Ze voerde aan dat ze dacht dat haar situatie op een andere manier opgelost kon worden en dat de procedure voor haar niet duidelijk was.

De rechtbank oordeelde dat de aangevoerde omstandigheden onvoldoende waren om te concluderen dat het verzoekster niet te verwijten was dat zij binnen de termijn geen verzoek had ingediend. De rechtbank benadrukte dat het verzoekster had toebehoord om juridische hulp in te schakelen en navraag te doen over de procedure. De rechter had verzoekster tijdens de faillissementszitting gewezen op de mogelijkheid van de schuldsaneringsregeling, maar dit maakte de situatie niet anders. De rechtbank concludeerde dat het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling moest worden afgewezen, waardoor het verzoek tot faillietverklaring herleefde en opnieuw behandeld zou worden op 20 mei 2008.

De rechtbank heeft uiteindelijk het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen, en het vonnis is uitgesproken door mr. T. Pavicevic in het openbaar op 28 april 2008.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer: 245322/FT-RK 08.232
nummer verklaring: EEM9010800024
uitspraakdatum: 28 april 2008
afwijzing toepassing schuldsanering
enkelvoudige kamer
[verzoekster],
geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres]
voorheen vennoot van de vennootschap onder firma [VOF],
gevestigd aan de [adres],
ingeschreven bij de Kamer van Koophandel voor Gooi- Eem- en Flevoland,
onder nummer [nr],
hierna te noemen: verzoekster.
Verloop van de procedure
De vennootschap naar Duits recht FORTIS COMMERCIAL FINANCE GMBH,
hierna te noemen: FORTIS, heeft op 28 januari 2008 een verzoekschrift tot faillietverklaring van verzoekster ter griffie van deze rechtbank ingediend.
De griffier van deze rechtbank heeft verzoekster bij brief van 29 januari 2008 kennis gegeven dat zij op grond van artikel 3 van de Faillissmentswet (Fw) binnen veertien dagen na de dag van dagtekening van die brief een verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling kan indienen. Verzoekster heeft binnen de termijn van veertien dagen geen verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling ingediend.
Het verzoekschrift tot faillietverklaring is behandeld in raadkamer van deze rechtbank van 20 februari 2008. Verzoekster is verschenen en gehoord. Ter zitting heeft de rechter verzoekster gewezen op de mogelijkheid van toepassing van de schuldsaneringsregeling. De behandeling van het verzoek tot faillietverklaring is vervolgens door de rechtbank aangehouden tot 4 maart 2008 teneinde verzoekster in de gelegenheid te stellen om tot een regeling te komen met FORTIS en na te denken over de mogelijkheid van de schuldsaneringsregeling.
Op 3 maart 2008 heeft verzoekster een verzoek gedaan tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De behandeling van het verzoek tot faillietverklaring is geschorst.
Verzoekster is opgeroepen om te worden gehoord op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling ter terechtzitting van 14 april 2008. Verzoekster is wel verschenen in het gerechtsgebouw, maar per abuis niet bij de zaal van de terechtzitting terechtgekomen. Verzoekster is vervolgens opgeroepen om te verschijnen ter zitting van 21 april 2008. Op deze zitting is verzoekster verschenen en gehoord.
Beoordeling van het verzoek
Op de voet van artikel 3 Fw heeft een schuldenaar wiens faillissement door een schuldeiser is aangevraagd een termijn van veertien dagen na dagtekening van de brief van de griffier van de rechtbank om een verzoek te doen tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Indien de schuldenaar het verzoek niet binnen deze termijn heeft ingediend, dient hij aan te tonen dat hij dit heeft nagelaten vanwege hem niet toe te rekenen omstandigheden binnen de bedoelde termijn van veertien dagen.
Verzoekster heeft erkend de betreffende brief ontvangen te hebben. Zij heeft in dit kader aangevoerd dat zij dacht dat haar situatie nog wel op een andere manier opgelost kon worden.
Daarnaast heeft zij aangegeven dat de procedure voor haar niet duidelijk was. Deze omstandigheden zijn er de oorzaak van dat verzoekster binnen de termijn van veertien dagen geen verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft gedaan. De rechtbank acht hetgeen is aangevoerd onvoldoende om te oordelen dat het verzoekster niet is toe te rekenen dat zij binnen die termijn van veertien dagen geen verzoek heeft gedaan. Indien het verzoekster niet duidelijk was wat de procedure inhield had het op de weg van verzoekster gelegen om (juridische) hulp in te schakelen en navraag te doen naar het verloop van de procedure. Het feit dat de rechter verzoekster op de faillissementszitting heeft gewezen op de mogelijkheid van de schuldsaneringsregeling maakt dit niet anders, nu het verzoek om toepassing van de schuldsaneringsregeling pas in dit kader inhoudelijk wordt beoordeeld.
Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling dient derhalve te worden afgewezen.
Het verzoek tot fallietverklaring herleeft en zal worden behandeld ter terechtzitting van deze rechtbank op 20 mei 2008 om 09.00u.
Beslissing
De rechtbank
wijst het verzoek af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T. Pavicevic en in het openbaar uitgesproken op 28 april 2008 .