ECLI:NL:RBUTR:2008:BD0227
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toestemming voor afwijkende huurbedingen in een concessieovereenkomst tussen Vroom & Dreesmann en Esprit Europe
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 25 februari 2008 uitspraak gedaan in een verzoekschrift dat op 18 december 2007 door Vroom & Dreesmann en Esprit Europe was ingediend. Het verzoek betrof toestemming voor afwijkende bedingen in een huurovereenkomst, die voortvloeide uit een concessieovereenkomst tussen de partijen. De mondelinge behandeling vond plaats op 8 februari 2008, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden, mr. A. Schipper en mw. K. Maes.
Vroom & Dreesmann had in oktober 2007 een concessieovereenkomst gesloten met Esprit Europe, waarbij Esprit Europe het recht verkreeg om binnen het warenhuis van Vroom & Dreesmann diensten aan te bieden. De overeenkomst werd gekwalificeerd als een huurovereenkomst ex artikel 7:290 BW. De verzoekers vroegen goedkeuring voor afwijkende bedingen die hen meer flexibiliteit zouden geven, zoals het recht van Vroom & Dreesmann om een andere locatie binnen het warenhuis aan te wijzen en de mogelijkheid voor beide partijen om de overeenkomst na drie jaar op te zeggen.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de maatschappelijke positie van Esprit Europe in vergelijking met Vroom & Dreesmann. Esprit Europe, als beursgenoteerde holding met een jaaromzet van ongeveer 4 miljard Hong Kong dollar, werd als een sterke partij beschouwd die de bescherming van huurders van bedrijfsruimte niet nodig had. De kantonrechter oordeelde dat de afwijkende bedingen niet wezenlijk nadelig waren voor Esprit Europe en keurde deze goed. Tevens werd besloten dat de proceskosten door beide partijen zelf gedragen zouden worden.
Deze uitspraak benadrukt de mogelijkheid voor partijen in een huurovereenkomst om afwijkende bedingen te verzoeken, mits de maatschappelijke positie van de huurder zodanig is dat deze bescherming niet behoeft. De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken en onderstreept de belangenafweging tussen de partijen in het kader van de huurovereenkomst.