ECLI:NL:RBUTR:2008:BC9914
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor ontucht met minderjarig stiefkind
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 18 april 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met zijn minderjarig stiefkind. De tenlastelegging omvatte meerdere ontuchtige handelingen die plaatsvonden tussen 1 juni 2001 en 31 oktober 2004, zowel in Nederland als in Spanje. De verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij de aangeefster, geboren in 1987, meermalen onder haar kleding heeft gestreeld en betast. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de schaamstreek van de aangeefster heeft betast, maar heeft hem vrijgesproken van het seksueel binnendringen van haar lichaam, omdat dit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte het vertrouwen van de aangeefster heeft misbruikt en dat zijn handelingen ernstige gevolgen hebben gehad voor haar, zowel lichamelijk als psychisch. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaar, alsook tot een werkstraf van 240 uur. De rechtbank heeft daarbij bijzondere voorwaarden gesteld, waaronder reclasseringscontact en behandeling bij een instelling. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden van de zaak, waarbij de rechtbank de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer in aanmerking heeft genomen.