ECLI:NL:RBUTR:2008:BC8054
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van arbeidsovereenkomst op basis van onvoldoende functioneren en communicatieproblemen
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 28 maart 2008 uitspraak gedaan in een ontbindingsverzoek van de besloten vennootschap DYKA B.V. tegen haar werknemer, geboren op 26 juni 1960, die sinds 1 december 1991 in dienst was. DYKA verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van onvoldoende functioneren en een onwerkbare situatie door de communicatieproblemen tussen de werknemer en zijn leidinggevende, mevrouw [x]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer in het verleden geen aanwijzingen van onvoldoende functioneren had en dat de werkgever onvoldoende had gedaan om de communicatieproblemen op te lossen.
De kantonrechter oordeelde dat de e-mail van de werknemer aan een lid van de ondernemingsraad, waarin hij vragen stelde over overwerk, niet zonder toestemming van de werknemer aan de werkgever ter kennis had mogen worden gebracht. De inhoud van deze e-mail kon niet als grond voor het ontbindingsverzoek worden gebruikt, omdat werknemers zich vrijelijk tot de ondernemingsraad moeten kunnen wenden zonder vrees voor nadelige gevolgen. De kantonrechter concludeerde dat, hoewel het gedrag van de werknemer in de periode tot juni 2007 niet ideaal was, de verbeteringen die daarna waren opgetreden, de conclusie van DYKA dat er een onwerkbare situatie was ontstaan, niet rechtvaardigden.
Daarom heeft de kantonrechter het ontbindingsverzoek afgewezen en DYKA veroordeeld in de proceskosten van de werknemer, die op dat moment op € 400 werd begroot. Deze uitspraak benadrukt het belang van goede communicatie en het recht van werknemers om zich tot de ondernemingsraad te wenden zonder angst voor repercussies.