ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6990

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
8 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
245585 KG ZA 08-263
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Collectieve acties van politiebonden tijdens Eredivisie voetbalwedstrijden

In deze zaak vorderde AFC AJAX N.V. een verbod op collectieve acties die door de Algemeen Christelijke Politiebond (ACP), de Algemene Nederlandse Politievereniging (ANPV) en de Nederlandse Politiebond (NPB) waren aangekondigd voor de voetbalwedstrijd PSV-AJAX op 9 maart 2008. De collectieve acties waren het gevolg van een conflict over de nieuwe politie CAO, waarover de bonden en de minister van Binnenlandse Zaken geen overeenstemming hadden kunnen bereiken. AJAX stelde dat de voorgenomen acties onrechtmatig waren en dat deze hen financieel en sportief zouden schaden. De rechtbank oordeelde dat de collectieve acties gedekt zijn door artikel 6 van het Europees Sociaal Handvest (ESH) en dat de procedureregels niet waren veronachtzaamd. De belangen van de bonden prevaleerden boven de financiële en sportieve belangen van AJAX. De vorderingen van AJAX werden afgewezen, en AJAX werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukte het recht op collectieve actie en de noodzaak om belangen zorgvuldig af te wegen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 245585 / KG ZA 08-263
Vonnis in kort geding van 8 maart 2008
in de zaak van
de naamloze vennootschap
AFC AJAX N.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam,
hierna te noemen: “AJAX”,
eiseres,
procureur mr. J.M. van Noort,
advocaten mr. F. Grapperhaus en mr. R. ter Haseborg te Amsterdam,
tegen
1. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
ALGEMENE CHRISTELIJKE POLITIEBOND,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Leusden,
hierna te noemen: “ACP”,
procureur mr. A. Schellart,
2. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
DE ALGEMENE NEDERLANDSE POLITIEVERENIGING,
statutair gevestigd te Utrecht en kantoorhoudende te Zoetermeer,
hierna te noemen: “ANPV”,
procureur mr. A. Schellart,
3. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
DE NEDERLANDSE POLITIEBOND,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te
hierna te noemen: “NPB”
procureur mr. L.C.J. Sprengers,
gedaagden,
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de concept dagvaarding, naar aanleiding waarvan ACP, ANPV en NPB vrijwillig zijn
verschenen,
- de mondelinge behandeling van 8 maart 2008,
- de pleitnota van Ajax,
- de pleitnota van ACP en ANPV,
- de pleitnota van NPB.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3. In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 8 maart 2008 vonnis gewezen. Het onderstaande vormt hiervan de nadere schriftelijke uitwerking.
2. De feiten
2.1. Vanaf 26 september 2007 voeren ACP, ANPV en NPB (hierna gezamenlijk aan te duiden als “de bonden”) en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (hierna te noemen: “de minister”) overleg over een nieuwe politie CAO. De huidige CAO is op 1 januari 2008 afgelopen.
Tot begin december 2007 hebben een zestal overlegrondes plaatsgevonden. De bonden en de minister zijn er niet in geslaagd om overeenstemming te bereiken.
In februari 2008 is sprake geweest van bemiddelingsfase, wat heeft geleid tot een eindbod van de minister. Dit eindbod is door de achterban van de bonden niet geaccepteerd.
De minster heeft de bonden uitgenodigd om op 7 maart 2008 de standpunten van alle bonden naar aanleiding van het eindbod nader te bespreken.
De ACP en ANPV hebben gezien het standpunt van de achterban de minister een ultimatum gesteld tot 7 maart 23.59 uur om met een aanvaardbaar bod te komen.
De NPB heeft de minister een ultimatum gesteld tot 10 maart 2008 23.59 uur.
2.2. Bij brieven van 6 maart 2008 hebben de ACP en de ANPV de korpsbeheerders, de korpschefs, het hoofdbestuur van de KNVB en onder meer het hoofdbestuur van PSV en AJAX aangezegd dat zij, gesteund door hun achterban, op 9 maart 2008 een collectieve actie tot uitvoering zullen brengen, die meer specifiek inhoudt dat de (politie)eenheden die betrokken zijn bij de handhaving van de openbare orde en veiligheid rond alle (vier) voetbalwedstrijden die op zondag 9 maart 2008 worden gespeeld (te weten: AZ - Feyenoord, VVV Venlo - FC Twente, Sparta Rotterdam - Roda JC en PSV-AJAX),
zullen worden opgeroepen deel te nemen aan een actievergadering, welke actievergadering zal plaatsvinden van 10.30 uur tot 19.00 uur, dit onder het voorbehoud dat het overleg met de minister van 7 maart 2008 niet tot een voor de achterban aanvaardbaar resultaat leidt. ACP en ANPV hebben er daarbij op gewezen dat ook leden van andere vakbonden en ongeorganiseerde politieambtenaren kunnen besluiten om zich aan te sluiten bij de door hun georganiseerde collectieve actie. Verder hebben zij erop gewezen dat de geplande voetbalwedstrijden niet mogen rekenen op een volwaardige ondersteuning door politie-eenheden, dat de collectieve actie zich zal beperken tot het weigeren van de werkzaamheden die rechtstreeks met de begeleiding van de betreffende wedstrijd van doen hebben, dat politieambtenaren die gevolg geven aan de oproep zich gereed houden om direct nadat zou blijken dat verstoringen van de openbare orde plaatsvinden of dreigen, hun gewone taken uit te voeren en dat de ACP en de ANPV daartoe zodanige voorzieningen getroffen hebben dat de actievoerende politieambtenaren hun niet actievoerende collega’s tijdig kunnen bijstaan indien dat noodzakelijk is.
2.3. Naar aanleiding van deze aankondigingen hebben de burgemeesters van Alkmaar en Rotterdam de wedstrijden AZ - Feyenoord en VVV Venlo - FC Twente verboden.
2.4. De burgemeester van de gemeente Eindhoven heeft laat weten dat hij de wedstrijd PSV- AJAX zal verbieden indien de voorzieningenrechter mocht oordelen dat de door de bonden aangezegde politiestaking geoorloofd is.
2.5. De bonden hebben op 7 maart 2008 geen overeenstemming met de minister bereikt over de nieuwe politie CAO.
2.6. De NPB heeft na het stuk lopen van de onderhandelingen met de minster op
7 maart 2008 besloten om haar leden op te roepen om op zondag 9 maart 2008 tussen 10.30 en 19.00 uur deel te nemen aan de door ACP en ANPV uitgeroepen actievergadering. De NPB heeft in de ochtend van zaterdag 8 maart 2008 de korpschef, PSV en AJAX daarvan op de hoogte gesteld.
2.7. Bij aangetekende brieven van 13 december 2007 hebben, onder meer, de ACP en de ANPV aangezegd dat zij tijdens de op 15 en 16 december 2007 te houden voetbalwedstrijden Feyenoord - AZ en AJAX – PSV over zullen gaan tot het voeren van eenzelfde collectieve actie zoals aangezegd in de hiervoor genoemde brief van 6 maart 2008. Bij vonnis van 14 december 2007 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam de vordering, om deze acties te verbieden, afgewezen. De hiervoor genoemde voetbalwedstrijden zijn vervolgens door de burgemeesters van Rotterdam en Amsterdam verboden en op een ander tijdstip ingehaald.
3. Het geschil
3.1. AJAX vordert dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
a) ACP, ANPV en NPB worden bevolen de oproep tot het voeren van acties op
zondag 9 maart 2008 die de voetbalwedstrijd PSV – AJAX direct of indirect raken in te
trekken, althans worden bevolen de acties zowel in duur als in omvang nader te
beperken, althans een zodanige voorlopige voorziening wordt getroffen die ervoor zorgt
dat ACP, ANPV en NPB niet zullen staken op zodanige wijze dat dit nadelige gevolgen
heeft voor de wedstrijd PSV - AJAX van 9 maart 2008, dit alles op straffe van een
dwangsom
b) ACP, ANPV en NPB worden bevolen om binnen twee uur na het uitspreken van het
in deze zaak te wijzen vonnis aan alle betrokkenen bekend te maken dat de acties geen
doorgang vinden;
c) ACP, ANPV en NPB worden veroordeeld in de proceskosten.
3.2. AJAX stelt zich op het standpunt dat de voorgenomen collectieve acties onrechtmatig tegenover haar zijn omdat – kort gezegd – de procedureregels (spelregels) die bij het voeren van collectieve acties in acht moeten worden genomen, zijn geschonden en de voorgenomen collectieve actie disproportioneel tegenover AJAX is.
Ter onderbouwing van haar stelling dat de voorgenomen collectieve actie disproportioneel is voert AJAX – samengevat – het volgende aan.
Indien de voorzieningenrechter de aangezegde collectieve actie niet verbiedt, dan zal de wedstrijd PSV - AJAX worden uitgesteld. AJAX leidt door het uitstel van deze wedstrijd financiële schade. Deze schade wordt begroot op EUR 140.000,00 aan kosten in verband met het aflasten van de wedstrijd. Daarnaast leidt AJAX nog een schade van ongeveer
EUR 450.000,00.
Door het uitstel van de wedstrijd op 9 maart 2008 zal er bovendien sprake zijn
van competitievervalsing waardoor AJAX mogelijk geen landskampioen wordt en/of niet kan deelnemen aan de Champions League. Dit heeft weer tot gevolg dat AJAX nog meer financiële schade zal lijden, welke schade ongeveer 20 miljoen euro kan bedragen.
Daarnaast geldt dat een verplaatsing van de wedstrijd haast onmogelijk is, gelet op het feit dat de competitie bijna ten einde loopt, PSV nog in de race is voor de UEFA-cup en na afloop van het seizoen de spelers zich bij de bondscoach van het Nederlands elftal moeten melden voor het in de zomer te houden Europees Kampioenschap. Er is dus een gerede kans dat de competitie niet kan worden uitgespeeld of in ieder geval niet volledig kan worden gespeeld indien de wedstrijden van zondag 9 maart 2008 niet kunnen doorgaan.
Het is buiten proportie ten opzichte van AJAX dat zij nu voor de tweede keer in dit voetbalseizoen als derde, die niet bij het arbeidsconflict is betrokken, het slachtoffer wordt van politieacties waar er bovendien genoeg mogelijkheden voor de politie zijn om die acties op andere zaken te richten. De politie zou bijvoorbeeld ook tijdens andere binnenkort te houden grote evenementen tot een vergelijkbare collectieve actie kunnen overgaan.
3.3. ACP, ANPV en NPB voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Vooropgesteld wordt dat het recht op het voeren van collectieve acties van werknemers of hun vertegenwoordigende vakbonden, waaronder begrepen het stakingsrecht, in beginsel wordt beheerst door de bepalingen van het Europees Sociaal Handvest (ESH) dat in Nederland vanaf 22 mei 1980 van kracht is.
Het ESH is laatstelijk herzien op 3 mei 1996. Deze herziene versie is op 1 juli 1999 in Nederland in werking getreden. Wat betreft het recht op collectieve acties, waaronder het stakingsrecht, is het verschil met de eerdere versie slechts daarin gelegen dat wat eerst bekend stond onder artikel 31 ESH is omgenummerd tot artikel G.
4.2. In artikel 6 aanhef en onder lid 4 van deel II van het ESH wordt het recht van werknemers of hun vertegenwoordigende vakbonden op collectief optreden erkend in gevallen van belangengeschillen met werkgevers, behoudens verplichtingen op grond van eerder gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten.
4.3. In dit geval is niet in geschil dat de door de bonden aangezegde collectieve actie een belangengeschil betreft als bedoeld in artikel 6, lid 4, ESH (herzien), zodat de collectieve actie in beginsel rechtmatig is.
4.4. Voor het oordeel dat de staking niettemin onrechtmatig is, is slechts dan plaats indien zwaarwegende procedureregels ("spelregels") zijn veronachtzaamd, dan wel indien
– met inachtneming van de door artikel G lid 1 ESH gestelde beperkingen – moet worden geoordeeld dat de bonden en haar leden in redelijkheid niet tot deze actie hadden kunnen komen.
4.5. Tot de procedureregels behoort dat een staking slechts rechtmatig kan zijn als zij als "uiterst middel" (ultimum remedium) is toegepast en tijdig is aangezegd en kenbaar gemaakt. De bonden hebben – in tegenstelling tot wat AJAX stelt – deze procedureregels (spelregels) in acht genomen. Dit wordt als volgt nader gemotiveerd.
4.5.1. De stelling van AJAX dat de deelname van de NPB aan de collectieve actie moet worden verboden omdat de deelname aan de collectieve actie op dit moment niet als uiterste middel kan worden aangemerkt aangezien het door de NPB aan de minister gestelde onderhandelingsultimatum (maandagnacht 10 maart 2008) nog niet is verstreken, wordt verworpen. Dit wordt als volgt gemotiveerd.
Als uitgangspunt geldt dat de vraag of een staking in een concreet geval als "uiterst middel" is gehanteerd, door de rechter met terughoudendheid moet worden beantwoord. Dit volgt niet alleen hieruit dat het gaat om de uitoefening van een grondrecht, maar hangt ook samen met de omstandigheid dat de vraag of in een conflictsituatie nog een ander middel dan een staking kan worden gebruikt, geredelijk kan afhangen van verschillen in waardering van de omstandigheden en van taxaties over de met dat middel te bereiken resultaten, terwijl die situatie veelal meebrengt dat de beslissing, of het middel van staking moet worden toegepast dan wel nog andere mogelijkheden bestaan, in korte tijd moet worden genomen.
Het is gelet op dit uitgangspunt dus, in beginsel, aan de NPB om te beslissen of partijen zijn uitonderhandeld. De NPB heeft aangevoerd dat zij met de minister is uitonderhandeld. Aangenomen moet dan ook worden dat dit het geval is. De door AJAX aangevoerde omstandigheid dat de NPB de minister tot 10 maart 2008 een ultimatum heeft gesteld om alsnog met een voor haar leden aanvaardbaar bod te komen, maakt dit niet anders omdat deze omstandigheid niet uitsluit dat – zoals de NPB aanvoert – partijen al voor het verstrijken van dit ultimatum zijn uitonderhandeld.
4.5.2. Ook aan het vereiste dat de collectieve actie op een redelijke termijn moet worden aangezegd is – in tegenstelling tot wat AJAX aanvoert – in dit geval voldaan.
De stelling van AJAX dat de aanzegging door de ACP en de ANVP van 6 maart 2008 ongeldig is omdat het een voorwaardelijke aanzegging betreft, wordt verworpen. De bonden hebben terecht betoogd dat voor iedere actieaanzegging het impliciete voorbehoud geldt dat niet tussen het tijdstip van de aanzegging en het voorgenomen tijdstip van de actie aan de eisen van de bonden wordt voldaan. Dat dit voorbehoud in de aanzegging van 6 maart 2008 expliciet is gemaakt, maakt deze aanzegging niet ongeldig.
Geconcludeerd wordt dat de ACP en de ANVP de door hen voorgenomen collectieve actie van 9 maart 2008 in de gegeven omstandigheden tijdig bij brief van 6 maart 2008 aan onder meer AJAX hebben aangezegd. De stelling van AJAX dat deze aanzegging niet tijdig is gedaan, gaat dan ook niet op.
Ook de aanzegging van de NPB van 8 maart 2008 is – anders dan AJAX aanvoert – niet te laat, reeds niet omdat Ajax niet in haar belangen is geschaad door het feit dat de NPB zich pas later bij de tijdige aanzegging van de beide andere bonden (ACP en ANPV) heeft aangesloten.
4.6. Vervolgens is nog aan de orde de beantwoording van de vraag of de door de bonden aangezegde collectieve actie op grond van artikel G lid 1 ESH kan worden beperkt. Geconcludeerd wordt dit niet het geval is. Dit wordt als volgt gemotiveerd.
4.7. In artikel G lid 1 ESH is bepaald dat het recht om collectieve acties te voeren geen beperkingen kunnen ondergaan, met uitzondering van die welke bij wet zijn voorgeschreven en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen en voor de bescherming van de openbare orde, de nationale veiligheid, de volksgezondheid of de goede zeden.
4.8. Van een bij wet voorgeschreven beperking is geen sprake.
De bescherming van de openbare orde en de nationale veiligheid is – in tegenstelling tot het kort geding dat heeft geleid tot het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 14 december 2007 – niet aan de orde. Het gaat in dit geding slechts om de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen, te weten van AJAX, en meer in het bijzonder om bescherming van de financiële en sportieve belangen van AJAX.
4.9. Als uitgangspunt geldt dat door artikel 6 ESH gedekte collectieve acties, ook door derden zoals AJAX, moeten worden geduld, ondanks de met de acties beoogde en op de koop toe te nemen schadelijke gevolgen voor de werkgever en derden. Dat is gelet op artikel G lid 1 ESH en de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad alleen anders als de acties in zodanige mate inbreuk maken op de in het ESH aangewezen rechten van derden of algemene belangen dat beperkingen, maatschappelijk gezien, dringend noodzakelijk zijn.
Of dat het geval is, is een vraag van proportionaliteit die alleen kan worden beslist door de bij de uitoefening van het grondrecht betrokken belangen af te wegen tegen die waarop inbreuk wordt gemaakt, in dit geval de commerciële en sportieve belangen van AJAX. Bij deze afweging moet de rechter in beginsel ervan uitgaan dat de voor de betrokken vakbond en haar leden bij de uitoefening van het grondrecht betrokken belangen zwaarwegend zijn. Dit wordt voor deze zaak als volgt afgewogen.
4.9.1. Het effect van de aangekondigde actie is dat de wedstrijd PSV - AJAX niet doorgaat. Vaststaat immers dat de burgemeester van Eindhoven de wedstrijd zal verbieden als de acties mogen doorgaan. Het is voldoende aannemelijk dat AJAX daarvan financieel nadeel ondervindt van enkele tonnen, maar niet is gebleken dat dit voor AJAX onoverkomelijk is. Ook niet, als daarbij in aanmerking wordt genomen, dat AJAX voor de tweede keer dit voetbalseizoen met de gevolgen van een politieactie wordt geconfronteerd.
AJAX heeft verder gesteld dat sprake is van competitievervalsing. Nog afgezien van de vraag of de door AJAX gestelde competitievervalsing voldoende zwaarwegend is, geldt dat deze competitievervalsing – mede gelet op de betwisting van de bonden – niet aannemelijk is geworden. Ook is niet aannemelijk dat de competitie niet op een reguliere wijze zou kunnen worden uitgespeeld.
Het feit dat er ook alternatieve acties van de bonden denkbaar zijn, maakt niet dat de bonden op dit moment jegens AJAX ook voor die alternatieven hadden behoren te kiezen. Het behoort in beginsel tot het recht van de bonden om uit meerdere potentiële actiedoelen te kiezen waarop de actie zich in concreto zal richten. Het feit dat AJAX één keer eerder gedurende dit voetbalseizoen met een actie is geconfronteerd, maakt dat in dit geval niet anders.
Onder deze omstandigheden prevaleren de zwaarwegende belangen van de bonden boven de belangen van AJAX.
4.10. Het voorgaande leidt ertoe dat de vorderingen van AJAX zullen worden afgewezen.
4.11. Ajax zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van ACP en ANPV worden begroot op:
- vast recht EUR 254,00
- overige kosten 0,00
- salaris procureur 816,00
Totaal EUR 1.070,00.
De kosten aan de zijde van NPB worden op dezelfde wijze begroot als de kosten aan de zijde van ACP en ANPV.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. wijst de vorderingen van AJAX af,
5.2. veroordeelt AJAX in de proceskosten, aan de zijde van ACP en ANPV tot op heden begroot op EUR 1.070,00,
5.3. veroordeelt AJAX in de proceskosten, aan de zijde van NPB tot op heden begroot op EUR 1.070,00,
5.4. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.AE. Uniken Venema en in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2008.?