Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 232969 / HA ZA 07-1241
Vonnis van 27 februari 2008
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EXTENS B.V.,
gevestigd te Roermond,
eiseres,
procureur mr. P.J. Soede,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INJECTION NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Vianen,
gedaagde,
procureur mr. J.M.E. Nieuwenhuys.
Partijen zullen hierna Extens en Injection genoemd worden.
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 29 augustus 2007
- het proces-verbaal van comparitie van 28 november 2007.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2.1. Extens exploiteert een uitleen- en detacheringsbureau voor personeel.
2.2. Nadat Injection aan Extense kenbaar had gemaakt dat zij op zoek was naar een rayonmanager heeft Extens aan Injection bij emailbericht van 12 september 2006 een opgave toegezonden van twee mogelijke kandidaten voor de functie. Een van deze twee mogelijke kandidaten was de heer [kandidaat] (hierna: [kandidaat]). In het voornoemde emailbericht zijn de volgende vermeldingen opgenomen:
Uiteraard geschiedt e.e.a. onder de werking van onze algemene leveringsvoorwaarden versie 1105 (zie bijlage). Zodra u iemand inzet die wij aangeboden hebben, of die u bij ons onderbrengt, zijn deze van kracht.
Op onze dienstverlening zijn onze algemene voorwaarden van toepassing, waarin een beperking van de aansprakelijkheid is opgenomen. De algemene voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Limburg Noord en worden u op de eerste aanvraag toegezonden.
2.3. Artikel 18 lid 2 van de voornoemde algemene voorwaarden van Extens luidt:
Indien de relatie (zoals omschreven in lid 1) binnen een termijn van 9 (negen) maanden, na het toezenden van een cv van een der (kandidaat) werknemers of (kandidaat) zelfstandigen door opdrachtnemer danwel n.a.v. een sollicitatiegesprek door een (kandidaat) werknemers of (kandidaat) zelfstandigen van opdrachtnemer bij de relatie danwel na de aanvang van de opdracht een (in)directe arbeidsverhouding, inclusief het voor zich laten werken als zelfstandige, rechtstreeks of via derden met de betrokken (kandidaat) werknemer of (kandidaat) zelfstandige aangaat, zal hij (tenzij anders schriftelijk door beide partijen overeengekomen) aan opdrachtnemer een wervings- en selectie fee betalen van drie maal het bruto maandsalaris of 3 x 160 x het afgesproken of gangbare zelfstandigenuurtarief waartegen de werknemer of zelfstandige wordt of is tewerk gesteld.
2.4. Injection heeft bij emailbericht van 6 oktober 2006 onder meer het volgende aan Extens meegedeeld:
[kandidaat] is gisteren voor een 2e gesprek bij ons geweest.
Wij willen in principe (als het financiële plaatje dat toelaat) graag met hem verder en hebben hem inmiddels al uitgenodigd voor een afrondend gesprek met onze direkteur erbij.
(…)
Het ligt in de bedoeling om [kandidaat] vast in dienst te nemen mits het van beide kanten natuurlijk klikt. Hoe lang zou hij bij jullie gedetacheerd moeten blijven?
2.5. Extens heeft bij emailbericht van 6 oktober 2006 onder meer het volgende aan Injection meegedeeld:
(…)
Loon [kandidaat] € 2.800,- bij een 40-urige werkweek, tarief € 37,54 excl btw en km-geld ad
€ 0,18 p/km opdrachtuur zo lang u wilt, na minimaal 1500 gewerkte uren kunt u hem kosteloos overnemen.
(…)
2.6. Extens heeft voorts bij emailbericht van 13 oktober 2006 aan Injection onder meer het volgende meegedeeld:
(…)
Jij gaf aan dat je [kandidaat] 15 weken gegarandeerd wilde inzetten. Dat vonden wij te weinig.
Daarop hebben wij in datzelfde gesprek aangegeven dat wij een alternatief aanbieden, nml: 15 weken van 40 te werken uren tegen een loon van € 2.800,0 en een tarief van € 37,54, na 15 weken verlenen wij een contract voor bepaalde duur van nog eens 15 weken tegen hetzelfde loon en een tarief van € 31,- excl. btw en km-geld.
(…)
Hedenmiddag belde [kandidaat], die vandaag bij je voor een 2e gesprek is geweest, dat hij maandag 16-10-06 al kan starten. Wij zijn hiermee verrast maar natuurlijk heel blij.
Dat betekent dan dus dat wij hem conform het bovenstaande inzetten (…).
Daarna kun je hem kosteloos overnemen.
(…)
2.7. Injection heeft bij emailbericht van 14 oktober 2006 onder meer het volgende aan Extens meegedeeld:
(…)
We hebben inderdaad afgesproken met [kandidaat] dat hij maandag kan beginnen, hij had niks meer te doen, vandaar.
Dit houdt niet automatisch in dat ik accoord ben met jou voorstel.
Mijn voorstel is dat we hem eerst 15 weken aannemen volgens jou voorstel.
Als Harold terug is gaan we verder onderhandelen tijdens onze afspraak hier in Vianen.
(…)
2.8. De heer [kandidaat] is in oktober 2006 voor de duur van 1 jaar in dienst getreden bij Arcom B.V., een zusteronderneming van Injection (hierna: Arcom).
2.9. Injection is door Extens gesommeerd tot betaling van een bedrag van € 8.400,-. Injection heeft niet betaald.
3.1. Extens heeft gevorderd dat Injection, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot:
- primair: betaling van een bedrag van € 8.950,-, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over een bedrag van € 8.400,- vanaf 2 februari 2007 tot de dag der algehele voldoening en over een bedrag van € 550,- vanaf 25 juni 2007 tot de dag der algehele voldoening;
- subsidiair: betaling van een bedrag van € 8.826,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 juni 2007 tot de dag der algehele voldoening;
- betaling van proceskosten.
3.2. Injection heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.1. Extens heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat tussen haar en Injection een uitzendovereenkomst (hierna: de overeenkomst) tot stand gekomen is waarop haar algemene voorwaarden van toepassing zijn. Volgens Extens heeft Injection gehandeld in strijd met deze overeenkomst door [kandidaat] in dienst te nemen bij Arcom en is zij ingevolge artikel 18 lid 2 van de algemene voorwaarden gehouden tot betaling van het gevorderde bedrag.
4.2. Injection stelt zich in de eerste plaats op het standpunt dat tussen haar en Extens geen overeenkomst tot stand gekomen is omdat zij geen aanmeldingsformulier heeft ingediend en geen opdrachtbevestiging heeft ontvangen of getekend. Ook bestond volgens Injection geen overeenstemming over de voorwaarden waaronder [kandidaat] zou worden aangenomen. Voor zover al sprake zou zijn van een overeenkomst stelt Injection dat de algemene voorwaarden van Extens hier niet op van toepassing zijn omdat zij de gelding van deze voorwaarden niet heeft geaccepteerd en zij deze voorwaarden ook niet heeft ontvangen. Bovendien moet Extens volgens Injection geacht worden de toepasselijkheid van het geheel van haar algemene voorwaarden te hebben verworpen omdat zij heeft gehandeld in strijd met artikel 30 van deze voorwaarden, waarbij de rechtbank Roermond bij uitsluiting als bevoegde rechtbank is aangewezen. Volgens Injection verzet de redelijkheid en billijkheid zich tegen het enerzijds inroepen van artikel 18 lid 2 en anderzijds handelen in afwijking van artikel 30 van deze voorwaarden.
4.3. De rechtbank overweegt ten aanzien van de gestelde overeenkomst als volgt. Tussen partijen staat vast dat Extens op verzoek van Injection op zoek gegaan is naar kandidaten voor de functie van rayonmanager bij Injection en dat vervolgens onderhandelingen hebben plaatsgevonden over de voorwaarden waaronder een van de voorgestelde kandidaten, te weten [kandidaat], aan Injection zou worden uitgeleend. Door Injection is vervolgens aangegeven dat [kandidaat] vanaf 15 oktober 2006 werkzaamheden bij haar zou gaan verrichten voor een periode van 15 weken onder de door Extens bij emailbericht van 13 oktober 2006 voorgestelde voorwaarden. Uit de voornoemde gang van zaken leidt de rechtbank af dat tussen partijen overeenstemming is bereikt over de inzet van [kandidaat]. Ten aanzien van het verweer van Injection dat geen aanvraagformulier en geen getekende opdrachtbevestiging zijn verzonden merkt de rechtbank op dat dit geen voorwaarden zijn voor de totstandkoming van een overeenkomst. Uit de stelling van Injection dat [kandidaat] op eigen initiatief niet bij Injection maar bij Arcom is ingezet, zo al bewezen, blijkt volgens de rechtbank uitsluitend dat anders is gehandeld dan was afgesproken en niet dat geen overeenstemming is bereikt. Ten aanzien van het voorbehoud dat volgens Injection bij emailbericht van 14 oktober 2006 is gemaakt overweegt de rechtbank dat dit blijkens de inhoud van de berichten geen betrekking had op de periode van 15 weken waarover reeds overeenstemming bestond. De rechtbank komt gelet op het bovenstaande tot de conclusie dat tussen Extens en Injection een overeenkomst tot stand gekomen is.
4.4. De rechtbank overweegt ten aanzien van de gestelde toepasselijkheid van de algemene voorwaarden als volgt. Extens heeft bij emailbericht van 12 september 2006 uitdrukkelijk aangegeven dat het uitlenen van personeel zou plaatsvinden onder de toepasselijkheid van haar algemene voorwaarden. De rechtbank merkt op dat niet is gesteld of gebleken dat Injection op de voornoemde vermelding heeft gereageerd. Aangezien Injection zonder enig protest het onderhandelingstraject heeft voortgezet gaat de rechtbank er van uit dat Injection stilzwijgend met de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden heeft ingestemd. Daarbij acht de rechtbank van belang dat Injection een professionele contractspartij is die blijkens haar stellingen zelf ook gebruik maakt van algemene voorwaarden. De stelling van Injection dat zij de algemene voorwaarden nooit heeft ontvangen doet, zo al bewezen, volgens de rechtbank aan de toepasselijkheid daarvan niet aan af omdat voor de gelding van algemene voorwaarden niet vereist is dat Injection de inhoud hiervan kende en Injection ook niet de vernietiging van de algemene voorwaarden heeft ingeroepen. Voor zover Injection heeft willen betogen dat zij niet aan de algemene voorwaarden gebonden is omdat de uiteindelijke afspraak om [kandidaat] in te zetten los stond van het oorspronkelijke voorstel waarop deze voorwaarden van toepassing waren verklaard, wordt dit verweer verworpen. Volgens de rechtbank blijkt uit de hierboven weergegeven inhoud van de emailberichten dat de afspraak om [kandidaat] in te zetten het resultaat is geweest van de tussen Extens en Injection gevoerde onderhandelingen die voortvloeiden uit het emailbericht van 12 september 2006 waarin Extens kandidaten aandroeg. De verwijzing naar de algemene voorwaarden maakt hier onderdeel van uit. Ten aanzien van de stelling van Injection dat Extens zelf afstand heeft gedaan van de toepasselijkheid van haar algemene voorwaarden overweegt de rechtbank dat uit het afwijken van een bepaling uit de algemene voorwaarden niet zonder meer kan worden afgeleid dat Extens daarmee afstand heeft willen doen van het geheel van deze voorwaarden. Het dagvaarden van Injection voor deze rechtbank doet aan de gelding van de overige voorwaarden niet af. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de algemene voorwaarden van Extens van toepassing zijn op de tussen Extens en Injection bestaande overeenkomst.
4.5. De rechtbank overweegt ten aanzien van het beroep op artikel 18 lid 2 van de algemene voorwaarden als volgt. Door Injection is niet weersproken dat [kandidaat] weliswaar officieel in dienst genomen is bij Arcom maar dat hij in feite werkzaam was op het adres van Injection, als rayonmanager voor Injection en dat dit de functie was waarvoor Extens hem oorspronkelijk had geselecteerd en aangedragen bij Injection. Volgens de rechtbank beoogt artikel 18 lid 2 van de algemene voorwaarden gelet op haar bewoording voor een dergelijke situatie de verplichting tot betaling van een boete in te roepen. Dit artikel ziet immers ook op de (in)directe arbeidsverhouding en de situatie waarin iemand via derden in dienst genomen wordt. Ook als [kandidaat] zelf zou hebben aangegeven niet met Injection en Extens verder te willen, doet dat aan de verplichtingen van Injection jegens Extens op basis van deze bepaling niet af. Volgens de rechtbank kon Extens zich gelet op het voorgaande met succes beroepen op het intreden van de verplichting tot betaling van de boete ter hoogte van driemaal het bruto maandsalaris á € 2.800,00 en derhalve in totaal een bedrag van
€ 8.400,00.
4.6. Tussen partijen is niet in geschil dat Injection de voornoemde verplichting tot betaling niet is nagekomen. Met betrekking tot de nakoming van het boetebeding is niet in geschil dat Extens Injection twee keer heeft aangemaand tot betaling en dat betaling is uitgebleven. Injection heeft voorts niet weersproken dat zij op de sommaties heeft gereageerd met de mededeling dat zij geen factuur ontvangen heeft, geen overeenkomst heeft getekend en ook geen leveringsvoorwaarden heeft geaccepteerd. Uit die mededelingen en gedragingen van Injection kon volgens de rechtbank worden afgeleid dat betaling uit zou blijven. Injection is dan ook zonder ingebrekestelling in verzuim komen te verkeren. De rechtbank is van oordeel dat Injection gehouden is tot betaling van een bedrag van € 8.400,00 en de primaire vordering zal voor zover deze betrekking heeft op dit bedrag worden toegewezen. Het meerdere ten bedrage van € 550,00 zal deze worden afgewezen omdat Extens dit deel van de vordering niet heeft onderbouwd.
4.7. Aangezien hetgeen Extens primair heeft gevorderd gelet op het bovenstaande
- grotendeels - zal worden toegewezen behoeft hetgeen door partijen is aangevoerd ten aanzien van de subsidaire vordering geen bespreking.
4.8. Injection zal als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, aan de zijde van Extens op basis van het toegewezen bedrag begroot op:
- dagvaarding € 84,31
- vast recht 300,00
- salaris procureur 768,00 (2,0 punten × tarief € 384,00)
Totaal € 1.152,31
4.9. Door Extens is primair onder verwijzing naar artikel 16 lid 6 (de rechtbank begrijpt artikel 17 lid 6) van haar algemene voorwaarden en subsidiair onder verwijzing naar artikel 6:96 BW vergoeding gevorderd van buitengerechtelijke kosten tot een bedrag van € 904,-. Injection heeft - voor het geval de algemene voorwaarden van toepassing zijn - ter afwering van deze vordering in de eerste plaats betwist dat de gestelde werkzaamheden zijn verricht. Injection heeft voorts aangevoerd dat voor zover werkzaamheden zijn verricht, deze niet als buitengerechtelijk zijn aan te merken en dat de kosten niet in redelijke verhouding staan tot de gestelde werkzaamheden.
4.10. De rechtbank overweegt ten aanzien van de gevorderde kosten dat Injection op grond van artikel 17 lid 6 van de algemene voorwaarden gehouden is tot betaling van buitengerechtelijke kosten, welke vergoeding is gefixeerd op 10% van de verschuldigde hoofdsom indien deze meer bedraagt dan € 3.400,00, hetgeen in deze zaak het geval is. Het door Extens gevorderde bedrag is niet berekend overeenkomstig artikel 17 lid 6 van de algemene voorwaarden en de rechtbank zal - met inachtneming van deze bepaling - aan buitengerechtelijke kosten een bedrag toewijzen van € 840,00, te weten 10% van de hoofdsom ten bedrage van € 8.400,00. Hetgeen Extens subsidiair aan haar vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten ten grondslag heeft gelegd kan niet tot toewijzing van het meerdere tot een bedrag van € 904,00 leiden omdat Extens weliswaar heeft gesteld dat de gevorderde kosten geen betrekking hebben op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling een vergoeding pleegt in te sluiten, maar uit de gegeven omschrijving van deze werkzaamheden het tegendeel dient te worden afgeleid.
5.1. veroordeelt Injection om aan Extens te betalen een bedrag van EUR 8.400,00 (achtduizendvierhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het toegewezen bedrag vanaf 2 februari 2007 tot de dag van volledige betaling,
5.2. veroordeelt Injection om aan Extens te betalen een bedrag van € 840,00;
5.3. veroordeelt Injection in de proceskosten, aan de zijde van Extens tot op heden begroot op € 1.152,31,
5.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Wagenaar en in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2008.
w.g. griffier w.g. rechter