ECLI:NL:RBUTR:2008:BC4202
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van zeven jongeren wegens overtreding van het samenscholingsverbod in Utrecht
Op 13 februari 2008 heeft de kantonrechter in Utrecht zeven jongeren, in de leeftijd van 15 tot 19 jaar, vrijgesproken van de beschuldiging dat zij het samenscholingsverbod in de wijk Kanaleneiland-Noord zouden hebben overtreden. De jongeren waren aangehouden omdat zij in een groep van meer dan vijf personen op straat stonden, wat volgens de burgemeester van Utrecht in september 2007 was verboden. De burgemeester had bepaald dat deze specifieke groep jongeren zich niet in een groep van meer dan vijf personen mocht bevinden, ongeacht of er sprake was van een verstoring van de openbare orde.
De kantonrechter oordeelde echter dat het simpelweg samen zijn met een groep mensen op de openbare weg niet automatisch betekent dat er sprake is van samenscholing. Er moet altijd een (dreigende) verstoring van de openbare orde zijn om van samenscholing te kunnen spreken. In deze zaak was niet bewezen dat de jongeren daadwerkelijk de openbare orde verstoorden. De rechter vond dat de uitleg van het samenscholingsverbod door de burgemeester te ver ging, omdat het verbod de vrijheid van beweging van de jongeren inperkte zonder dat er voldoende bewijs was van een dreigende ordeverstoring.
De raadsman van de jongeren had aangevoerd dat het samenscholingsverbod in strijd was met het legaliteitsbeginsel en dat het onduidelijk was welk gedrag precies strafbaar was. De kantonrechter concludeerde dat het samenscholingsverbod, zoals vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Utrecht, niet in strijd was met het legaliteitsbeginsel, maar dat de tenlastelegging onvoldoende bewijs bood voor de beschuldiging van samenscholing. De kantonrechter besloot daarom dat de jongeren vrijgesproken moesten worden van de tenlastelegging.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 30 januari 2008, waarbij de kantonrechter de feiten en de juridische argumenten zorgvuldig heeft afgewogen. De beslissing om de jongeren vrij te spreken is een belangrijke uitspraak in het kader van de handhaving van openbare orde en de rechten van individuen.