ECLI:NL:RBUTR:2008:BC4083

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
20 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
240314/ FA RK 07-6767
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Relatieve bevoegdheid en wijziging bijdrage levensonderhoud in echtscheidingszaak

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 20 februari 2008, gaat het om een verzoek van de man om de door hem te betalen bijdrage in het levensonderhoud van de vrouw met ingang van 1 juni 2007 op nihil te stellen. De man en vrouw zijn op [datum] te [woonplaats] met elkaar gehuwd en zijn inmiddels gescheiden, waarbij de rechtbank Roermond op 25 januari 2001 een beschikking heeft uitgesproken. In deze beschikking is bepaald dat de man een bedrag van fl. 4.958,40 per maand aan de vrouw dient te betalen voor haar levensonderhoud. Dit bedrag is later, bij beschikking van 10 november 2004, verlaagd naar € 1.278,= per maand, en is door wettelijke indexering inmiddels verhoogd naar € 1.356,35 per maand.

De vrouw heeft verweer gevoerd tegen het verzoek van de man, waarbij zij primair aanvoert dat de rechtbank Utrecht niet bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen. Dit zou volgens haar voortvloeien uit een afspraak in hun echtscheidingsconvenant van april 2001, waarin is bepaald dat alle geschillen inzake alimentatie door partijen bij uitsluiting ter kennisname van de rechtbank Roermond zullen worden gebracht. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen overwogen en geconcludeerd dat de forumkeuze in het convenant dient te worden gerespecteerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man niet heeft aangetoond dat de omstandigheden die aan de forumkeuze ten grondslag lagen, zijn gewijzigd.

Uiteindelijk heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard om van het verzoek kennis te nemen en de zaak verwezen naar de rechtbank Roermond, waar de zaak verder behandeld zal worden. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken door rechter E. Bongers, in tegenwoordigheid van griffier A. Hollart.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rekestnummer: 240314 / FA RK 07-6767
wijziging bijdrage levensonderhoud
Beschikking van 20 februari 2008
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker, nader te noemen de man,
procureur mr. M.C. van Rijn,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
verweerster, nader te noemen de vrouw,
procureur mr. P.J. Soede.
1. Verloop van de procedure
De man heeft ter griffie van deze rechtbank een verzoekschrift ingediend.
De vrouw heeft een verweerschrift ingediend.
Er zijn van de zijde van partijen nadere stukken ontvangen.
De geplande behandeling ter terechtzitting van 1 februari 2008 heeft geen doorgang gevonden.
2. Vaststaande feiten
1. Partijen zijn op [datum] te [woonplaats] met elkaar gehuwd.
Tussen hen is de echtscheiding uitgesproken door de rechtbank Roermond bij beschikking van 25 januari 2001. Deze beschikking is op 7 februari 2001 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. In de beschikking is onder meer bepaald dat de man aan de vrouw een bedrag van fl. 4.958,40 per maand dient te betalen voor haar levensonderhoud.
2. Bij beschikking van de rechtbank Roermond van 10 november 2004 is de door de man te betalen bijdrage met ingang van 1 september 2004 gewijzigd en verlaagd tot € 1.278,= per maand. Op grond van de wettelijke indexering is dit bedrag thans € 1.356,35 per maand.
3. Beoordeling van het verzochte
De man heeft gevraagd de door hem te betalen bijdrage in het levensonderhoud van de vrouw met ingang van 1 juni 2007 op nihil te stellen.
De vrouw heeft verweer gevoerd. Zij heeft primair gesteld dat de rechtbank Utrecht niet bevoegd is om van het verzoek van de man kennis te nemen nu partijen in hun echtscheidings-convenant van april 2001 zijn overeengekomen dat alle geschillen inzake alimentatie door partijen bij uitsluiting ter kennisname van de rechtbank Roermond zullen worden gebracht.
Nadien hebben partijen hun standpunten schriftelijk nader uiteengezet en de rechtbank verzocht om zonder terechtzitting met betrekking tot de bevoegdheid een beslissing te geven.
De rechtbank overweegt als volgt.
In de onderhavige zaak gaat het om een rechtsbetrekking die ter vrije bepaling van partijen staat. In die situatie biedt artikel 108 Rv., dat naar het oordeel van de rechtbank naar analogie op verzoekschriftprocedures en derhalve op deze zaak van toepassing is, partijen de mogelijkheid om bij overeenkomst een relatief bevoegde rechter aan te wijzen. Partijen hebben dat gedaan door in casu, blijkens hun convenant, de rechtbank Roermond aan te wijzen. Aan deze forum-keuze dient het gevolg te worden verbonden dat deze rechtbank zich onbevoegd verklaart, nu de vrouw zich als verweerster voor alle weren ten gronde op deze onbevoegdheid heeft beroepen.
Van de zijde van de man is nog aangevoerd dat de omstandigheden die aan de forumkeuze in het convenant ten grondslag hebben gelegen inmiddels zijn gewijzigd. Dit verweer kan hem niet baten. Het had op de weg van de man gelegen om in dat geval het convenant in overleg met de vrouw - zo mogelijk - te doen wijzigen.
Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.
4. Beslissing
De rechtbank:
verklaart zich onbevoegd om van het verzoek kennis te nemen.
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rechtbank Roermond.
Deze beschikking is gegeven door mr. E. Bongers, rechter, in tegenwoordigheid van
A. Hollart, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2008.