In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank Utrecht, zijn eiseressen [eiseres 1] V.O.F., [eiseres 2] INSTALLATIETECHNIEK B.V. en INGENIEURSBUREAU [eiseres 3] B.V. betrokken in een geschil met gedaagde, een vennootschap naar Duits recht gevestigd in Köln-Junkersdorff. De zaak betreft een vordering tot betaling van een bedrag van € 302.659,64 door gedaagde aan eiseres 2, voortvloeiend uit werkzaamheden die door eiseres 2 zijn verricht op basis van een opdracht van 19 juli 2001. De rechtbank heeft in eerdere tussenvonnissen vastgesteld dat eiseres 2 recht heeft op een vergoeding van € 228.190,75 voor deze werkzaamheden, en dat gedaagde zich kan beroepen op verrekening met een bedrag dat verband houdt met herstelwerkzaamheden aan de door eiseres 2 aangelegde riolering.
De rechtbank heeft in het vonnis van 10 september 2008 geoordeeld dat gedaagde in totaal € 308.859,26 aan eiseres 2 verschuldigd is, maar dat na verrekening met een bedrag van € 6.199,62, dat gedaagde vordert in verband met gebreken aan de riolering, het te betalen bedrag aan eiseres 2 € 302.659,64 bedraagt. De wettelijke rente over dit bedrag is toegewezen vanaf 31 mei 2002, omdat gedaagde hiertegen geen verweer heeft gevoerd. Gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van eiseres 2, die zijn begroot op € 20.701,20.
In reconventie heeft gedaagde vorderingen ingesteld die zijn afgewezen, omdat de rechtbank heeft geoordeeld dat eiseres 2 niet onterecht in rechte is betrokken. De proceskosten in reconventie zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken door mr. P. Dondorp en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.