ECLI:NL:RBUTR:2007:BO3608
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Compensatie vordering reiziger na annulering vlucht door technische problemen
In deze zaak vorderden de eisers compensatie van Transavia Airlines C.V. naar aanleiding van de annulering van hun vlucht HV 137 van Amsterdam naar Heraklion op 14 juli 2007. De annulering was het gevolg van technische problemen met de Engine Electronic Control (EEC) van het vliegtuig. De eisers, vertegenwoordigd door mr. P.N. Meijer, stelden dat zij recht hadden op compensatie op basis van de Europese Verordening nr. 261/2004, die passagiers beschermt bij annuleringen. De kantonrechter had eerder op 21 maart 2007 een tussenvonnis uitgesproken, waarna Transavia een akte indiende en de eisers schriftelijk reageerden.
De eisers vorderden een totaalbedrag van € 1.200, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. Transavia voerde aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, zoals technische problemen die niet konden worden voorzien, en dat zij niet verplicht was compensatie te betalen. De kantonrechter oordeelde dat Transavia niet in gebreke was gebleven, omdat het technische probleem zich voordeed ondanks regulier onderhoud en dat het niet redelijk was om een kostbaar onderdeel als de kabelbundel op voorraad te houden.
Uiteindelijk wees de kantonrechter de vorderingen van de eisers af en compenseerde de proceskosten, waarbij elke partij zijn eigen kosten droeg. Dit vonnis werd uitgesproken op 27 juni 2007 door kantonrechter mr. P. Krepel in aanwezigheid van de griffier.