ECLI:NL:RBUTR:2007:BG8943
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot regeling gebruik gemeenschappelijke woning en ambtshalve instelling bewind
In deze zaak heeft [eiser] een verzoek ingediend tot regeling van het gebruik van de gemeenschappelijke woning na de echtscheiding van [eiser] en [gedaagde]. De zitting vond plaats op 12 november 2007, waarbij [gedaagde] niet verschenen is. De feiten zijn als volgt: [eiser] en [gedaagde] zijn op 9 september 1991 gehuwd en hebben twee kinderen. Na de echtscheiding in 2000 is [eiser] met de kinderen in de echtelijke woning blijven wonen. [gedaagde] heeft in 2006 een erfenis van € 250.000 ontvangen en samen met [eiser] een woning gekocht. Momenteel verblijft [gedaagde] in een instelling, wat de situatie voor de kinderen problematisch maakt. [eiser] verzoekt de kantonrechter om hem bij uitsluiting het gebruik en beheer van de woning toe te kennen, en om [gedaagde] te bevelen de woning te verlaten.
De kantonrechter overweegt dat het verzoek in beginsel toewijsbaar is, maar dat er ook rekening gehouden moet worden met de belangen van [gedaagde]. De kantonrechter besluit ambtshalve de woning onder bewind te stellen, gezien de geestelijke toestand van [gedaagde] en de onduidelijkheid over de afspraken tussen partijen. Tevens benoemt de kantonrechter een bewindvoerder voor [gedaagde]. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door mr. M.H.F. van Vugt op 29 november 2007.