ECLI:NL:RBUTR:2007:BC0863
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verklaring voor recht inzake wanprestatie levensverzekering en fiscale aftrekbaarheid van premies
In deze zaak vordert eiser, [eiser], een verklaring voor recht dat Fortis ASR wanprestatie heeft gepleegd door een ondeugdelijk product te verkopen, en dat de overeenkomst met terugwerkende kracht is ontbonden. Eiser stelt dat de premies voor de levensverzekering niet geheel aftrekbaar zijn, terwijl Fortis ASR deze verzekering met het oog op de aftrekbaarheid heeft verkocht. Eiser heeft op 9 oktober 1990 een aanvraag voor een levensverzekering ingediend via tussenpersoon [tussenpersoon]. De verzekeringsovereenkomst is tot stand gekomen en het polisblad is op 18 oktober 1990 afgegeven. Eiser heeft de premie van NLG 17.116,00 contant betaald, maar de belastingdienst heeft bepaald dat de levensverzekering pas na 15 oktober 1990 tot stand is gekomen, waardoor de premies slechts over een beperkte periode fiscaal aftrekbaar waren.
Fortis ASR betwist de claims van eiser en stelt dat de levensverzekering voldoet aan de eisen. De fiscale aftrekbaarheid van de premie is volgens Fortis ASR geen eigenschap van de verzekering, maar een fiscaal voordeel dat kan veranderen. De rechtbank oordeelt dat het feit dat later blijkt dat de premies niet fiscaal aftrekbaar zijn, niet betekent dat Fortis ASR tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De rechtbank stelt vast dat er geen expliciete garantie of afspraak is gemaakt over de fiscale aftrekbaarheid van de premies. De zaak wordt aangehouden voor verdere behandeling en Fortis ASR krijgt de gelegenheid om zich uit te laten over de wijziging van het fiscale regime.