RECHTBANK UTRECHT
Sector kanton
zaaknummer: 546588 UE 07-2162 JS
beschikking d.d. 6 december 2007
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KONINKLIJKE TNT POST B.V.,
gevestigd te Den Haag,
verder ook te noemen TNT Post,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. A.E. Vos,
[verweerder], wonende te Nieuwegein,
verder ook te noemen [verweerder],
verwerende partij,
gemachtigde: mr. W.J.M. van Tongeren.
TNT Post heeft op 24 oktober 2007 een verzoekschrift ingediend. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend.
TNT Post heeft het verzoek vervolgens aangevuld. Het verzoek is ter zitting van 22 november 2007 behandeld. Beide partijen hebben pleitaantekeningen overgelegd. Van het ter zitting verhandelde is aantekening gehouden. Hierna is uitspraak bepaald.
[verweerder], geboren op [geboortedatum], is op 26 augustus 1991 in dienst van (de rechtsvoorganger van) TNT Post getreden. Zijn huidige functie is productiemedewerker sorteercentrum. Het laatstgenoten brutoloon bedraagt € 1.811,89 per maand, vermeerderd met gemiddeld € 410,- onregelmatigheidstoeslag en 8% vakantiebijslag.
Het verzoekschrift strekt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, primair wegens een dringende reden en subsidiair wegens een wijziging van omstandigheden.
TNT Post voert daartoe aan dat [verweerder] in zijn arbeidsverleden een veelvoud van problemen heeft gehad, zowel met zijn leidinggevenden als met collega’s. Gewezen wordt op:
- een ruzie met een collega op 26 mei 2000, waarvoor [verweerder] een schriftelijke waarschuwing heeft gekregen;
- roken op het werk op 17 augustus 2002, eveneens gevolgd door een schriftelijke waarschuwing;
- een negatieve beoordeling in het jaar 2002, gevolgd door een expliciete brief d.d. 31 januari 2003 met verbeterpunten;
- een correctiegesprek na een incident met een collega/leidinggevende, met een bevestiging in de brief van 30 december 2003;
- een ontslag op staande voet wegens diefstal van een jas in februari 2004, welk feit in rechte niet is komen vast te staan, zodat de arbeidsovereenkomst in stand bleef;
- een intensief re-integratietraject, naar aanleiding van langdurige arbeidsongeschiktheid van [verweerder];
- een fout bij de postcontrole op 14/15 oktober 2005, waarop [verweerder] schriftelijk is aangesproken;
- een ruzie met een collega op 8 maart 2007 waarvoor [verweerder] is geschorst voor de duur van één dag met inhouding van salaris.
TNT Post stelt vervolgens dat [verweerder] op twee momenten geweigerd heeft aan een redelijke opdracht van zijn leidinggevende te voldoen, hetgeen volgens TNT Post een dringende reden oplevert. Zij stelt hiertoe het volgende.
In de nacht van 5 op 6 september 2007 was [verweerder] belast met het verplaatsen van gesorteerde post met behulp van een lorrie. Deze lorries mogen slechts op de zogenaamde snelweg rijden en niet op de straten tussen de sorteerkasten komen. Daar werken andere medewerkers, zodat het daar rijden met een lorrie gevaar kan opleveren. In verband met een dreigend vertrek van een vrachtwagen met post heeft de leidinggevende aan [verweerder] verzocht om toch tussen de kasten door te rijden om tijdig de post te kunnen laten vervoeren. [verweerder] heeft dit met een beroep op de verbodsregel geweigerd. Hij is daarop door de leidinggevende erop gewezen dat hij een dergelijke opdracht niet mocht weigeren en, als hij dit toch zou doen, dit als werkweigering zou worden aangemerkt.
Twee nachten later deed zich volgens TNT Post opnieuw een spoedsituatie voor en werd [verweerder], die toen wederom op een lorrie reed, gevraagd om postkarren die tussen de kasten stonden op te halen. [verweerder] heeft dit met een beroep op het hierboven omschreven verbod (herhaaldelijk) geweigerd, waarna hij op non actief is gesteld.
[verweerder] heeft zich verweerd tegen de gevraagde ontbinding. Hij heeft daarbij gewezen op het belang van een verkeersveiligheidsmaatregel en de onwilligheid van de leidinggevende om te overleggen omtrent de werking van dit verbod. Bovendien heeft [verweerder] er niets van gezien dat het personeel door de leidinggevende gewaarschuwd zou worden voor de tussen de kasten rijdende lorrie. TNT Post neemt volgens [verweerder] de veiligheid van haar werknemers niet serieus als onder tijdsdruk het verbod moet worden overtreden.
De overige door TNT Post genoemde omstandigheden zijn eveneens door [verweerder] betwist, althans in een ander kader geplaatst.
Op deze en overige verweren wordt hierna, indien nodig, nader ingegaan.
De kantonrechter overweegt met betrekking tot de aangevoerde dringende reden het volgende.
Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een dringende reden wegens het hardnekkig weigeren van een redelijke opdracht moet worden afgewogen het belang dat de werkgever heeft bij de opdracht enerzijds en de bezwaren daartegen van de werknemer anderzijds. Niet iedere weigering van een redelijke opdracht levert al een dringende reden voor ontslag op staande voet op.
Vast staat dat [verweerder] op twee momenten heeft geweigerd een opdracht uit te voeren, inhoudende dat hij met een lorrie tussen de kasten moest rijden om daar post op te halen. TNT Post heeft onbetwist gesteld dat [verweerder] op de tweede avond de opdracht meermalen heeft geweigerd. In zoverre kan dus gesproken worden van een hardnekkige weigering.
[verweerder] legt aan zijn weigering geen subjectieve, hemzelf betreffende, reden ten grondslag, maar hij beroept zich op een door de werkgever zelf geformuleerde regel die tot doel heeft de veiligheid van de werknemers te waarborgen. In beginsel is het de verantwoordelijkheid van de werkgever om deze regel in te vullen, maar die vrijheid is niet onbegrensd. Juist in situaties waarin de werkdruk hoog is en de veiligheid in het gedrang kan komen, dient een werkgever de vastgestelde veiligheidsmaatregelen in acht te blijven nemen en die niet afhankelijk te laten worden van de voortgang van een bedrijfs- of productieproces.
[verweerder] heeft zich strikt aan de door TNT Post opgestelde regel met betrekking tot de rijgebieden van de lorries gehouden en in de door TNT Post overgelegde email d.d. 11 september 2007 van de leidinggevende [betrokkene] is deze regel ook strak geformuleerd: “Het klopt wat [verweerder] schrijft de lorry rijders mogen onder geen beding zelfstandig tussen de kasten rijden(…)”
Zonder duidelijk kader met betrekking tot de toepassing van een dergelijke regel, dat ook voor de werknemers kenbaar is, kan een werknemer in het algemeen niet worden verweten dat hij weerstand biedt tegen een opdracht om veiligheidsmaatregelen te negeren teneinde het productieproces te dienen. Dit kan onder omstandigheden anders zijn, maar dan zal eerder moeten worden gedacht aan situaties waarin toepassing van de regel overbodig is, bijvoorbeeld als er geen werk wordt verricht.
Het is niet gebleken dat een dergelijk duidelijk kader bestaat bij TNT Post. Zij heeft betoogd dat de meeste mensen die tussen de kasten werken al naar huis waren op het moment dat de opdracht werd gegeven, maar dat maakt de situatie er niet veiliger op. De omstandigheid dat de leidinggevende voor de lorrie zou uitlopen om de mensen uit de buurt te houden, duidt eveneens op een potentieel gevaarlijke situatie, zeker op een moment dat de werkdruk kennelijk hoog is en haastig moet worden gewerkt. Juist dan is het naleven van veiligheidsvoorschriften van het grootste belang. Van TNT Post mag worden verwacht dat zij haar bedrijfsprocessen zo structureert dat die met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften kunnen functioneren.
Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat de weigering van [verweerder] om de hem gegeven opdrachten op 5/6 en 7/8 september 2007 uit te voeren, geen dringende reden oplevert en het verzoek om de arbeidsovereenkomst op die grond te ontbinden moet worden afgewezen.
Met betrekking tot de door TNT Post gestelde wijziging van omstandigheden wordt het volgende overwogen.
Vastgesteld moet worden dat [verweerder] van de huidige situatie niet in overwegende mate een verwijt kan worden gemaakt. Het moge juist zijn dat hij wat rechtlijnig is en op zijn strepen staat, maar dat is op zich geen reden om hem een verwijt te maken. Daarnaast moet worden vastgesteld dat, op twee incidenten na, over [verweerder] geen klachten zijn gekomen na het (onterecht) gegeven ontslag op staande voet van februari 2004. Die incidenten vormen zelf onvoldoende grondslag om een ontbinding te rechtvaardigen.
Daartegenover staat dat partijen al meermalen met elkaar in conflict zijn gekomen en elkaar ook al eerder in gerechtelijke procedures hebben ontmoet. Ter zitting heeft TNT Post verklaart dat zij “hoe dan ook” van [verweerder] af wil, hetgeen niet anders kan worden opgevat dan als een diepgaande vertrouwensbreuk.
De kantonrechter zal om die reden de arbeidsovereenkomst dan ook ontbinden, maar ziet wel aanleiding om aan [verweerder] een vergoeding naar billijkheid toe te kennen.
Nu reeds is overwogen dat [verweerder] niet in overwegende mate een verwijt kan worden gemaakt en de wens van TNT Post om de arbeidsovereenkomst te beëindigen in feite is gestoeld op een betrekkelijk magere grondslag, zal de kantonrechter de door [verweerder] subsidiair gevraagde vergoeding toekennen, neerkomend op toepassing van de kantonrechtersformule met een correctiefactor C=2.
Aan TNT Post moet dan een termijn worden gelaten om het verzoek in te trekken.
stelt TNT Post in de gelegenheid uiterlijk 20 december 2007 het verzoek in te trekken;
en voor het geval het verzoek niet tijdig wordt ingetrokken:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 31 december 2007;
kent aan [verweerder] ten laste van TNT Post een vergoeding toe van € 95.985,- bruto en veroordeelt TNT Post tot betaling van deze vergoeding aan [verweerder];
compenseert de proceskosten in die zin, dat partijen de eigen kosten dragen;
en voor het geval het verzoek tijdig wordt ingetrokken:
veroordeelt TNT Post in de proceskosten aan de zijde van [verweerder], tot de uitspraak van deze beschikking begroot op € 400,- aan salaris gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Sap, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 6 december 2007.