ECLI:NL:RBUTR:2007:BB8287
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- B.J. van Ettekoven
- G.J. van Binsbergen
- J. Struiksma
- Rechtspraak.nl
Weigering van vervangende nieuwbouw voor onderwijsinstelling op basis van onderhoudsbehoefte
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 6 november 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting [X] en de raad van de gemeente [Y]. Eiseres, Stichting [X], heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de gemeente [Y] van 12 september 2006, waarin het bezwaar van eiseres tegen een eerder besluit van 27 december 2005 deels gegrond en deels ongegrond werd verklaard. De gemeente had in dat eerdere besluit besloten om geen middelen ter beschikking te stellen voor vervangende nieuwbouw van de school, maar wel een bedrag van € 365.000,- voor onderhoud. Eiseres betwistte deze beslissing en stelde dat de huidige staat van het gebouw zo slecht was dat vervangende nieuwbouw noodzakelijk was.
De rechtbank heeft in haar overwegingen gekeken naar de rapportages van verschillende deskundigen, waaronder BENBS en Nibag B.V., die de onderhoudstoestand van de school hebben beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat de gemeente op goede gronden had geoordeeld dat er geen noodzaak was voor vervangende nieuwbouw, omdat het gebouw niet in een dermate slechte conditie verkeerde dat onderhoud geen redelijk resultaat zou opleveren. De rechtbank oordeelde dat de kosten van onderhoud bij renovatie aanzienlijk lager waren dan de kosten van vervangende nieuwbouw en dat de verlenging van de levensduur van het gebouw door renovatie gegarandeerd was.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en bevestigd dat de gemeente bevoegd was om het besluit te nemen. De rechtbank benadrukte dat de functionaliteit van de school geen rol speelde in de afweging of onderhoud nog kon leiden tot een redelijk resultaat. De uitspraak biedt inzicht in de toepassing van de Wet op de expertisecentra en de bijbehorende verordening inzake voorzieningen in de huisvesting van onderwijsinstellingen.