ECLI:NL:RBUTR:2007:BB8038
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.L. van der Bel
- C.W. Bianchi
- J.D.E. Brouwer-Poederbach
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak met tegenstrijdige verklaringen van aangeefster
Op 16 november 2007 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1966. De zaak, met parketnummer 16/506024-06, betreft een vrijspraak. De rechtbank heeft geoordeeld dat niet wettig en overtuigend is bewezen wat aan de verdachte ten laste is gelegd. De uitspraak volgde na een onderzoek op de terechtzitting van 2 november 2007, waar de verdachte en de aangeefster aanwezig waren.
De tenlastelegging was gebaseerd op verklaringen van de aangeefster en getuigen, maar de rechtbank stelde vast dat deze verklaringen onderling tegenstrijdigheden vertoonden. De aangeefster was niet in staat om de gebeurtenissen die zij de verdachte ten laste legde, op een concrete manier weer te geven tijdens de zitting. Dit leidde tot twijfels bij de rechtbank over de betrouwbaarheid van de verklaringen, vooral gezien het feit dat de aangeefster had verklaard dat de gebeurtenissen een grote impact op haar hadden gehad.
De rechtbank heeft strenge eisen gesteld aan de consistentie en betrouwbaarheid van de verklaringen, en concludeerde dat de twijfels over de feiten leidden tot de beslissing om de verdachte vrij te spreken. De rechtbank heeft dan ook beslist dat niet bewezen is dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, en spreekt de verdachte daarvan vrij. Het vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. A. Dekkers als raadsvrouwe en mr. C.W.M. Maase-Raedts als griffier. Mr. Brouwer-Poederbach was buiten staat om het vonnis mede te ondertekenen.