ECLI:NL:RBUTR:2007:BB6261
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurovereenkomst woonruimte en verrekening van schade door werkzaamheden
In deze zaak heeft de vereniging Hendrick de Keyser een vordering ingesteld tegen een huurder, [gedaagde], met betrekking tot een huurovereenkomst voor een woonruimte. De vordering omvatte de ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde en betaling van een huurachterstand van € 3.376,84. De huurder heeft verweer gevoerd en een tegeneis ingediend, waarbij hij stelde dat hij de huurachterstand had verrekend met schadevergoeding voor werkzaamheden die door de verhuurder aan het gehuurde waren uitgevoerd. De rechtbank heeft de procedure in twee delen behandeld: de conventionele vordering van Hendrick de Keyser en de reconventionele vordering van [gedaagde]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de huurder een huurachterstand had, maar dat deze in overwegende mate was tenietgedaan door de verrekening van schadeposten die de huurder had geleden door de werkzaamheden aan het gehuurde. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verhuurder niet voldoende bewijs had geleverd voor haar vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming. De vordering van Hendrick de Keyser is afgewezen, en de huurder is in het gelijk gesteld in zijn reconventionele vordering tot schadevergoeding. De rechtbank heeft de verhuurder veroordeeld tot betaling van de proceskosten en een schadevergoeding aan de huurder.