ECLI:NL:RBUTR:2007:BB3289
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Bender
- P.K. van Riemsdijk
- G. Sluiter
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in vervolging wegens eerdere kennisgeving van niet verdere vervolging
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 16 augustus 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1986 en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Utrecht. De rechtbank heeft de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in zijn vervolging voor het onder 2 ten laste gelegde feit. Dit besluit is genomen naar aanleiding van de dagvaarding waarin expliciet werd vermeld dat er een kennisgeving van niet verdere vervolging was gedaan. De raadsvrouw van de verdachte heeft aangevoerd dat de officier van justitie niet ontvankelijk verklaard zou moeten worden, omdat er geen nieuwe bezwaren bekend zijn geworden met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde feit. De rechtbank heeft dit verweer gegrond verklaard en geoordeeld dat de verdachte mag uitgaan van de juistheid van de dagvaarding en de gevolgen daarvan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wettelijke vereisten voor vervolging niet zijn voldaan, aangezien het openbaar ministerie eerder heeft aangegeven af te zullen zien van verdere vervolging. De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat de kennisgeving van niet verdere vervolging door de officier van justitie moet worden gerespecteerd, en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een andere conclusie rechtvaardigen. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechters P. Bender, P.K. van Riemsdijk en G. Sluiter betrokken waren, en is op de openbare terechtzitting van 16 augustus 2007 bekendgemaakt.