ECLI:NL:RBUTR:2007:BB0052
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Gezamenlijk verzoek ouders tot aantekening in gezagsregister
In deze zaak hebben de ouders van twee minderjarige kinderen, geboren op respectievelijk 10 december 2002 en 10 mei 2004, gezamenlijk verzocht om een aantekening in het gezagsregister. De moeder heeft echter verzocht om de inschrijving in het gezagsregister nietig te verklaren, omdat zij stelt dat de aanvraag voor gezamenlijk gezag zonder haar toestemming is ingediend. De vader daarentegen beweert dat hij de aanvraag meerdere keren heeft ingediend, maar dat deze niet correct is verwerkt door de rechtbank. De rechtbank heeft op 11 juli 2007 uitspraak gedaan in deze kwestie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader en de moeder sinds 17 januari 2007 gezamenlijk met het ouderlijk gezag over de kinderen zijn belast. Echter, de rechtbank oordeelt dat de vader op het moment van indiening van de aanvraag voor gezamenlijk gezag niet namens de moeder handelde, aangezien zij zich verzette tegen gezamenlijk gezag. Dit leidt tot de conclusie dat de aantekening in het gezagsregister onterecht is opgenomen. De rechtbank gelast de griffier om de aantekening van 16 januari 2007 te doorhalen en voegt een nieuwe aantekening toe die de situatie correct weergeeft.
De rechtbank benadrukt het belang van een correcte registratie in het gezagsregister, zodat derden kunnen vertrouwen op de informatie die daarin staat. De rechtbank wijst het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag toe, met de hoop dat de ouders in de toekomst weer samen kunnen werken in het belang van hun kinderen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en is gegeven door de kinderrechter in aanwezigheid van de griffier.